In Shonda Rhimes’ Queen Charlotte: A Bridgerton Story staat een koninklijke romance centraal: die van koningin Charlotte en koning George. (Pas op: er volgen een aantal spoilers.) In de show trouwt het paar binnen enkele uren nadat ze elkaar hebben ontmoet. Aanvankelijk is hun verbintenis een haat-liefde verhouding: George lijkt geen interesse te hebben om tijd door te brengen met zijn vrouw. Charlotte blijft gekwetst en woedend achter. Maar als ze elkaar zien, is hun chemie onmiskenbaar.
Hoewel Queen Charlotte een fictief televisiedrama is, zijn de hoofdpersonen wel degelijk gebaseerd op twee echte historische vorsten: koning George III, die van 1760 tot 1820 over het Verenigd Koninkrijk regeerde, en zijn vrouw koningin Charlotte. Wat is het echte verhaal achter hun romance?
Zoektocht naar een vrouw
Toen een ongetrouwde koning George III in 1760 op 22-jarige leeftijd de troon besteeg, werd het vinden van een vrouw een onmiddellijke prioriteit om het geslacht van zijn familie veilig te stellen. Dat was gemakkelijker gezegd dan gedaan. Ten eerste moest elke potentiële vrouw van adellijke afkomst zijn. Vervolgens moest ze protestants zijn, want George stond aan het hoofd van de Anglicaanse Kerk. (Dit sloot de adel in katholiek Frankrijk of Spanje uit.)
Elke week onze beste artikelen in je inbox? Schrijf je hier in voor de Vogue-nieuwsbrief.
Er moest ook een politiek argument zijn voor het huwelijk: volgens auteur Janice Hadlow van A Royal Experiment: The Private Life of King George III vonden adviseurs geen reden voor George om bijvoorbeeld met iemand uit Nederland of Denemarken te trouwen, omdat zijn broers en zussen al echtgenoten uit die streken hadden. Ten slotte was er zijn temperament: George was een intellectueel nieuwsgierige maar gereserveerde man en wilde geen vrouw die veel onderhoud behoefde of een eigen agenda had. (George’s moeder Caroline oefende veel invloed uit – iets wat hij in zijn eigen huwelijk wilde vermijden.) “George had een heel duidelijk idee van het soort vrouw dat hij zocht: hij hoopte een metgezel te vinden die zijn visie van een moreel vernieuwde monarchie zou delen”, schrijft Hadlow.
De romance van koningin Charlotte en koning George
Na veel zoeken vond hij de perfecte partner: de 17-jarige prinses Charlotte van Mecklenburg-Strelitz, afkomstig uit een landelijke streek in Duitsland. “Jong, onervaren en ongeschoold in de manieren van het hof of de politiek, kwam haar naïviteit naar voren… als haar aantrekkelijkste kwaliteit, een verleidelijke lege pagina voor een man om op te schrijven”, herinnert Hadlow zich. (Hoewel dat niet wil zeggen dat Charlotte compleet naïef was: de tiener was goed opgeleid, leergierig en intellectueel nieuwsgierig). Op 17 augustus 1761 vertrok Charlotte naar Engeland. Ze arriveerde op 8 september en de twee trouwden zes uur later.
Het bleek dat ze opmerkelijk goed bij elkaar pasten: ze hadden allebei een passie voor muziek (waar Charlotte al vroeg in haar regeerperiode een opmerkelijke smaak voor had: ze ontdekte Mozart op 8-jarige leeftijd en nodigde hem uit voor een optreden in Londen). Ze deelden een passie voor het platteland, waarbij George een grote belangstelling had voor landbouw en Charlotte voor plantkunde. Beiden streefden ook naar een relatief privéleven en brachten veel van hun tijd door in Kew Palace buiten Londen.
Brieven tussen de twee tonen een liefdevol, tevreden stel: “Ik ben op dit moment zeer gelukkig gemaakt met uw zeer hartelijke en vriendelijke brief, waarvoor ik geen woorden heb om mijn vreugde en geluk uit te drukken, maar ik kan met grote waarheid zeggen dat hoewel mijn pen mijn gevoel niet kan uitdrukken, mijn hart het diepst voelt”, schreef Charlotte in 1797, drie decennia na hun huwelijk. De twee baarden uiteindelijk samen 15 kinderen.
‘Waanzinnige’ koning
Er was echter een droevig probleem met hun verbintenis: de zogenaamde waanzin van koning George. ‘Waanzin’ is een ouderwetse overkoepelende term voor een aandoening waar de medische wereld in de jaren 1700 geen woorden voor had. Historici geloven tegenwoordig dat George waarschijnlijk leed aan een bipolaire stoornis en chronische manie – mogelijk verergerd door de door zijn arts voorgeschreven behandeling met arsenicum. Tijdens zijn bewind zijn er gedocumenteerde historische verslagen van tenminste vijf episodes.