fotograaf-en-regisseur-anton-corbijn-ik-ben-de-laatste-jaren-steeds-lichter-geworden-279818
©Kate Moss, 1993 / Anton Corbijn

Anton Corbijn (68) wil voor zijn interview met Vogue afspreken bij het Westerpark in Amsterdam. Dat is handig, hoor ik later: zijn studio zit er in de buurt. Het is iets voor half drie ’s middags. Ik ben wat vroeg, bestel een gemberthee en tuur uit het raam. Het regent met de seconde harder, de hoosbui is mij bespaard gebleven. Net wanneer het buiten steeds harder begint te stormen, komt er een man binnen. Een vlaag wind vult het café. Hij heeft een zachtgele beanie op zijn hoofd, draagt een donkerblauwe trui en een gestreepte joggingbroek. Hij draait zich om en scant de ruimte. 

Interview Anton Corbijn

Corbijn, ietwat verlegen, maar met een innemende glimlach, schudt mijn hand en neemt plaats. Hij zet zijn muts af. In het najaarslicht lijken zijn haren zilverkleurig. Ik geef een compliment over zijn broek. “Mooi is die, hè? Sinds ik met mijn vrouw Nimi (Ponnudurai red.) ben, let ik meer op wat ik draag: ze is groot modeliefhebber. Deze is van Dries Van Noten, mijn favoriete ontwerper”, vertelt hij trots.

Elke week onze beste artikelen in je inbox? Schrijf je hier in voor de Vogue-nieuwsbrief.

Hij bestelt een jasmijnthee, zegt dat het goed met hem gaat en dat hij morgen naar Rome vliegt voor een shoot. Waar leeftijdsgenoten beginnen aan een welverdiend pensioen, is hij nog lang niet van plan te stoppen. Dat is ook niet zo gek: Anna Wintour herself heeft Corbijn gevraagd om – zoals hij vaker doet – te fotograferen voor de Amerikaanse Vogue in de Italiaanse hoofdstad. Of dat soort aanvragen ooit wennen? “Ja”, zegt hij volmondig. “Alles went.”

Liefde voor fotografie

Corbijn wordt geboren in Strijen: een dorp op het Zuid- Hollandse eiland Hoeksche Waard. Het is er groen. Er is niet heel veel meer dan dat groen. Je kunt er kanoën, in het hoge gras van de vele weilanden liggen, zwemmen. Zijn vader is dominee, het gezin gaat elke zondag naar de protestantse kerk. Daar binnen is het wit en sober: beelden van iconen ontbreken, zoals het de protestantse kerk betaamt. Er zijn zwarte pakken en hoge hoeden. Corbijn is een rustige jongen in het dorp, op het verlegene af. Op school is hij niet de beste, hij heeft geen idee wat hij wil studeren. Maar dat hij geen dominee of dokter wil worden zoals de rest van zijn familie is zeker. Net als het gevoel dat hij jarenlang met zich meedraagt: een hang naar vrijheid, ver weg van dat eiland aan het water. 

De tekst gaat door onder de afbeelding.

Virgil Abloh door Anton Corbijn
©Anton Corbijn
Virgil Abloh, 2019

In de jaren zeventig verhuist het gezin Corbijn naar Groningen voor vaders werk. Niet veel later speelt een band op de Grote Markt die Corbijn wil zien, maar hij kent nog niemand in de stad om hem te vergezellen. Daarom verzint hij een ander plan. “Ik was te verlegen om in mijn eentje te gaan. Tot ik bedacht om de oude camera van mijn vader mee te nemen. Dat gaf me iets te doen, ik kreeg houvast.” Corbijn schiet wat beelden van het optreden en stuurt ze op naar een muziekblad. Ze worden geplaatst – pro bono, dat wel, maar zijn beelden staan in een tíjdschrift. Met zijn náám erbij. “Dat voelde fantastisch. Ik hoorde langzaamaan steeds meer bij die vrije wereld.” Op dat moment, tijdens het fotograferen met zijn vaders camera, klikt er iets in het altijd razende hoofd van Corbijn. Hij heeft zijn roeping gevonden. 

Eigen stijl

Het jaar dat volgt is tekenend voor de jonge fotograaf. Corbijn begint zich, na het schieten van wat concerten, te storen aan de omgeving: de stralen van het neonlicht vliegen alle kanten op, muzikanten springen in het rond op het podium. Er is geen controle. Hij wil de baas worden van zijn werk door zijn foto’s te ensceneren. “Ik wilde meer portretten maken, zelf bepalen hoe iemand moest staan, wat het licht moest zijn, of ik buiten of binnen wilde schieten. Ik wilde de plaatjes die in mijn hoofd zaten recreëren. Dus dat deed ik.”

Hij schiet en schiet, rolletjes vol. De daaropvolgende zomervakantie – hij heeft inmiddels zijn atheneumdiploma behaald – haalt Corbijn met zijn zomerbaantje bij Friesche Vlag genoeg geld binnen om een eerste eigen camera te kopen. In diezelfde periode probeert hij bij een kunstacademie binnen te komen. “Ik stuurde mijn werk op naar drie verschillende scholen. Niemand wilde me hebben. Dat vond ik destijds verschrikkelijk, maar achteraf ben ik juist heel dankbaar dat ik ben geweigerd”, vertelt hij glimlachend. “Het is uiteindelijk het beste dat me is overkomen. Zo heb ik mijn eigen weg kunnen volgen, heb ik zelf kunnen leren maken wat ik mooi vind. Mensen zeggen dat ik een eigen stijl heb, maar dat is vooral omdat ik niet weet hoe het anders moet. Ik maak beelden die ik zelf wil zien.”

De tekst gaat door onder de afbeelding.

Ton Waits door Anton Corbijn
©Anton Corbijn
Tom Waits, 2004

Privé

Corbijn begint met het maken van de portretten waar hij nu zo om wordt geroemd. Ze zijn zwart-wit, hebben een grove korrel, worden gemaakt op locatie in plaats van in een spierwitte studio. Zijn onderwerpen zijn iedere keer anders, maar delen allen een kwetsbare kant van zichzelf in de beelden. Je ziet het in hun ogen, de manier waarop ze staan. Corbijn vindt het knap, vooral omdat hij het zelf moeilijk vindt om kwetsbaar te zijn.

Hij is zuinig met wat hij deelt. Zal wel door zijn protestantse opvoeding komen. “Dat denk ik, ja. Ik ben niet zo open”, beaamt hij. “Het is heel belangrijk voor me om een privéleven te hebben. Dat is van mij, niet van iedereen. Wat ik met mensen wil delen is mijn werk. Meer niet.” Of hij interviews als deze daarom ongemakkelijk vindt? Lachend: “Als er vragen zijn die ik niet wil beantwoorden, vind ik wel een manier om er onderuit te komen.”

Lees het volledige interview met Anton Corbijn in het januari/februarinummer van Vogue Nederland, dat nu in de winkel ligt en hier online te bestellen is.

MOØDe is tot en met 12 mei te zien in het Cobra Museum. Voor meer tentoonstellingen in Nederland en Europa bekijk je hier Vogue’s cultuuragenda.