Sarah Gurt is de oprichter van Freedom Moses, een merk dat waterproof sandalen van eco-pcu biedt in alle kleuren van de regenboog. Wij spraken de Frans-Israëlische ontwerper in Antwerpen over het belang van lekker rondlopen én er ook nog goed uitzien. En: waarom blijven die ugly shoes toch eindeloos populair?
Sarah Gurt van Freedom Moses
“I’ve been around”, zegt ze zelf. En inderdaad: Sarah Gurt is een wereldburger en bovendien schoenontwerper met een enorme staat van dienst. Toch is dit interview het állereerste dat ze ooit gaf over haar eigen merk Freedom Moses, dat inmiddels populair is over de hele wereld: van Australië tot de Filippijnen en Nederland.
Sarah werd geboren in Parijs, waar ze tot haar twaalfde woonde. Vervolgens verhuisde ze met haar familie naar Tel Aviv, om als student terug te verhuizen naar Europa. Daar studeerde ze knitwear aan de gerenomeerde mode-academie Central St. Martins in Londen. “Tijdens die studie ontdekte ik dat ik eigenlijk schoenen wilde maken.”
Van Mugler naar sandalen
Na haar studie verhuisde de goedlachse Sarah in 2001 naar Amerika. “Ik werkte bij Chinese Laundry, een oud Amerikaans merk. Daar leerde ik alles over ontwerpen en productie. Erna werkte ik bij Mugler en Oscar de la Renta in New York, rond 2007. De la Renta ontmoeten was een van de hoogtepunten in mijn leven.” Bij deze merken ontwierp ze naar eigen zeggen echt ‘modeschoenen’, met hoge hakken. Na een decennium ging ze terug naar Israël, waar ze haar eigen label startte met, om te beginnen, sandalen: Freedom Moses.
De sandalen werden een wereldwijde hit en dit najaar brengt ze een nieuwe schoen uit: de Kush. Alles wat ze eerder bij andere merken leerde, combineert Sarah bij Freedom Moses met haar eigen behoeftes in haar hernieuwde bestaan. Denk: een duurzame, innovatieve productiemethode en veel kleuren, maar dan wel comfortabel en geschikt voor het strand. Extra fun fact: het gegoten materiaal ruikt naar melk en honing. Sarah legt zelf even uit hoe ze op de sandalen kwam én waarom we er allemaal zo dol op blijven.

New York en Tel Aviv
Wat trekt je zo aan in schoenen ontwerpen?
“Ik wist altijd al dat ik mode-ontwerper wilde worden en was zo blij dat ik werd aangenomen op Central St. Martins. Maar knitwear bleek niks voor mij. Schoenen daarentegen boeien me oneindig. Ze zijn sculpturaal, als een klein beeldhouwwerk. Je kan eindeloos met de 3D-vorm spelen.”
Maar schoenen moeten, behalve kunstwerken, toch ook juist draagbaar zijn?
“Zeker! Totdat ik Freedom Moses begon, waren alle schoenen die ik ontwierp echt fashion, met hoge hakken. Minder praktisch. Toen ik vanuit Amerika terugverhuisde naar Tel Aviv, had ik eigenlijk niet gedacht weer iets met schoenen te gaan doen. Maar dit idee van Freedom Moses zat al jaren ergens in mijn hoofd. Ik moest alleen de moed verzamelen een eigen merk te starten.”
Wat zorgde er voor dat je het van dat high fashion New York-leven op hoge hakken, aandurfde een eigen merk te starten met sandalen?
“Juist mijn nieuwe leven in Tel Aviv gaf het laatste zetje. In Israël speelt een deel van mijn leven zich af aan het strand. Dan draag je geen hakken meer. Ik had zelf behoefte aan schoenen die bij die nieuwe levensstijl passen. En ik had het idee dat meer mensen schoenen willen die dit uitstralen: positiviteit, lichtheid, vrijheid en frisse kleuren. Dat is Freedom Moses.”