elise-schaap-entertainen-beroeren-dat-wil-ik-het-maakt-me-geen-reet-uit-voor-welk-publiek-dat-is-267980
©Marc de Groot, Vogue Nederland, oktober 2023

Haar lange haren los wapperend in de wind, een grote blauwe Adidas-joggingbroek, wijd donker shirt, heuptasje, een beetje mascara, grote glimlach. Het is precies half tien, het afgesproken tijdstip voor haar interview met Vogue, als Elise Schaap (41) vanaf het strand het terras van strandtent Republiek in Bloemendaal aan Zee op komt lopen. Het strand is haar achtertuin. Nou ja, achtertuin is misschien wat overdreven, maar sinds een jaar of twee hebben zij, haar liefde Wouter de Jong (42) en hun dochter Ava (8) hun huis in Duivendrecht achter zich gelaten en wonen ze in de buurt van het strand en de duinen.

‘Lord of the Rings’ van Brabant

Het is een maandag in de zomer, op ons tafeltje hupsen hondsbrutale mussen op zoek naar kruimels, ik bestel een kop thee, Elise een zwarte koffie en een glas water. “Wat fijn dat jullie aandacht willen besteden aan de serie”, zegt ze opgewekt. Ze doelt op Ferry, de serie die verder gaat waar de film eindigt en is vernoemd naar Ferry Bouman, het razend populaire personage uit het Netflix-succes Undercover, gespeeld door Frank Lammers. Het publiek kan er geen genoeg van krijgen. Elise speelt zijn vriendin, Danielle, die met haar naïeve houding en Brabantse tongval al op evenveel fans kan rekenen. “Ik had nooit kunnen bedenken dat het zó’n succes zou worden.

Elke week onze beste artikelen in je inbox? Schrijf je hier in voor de Vogue-nieuwsbrief.

Deze nieuwe serie speelt zich af in de tijd na de film, en vóór Undercover, dus we gaan de opkomst van Ferry en zijn imperium zien. “Frank en ik hebben het er van tevoren uitgebreid met de makers over gehad, dat we dit alleen wilden doen als het echt iets zou toevoegen. Het moet je wel blijven boeien. Ik kan volmondig zeggen dat dat ruimschoots is gelukt. Ik kende Danielle wel al vrij goed, maar het is zo bijzonder om te zien dat er toch nog andere lagen te ontdekken zijn. Je kunt als acteur alleen maar hopen dat iets zo aanslaat, ik ben trots dat ik deel mag uitmaken van deze saga. Toch een beetje het Lord of the Rings van Brabant.”

In gesprek met Elise Schaap

Het restaurant is net open en rustig, de zon schijnt, en we kijken uit op de zee waar tientallen surfers zich in de golven storten. Het bevalt haar goed, dat wonen in de natuur. “Er is een wandelaar in mij opgestaan”, zegt ze lachend, maar ze meent het wel.

“Er gebeurt van alles in je brein als je gaat wandelen, ik heb dan het gevoel alsof de tram weer even in de rails schiet. Het liefst struin ik in mijn uppie; ik heb een vast rondje bij de duinen van een kilometer of acht en dat doe ik in een uur. Ik hou niet van rennen. Rennen doe ik hoogstens om een trein te halen, maar verder vind ik het verschrikkelijk. Ik ben niet gemaakt voor rennen. Maar ik wandel graag, met een beetje pittige tred, gewoon met een boterham, als een ander mens kom ik dan weer thuis. Het is echt goed voor me.”

Ze kijkt je aandachtig aan als ze praat en heeft een zachte stem, zo’n stem die je niet kunt horen als je aan een tafeltje ernaast zou zitten en probeert mee te luisteren. Af en toe een vette lach, en voortdurend subtiele accentjes, niet alleen als ze nadoet hoe iemand uit Rotterdam klinkt, haar geboortestad. Haar stem danst met de woorden, het is duidelijk een instrument dat ze tot in detail beheerst. 

Liefde voor taal 

Als deze Vogue in de winkels ligt, is Blablabla met Schaap net uitgezonden. Een tv-programma waarin ze verschillende Nederlandse accenten onder de knie moest zien te krijgen, om vervolgens undercover te gaan om zo vervolgens te testen of ze bijvoorbeeld het Volendams of Haags net zo goed beheerst als de échte Volendammers of Hagenezen. Ze is naar eigen zeggen geen klassieke presentator, “dat zal ik ook nooit worden. Zo van ‘goedenavond dames en heren’. Een spelprogramma presenteren? Zeker niet, no way.”

Maar voor dit programma maakte ze een uitzondering, taal in het algemeen en accenten in het bijzonder, gaan haar zeer aan het hart en met dit programma wilde ze die het podium geven die ze verdienen. “Het is een ode aan taal, dat was m’n bedoeling ermee. De Nederlandse taal is zo ontzettend divers, al die accenten zijn zo authentiek en specifiek. Het Haags en Rotterdams verschillen zo veel van elkaar, terwijl die steden nog geen dertig kilometer uit elkaar liggen. En in Brabant alleen al zijn tig soorten Brabants.”

Die fascinatie voor taal zit er al van kinds af aan in: gingen ze met het gezin op vakantie naar Frankrijk, dan sprak zij de hele trip een zelfverzonnen nep-Frans. “Ik moet me ook beheersen om niet onmiddellijk iemands manier van praten na te doen, niet om het belachelijk te maken, al kan dat zo lijken, maar omdat ik op een ander level wil communiceren. Congruentie noem je dat dan, dat je veel spiegelneuronen hebt. Ik hou van stemmen, van taal, in taal zit ook veel mentaliteit verscholen, humor en een bepaalde manier van denken.”

Zelfstandig en daadkrachtig

Haar manier van denken: nuchter, veerkrachtig, positief. Ze weet wat ze wil zeggen, spreekt doeltreffend als we het over haar vak hebben, soms wat zoekende als het gesprek afglijdt naar de meer persoonlijke kant van het verhaal. Ze kiest haar woorden dan merkbaar zorgvuldig. Maar in alle gevallen zelfverzekerd, professioneel, rustig. Haar vader heeft altijd gewerkt als ondernemer, haar moeder: een eigengereide vrouw met als lijfspreuk ‘van iets komt iets’. Het heeft haar zelfstandig gemaakt, die opvoeding, en daadkrachtig. “Ik hou niet van een afwachtende houding, heb van huis uit geleerd dat je zelf op de dingen af moet stappen. Ik wil ook nooit afhankelijk zijn van iemand. Ook wat betreft werk, al heb ik wel een raar vak waarbij je moet hopen of je een rol krijgt. Maar ik heb inmiddels iets voor mezelf verworven waarbij ik niet afhankelijk ben van één instantie.”

Dat was in het begin van haar carrière natuurlijk wel anders, net vers van de toneelschool, een hele wereld die nog veroverd moest worden, voor jou tien anderen. “Ik stond zo strak gespannen in die tijd, dacht voortdurend dat als ik een keer zou falen het in één klap gedaan zou zijn met me.” Veel stress, spanning en geregeld met paniek het podium voor een musical op moeten, afzien voor de glorie. “Het is bepaald niet de fijnste manier van exposure geweest, maar het heeft me toch weer verder geholpen. ‘Het wordt vanzelf weer half elf’, zei ik dan aan het begin van zo’n stuk tegen mezelf, ook deze avond gaat vanzelf weer voorbij.”

Lees het volledige interview met Elise Schaap in het nieuwe oktobernummer van Vogue Nederland, dat vanaf 21 september in de winkels ligt en hier online te bestellen is.