zangeres-sinead-oconnor-op-56-jarige-leeftijd-overleden-263033
©Getty Images

Sinéad O’Connor is woensdag 26 juli op 56-jarige leeftijd overleden, zo bevestigt onder meer The Irish Times. De zangeres, die eind jaren tachtig en begin jaren negentig grote bekendheid verwierf, had een tumultueus leven en was het onderwerp van veel controverses. Ze stopte echter nooit met muziek maken en bracht in de loop van haar carrière maar liefst tien albums uit.

Sinéad O’Connor overleden

De Ierse zangeres is woensdag overleden, zo stellen verschillende media. Over de doodsoorzaak is nog niets bekendgemaakt. Sinéad O’Connors familie bracht wel een statement uit via de Ierse omroep RTÉ: “Met groot verdriet maken we het overlijden van onze geliefde Sinéad bekend. Haar familie en vrienden zijn er kapot van en vragen om privacy in deze moeilijke tijd.”

O’Connor werd in 1966 geboren in Dublin. In haar tienerjaren kwam ze in de problemen door winkeldiefstal en als gevolg daarvan bracht ze enige tijd door in een ’trainingscentrum’ geleid door katholieke nonnen – een plek die, enigszins verrassend, haar muzikale talent zou kunnen hebben aangewakkerd.

Icoon in de muziek

O’Connors debuutalbum The Lion and Cobra, waar ze als tiener aan begon te werken, werd uitgebracht in 1987. Als reactie op een platenbaas die haar destijds vertelde dat ze zich vrouwelijker moest kleden, schoor ze haar hoofd kaal – een kapsel dat een van haar karakteristieke kenmerken zou worden. Ze verdiende dat jaar een Grammy-nominatie voor beste vrouwelijke rockvocal.

Elke week onze beste artikelen in je inbox? Schrijf je hier in voor de Vogue-nieuwsbrief.

Haar tweede album bevatte de single Nothing Compares 2 U (geschreven door Prince) en kwam uit in 1990. Dat nummer greep de wereld bij de keel en kondigde O’Connor aan als ‘een jonge Ierse ster met een buitenaardse stem, een kaalgeschoren hoofd en punkenergie, boordevol woede en onschuld met grote ogen’, zoals Taylor Antrim vorig jaar schreef in de Britse Vogue. Latere albums, Am I Not Your Girl? (1992) en Universal Mother (1994), werden beide gouden platen in het Verenigd Koninkrijk.

Sinéad O’Connors activisme

In 1992 verscheurde O’Connor een foto van paus Johannes Paulus II tijdens Saturday Night Live als onderdeel van een protest tegen kindermisbruik binnen de katholieke kerk. De Britse pers reageerde fel hierop. Tijdens een volgende optreden bij SNL hield Joe Pesci een foto van de paus omhoog onder groot applaus. In een bestseller die in 2021 verscheen, presenteerde O’Connor het verhaal echter anders: “Ik heb het gevoel dat het hebben van een nummer 1-plaat mijn carrière heeft laten ontsporen, en dat mijn verscheuren van de foto me weer op het juiste spoor heeft gezet.”

De tekst gaat verder onder de afbeelding.

Op het podium tijdens de Grammy Awards in 1989.
©Getty Images

In en uit de muziekindustrie

In de drie decennia die volgden bleef ze muziek uitbrengen, waarbij ze op verschillende momenten samenwerkte met verschillende artiesten. Voor het album Collaborations uit 2005 werkte ze samen met artiesten als Massive Attack, Peter Gabriel, U2 en Moby.

In 2021 kondigde ze op Twitter aan dat ze zich terugtrok uit de muziekindustrie na een interview op BBC’s Women’s Hour, waarin ze zich slecht behandeld voelde en waar van haar gevraagd werd dat ze over dingen sprak die pijnlijk voor haar waren. Dagen later trok ze de verklaring in. Ze herhaalde toen dat ze van plan was om haar 2022 tourdata te houden. Maar toen haar zoon Shane later dat jaar zelfmoord pleegde, annuleerde ze de tournee alsnog. O’Connor worstelde zelf met geestelijke gezondheidsproblemen en verbleef meerdere jaren in en uit psychiatrische instellingen.

Pionier

Veel van de controverses die O’Connors persaandacht domineerden, kunnen vandaag de dag in een ander licht worden gezien. Vanwege de nu wijdverspreide erkenning van misbruik binnen de katholieke kerk, bijvoorbeeld, lijkt haar protest tegen de paus niet meer zo schokkend als het toen was. En ook is er een groter bewustzijn van de obstakels waar ze tegen op moest boksen als jonge vrouwelijke muzikant waardoor ze in veel opzichten een ware pionier was.

Of zoals Taylor Antrim vorig jaar schreef, in een interview met Kathryn Ferguson, de regisseur van de documentaire Nothing Compares, over het leven van de zangeres: “Ierland was in de jaren zeventig en tachtig een grimmige plek, vooral voor vrouwen. De film toont middels een overtuigend feministisch argument dat Sinéad nu vereerd zou worden omdat ze moedig was en boos sprak over misstanden in de katholieke kerk en raciale rechtvaardigheid.” Ferguson, die O’Connor in 2019 interviewde voor de film, maakte een soortgelijk punt en onderstreepte de ideologische consistentie van de zangeres. “De dingen die ze eind jaren tachtig en begin jaren negentig zei, zijn precies wat ze de afgelopen dertig jaar heeft gezegd. Ze is altijd rotsvast geweest in wat ze geloofde.”

‘Ik ben geen popster’

Wat voor gevoel van wispelturigheid ze ook uitstraalde, er was een soort emotionele eerlijkheid in de manier waarop ze zichzelf aan de wereld presenteerde. “Ik ben geen popster”, schreef ze in haar memoires. “Ik ben gewoon een getroebleerde ziel die af en toe in de microfoon moet schreeuwen.”

Dit artikel is oorspronkelijk gepubliceerd door Vogue UK.