Stijn de Vries (26) is presentator, fotograaf en schrijver. Ook is hij modejournalist voor Vogue Man en was hij De Mol in ‘Wie is de Mol?’ dit jaar. In zijn columnreeks ‘Up Close’ op Vogue.nl geeft hij elke maand een persoonlijk inkijkje in zijn leven. Deze keer vertelt Stijn de Vries over zijn haat-liefdeverhouding met fast fashion. “Ik moet ontspullen. Dat wordt het nieuwe doel dit jaar. Minder aankopen, meer shoppen in eigen kast.”
Stijn de Vries over fast fashion
Op het moment van schrijven zit ik tegenover een stapel kleding. Netjes opgevouwen, dat wel. Maar het is een stapel. Misschien volstaat een ander woord: berg. Een berg stof. Spijkerbroeken, truien, T-shirts, overhemden. Rechts naast me staat mijn eetkamerstoel, met twee broeken erop. Onder mijn dressoir in de woonkamer: schoenen. Sneakers, loafers, laarzen. Tientallen.
Elke week onze beste artikelen in je inbox? Schrijf je hier in voor de Vogue-nieuwsbrief.
Je begrijpt: ik ben een beetje koopverslaafd. Een beetje heel erg. Daar moet ik vanaf. Dat weet ik heus wel. Immers: die stapel kleding tegenover me is niet het enige dat ik heb. Mijn kledingkast – een paar meter breed, een paar meter hoog – is tot de nok toe gevuld. Dit kan niet meer, zeg ik in mezelf, terwijl ik snel de kastdeuren sluit voordat er een shirt uitvalt. Ik heb al zakken vol kleding ingeleverd bij verzamelpunten, daklozencentra en goede doelen. Ik geef kleding weg aan vrienden en familie. Kapotte stuks gooi ik weg. Toch heb ik nog altijd te veel. Dweilen met de kraan open. En wie is de kraan? Juist. Ikzelf.
Ecologische voetafdruk
In een wereld waarin fast fashion aan de orde van de dag is, we meer online bestellen dan ooit en er wekelijks een nieuwe microtrend opduikt, is het niet zo gek dat ook ik meedoe. Hoe irritant ik dat ook vind. Hand op mijn (non-existent) hart: ik word makkelijk fan van een gewild item, bestel het meteen (als mijn portemonnee het toelaat) en kijk er een half jaar later niet meer naar om. Moet niet. Kan niet. Dom. Want: ik heb al zoveel.
LEES OOK
Frankrijk wil ultra-fast fashion aan banden leggen – wordt het niet tijd dat Nederland volgt?
En dan is mode ook nog eens een van de meest vervuilende industrieën ter wereld. Jeans importeren uit Zuidoost-Azië, gemaakt door onderbetaalde fabrieksmedewerkers, is op z’n zachtst gezegd niet bevorderlijk voor je ecologische voetafdruk. Frankrijk zet een belangrijke stap in de strijd tegen ultra-fast fashion en keurde een wetsvoorstel goed dat platforms als Shein en Temu aan strenge regels wil onderwerpen. Reclame maken wordt verboden en bedrijven die niet aan milieunormen voldoen, riskeren boetes tot 10 euro per kledingstuk (!), waardoor ze hopen dat overconsumptie wordt tegengaan voor het milieu.
Tijdens recente opnames in het buitenland zag ik met eigen ogen wat de gevolgen zijn van milieuvervuiling. Het gaf me een extra reden om minder te kopen en vaker vintage te shoppen als ik iets ‘nieuws’ wil. Gelukkig vind ik vintage nóg leuker dan nieuw, dat is dan weer een voordeel. Maar waarom voel ik nog de behoefte om te kopen als ik al zoveel heb?
Gratis items
Ik moet ontspullen. Dat wordt mijn doel dit jaar: minder kopen, meer shoppen in eigen kast. Makkelijker gezegd dan gedaan voor iemand die snakt naar een sprankje endorfine bij een aankoop. Ik haat het aan mezelf, maar ben immers goudeerlijk in deze columns: ik word oprecht gelukkig van iets nieuws. En het helpt niet dat ik ook nog regelmatig spullen krijg toegestuurd van merken. Gratis schoenen, een overhemd. En ook die belanden uiteindelijk op de stapel.