rouwen-om-brigitte-bardot-betekent-niet-dat-je-haar-moet-vergeven-378606
©Getty Images

Toen ik hoorde dat de Franse actrice en dierenactiviste Brigitte Bardot zondag op 91-jarige leeftijd was overleden, moest ik meteen denken aan hoe ik als kind samen met mijn moeder non-stop haar nummer Les cheveux dans le vent draaide, terwijl zij mij kennis liet maken met de Gallische yé-yé-pop en de verschillende afgeleiden daarvan, die de soundtrack van haar eigen jeugd hadden gevormd.

Brigitte Bardot was problematisch

Mijn tweede gedachte was echter iets minder nostalgisch en aangenaam. Ik dacht aan Bardots late ommezwaai naar het steunen van rechtse politieke kandidaten, haar manier om actrices die tijdens de #MeToo-beweging naar buiten kwamen met hun ervaringen met seksuele intimidatie koeltjes af te doen, en hoe ze meerdere keren door de Franse regering werd beboet voor “het aanzetten tot rassenhaat” met haar schaamteloos onverdraagzame opmerkingen over moslims. Ja, Brigitte Bardot was problematisch.

Via deze link meld je je aan bij ons nieuwe Instagram Channel Before it’s in Vogue

Het is misschien niet meer dan logisch dat zoveel lofredenen voor Bardot zich richten op haar positieve eigenschappen, van haar invloedrijke stijl tot haar toewijding aan dieren. Maar in deze tijd van gestaag toenemende islamofobie is het moeilijk om die lofuitingen te rijmen met de opvattingen van een vrouw die zich fel verzette tegen immigratie en in haar boek A Cry in the Silence uit 2003 publiekelijk verklaarde tegen de zogenaamde “islamisering van Frankrijk” te zijn. Weinigen zullen Bardots rol in het belichamen en bevorderen van de seksuele revolutie betwisten, maar was die rol – of enig ander aspect van haar nalatenschap – krachtig genoeg om haar geschiedenis van haatzaaiende uitlatingen te compenseren?

Verheerlijking na dood

De dood heeft vaak een soort afvlakkend effect op de nalatenschap. Het is moeilijk om met de nodige nuance te praten over een beroemdheid als Bardot, iemand die miljoenen mensen vermaakte en vreugde bracht, maar ook haat en onverdraagzaamheid zaaide. Maar het is onze collectieve verantwoordelijkheid om haar legendarische schoonheid en talent niet de lelijkheid van haar islamofobie, seksisme en extreemrechtse ideeën te laten verhullen. Niemand minder dan F. Scott Fitzgerald, een autoriteit op het gebied van complexe persoonlijke nalatenschappen, schreef in zijn postuum gepubliceerde essaybundel The Crack-Up uit 1945 dat ‘de test van een eersteklas intelligentie het vermogen is om twee tegengestelde ideeën tegelijkertijd in gedachten te houden en toch het vermogen te behouden om te functioneren’ – en de dood van Bardot biedt een zeldzame culturele kans om die test in praktijk te brengen.

In plaats van ons verdriet te beperken tot het nostalgisch terugkijken naar oude foto’s van een Bardot met een beehivekapsel en in bikini en het eindeloos herhalen van Bonnie and Clyde, moeten we onszelf de moeilijke vragen stellen over hoe Bardots belichaming van het prototypische ‘perfecte’ witte vrouw-zijn steunde op systematische marginalisatie en regelrecht racisme (problemen die tot op de dag van vandaag in Frankrijk voortduren). Want als we onze voormalige iconen na hun dood te verheerlijken, welke boodschap geven we dan aan degenen die nog in leven zijn?