Lab grown diamanten: je hebt er misschien weleens van gehoord. Deze in laboratoria gemaakte diamanten zouden qua kwaliteit niet onderdoen voor ‘echte’, natuurlijke diamanten. Wel zijn ze veel betaalbaarder én duurzamer. Hoe kan dat? Hoe worden lab grown diamanten gemaakt? En klinkt het allemaal niet een beetje te goed om waar te zijn? We vragen het twee experts die werken met lab grown diamonds.
Lab grown diamonds
Nicole Domp Frank is art director bij Blush, een Nederlands sieradenhuis dat werkt met goud en ‘echte’ diamanten, maar inmiddels ook met lab grown diamonds. Ook Anne-Fleur Simons van Oro Jewels koos ervoor om, naast natuurlijke, met in een laboratorium gekweekte diamanten te werken. Waarom, dat vertellen we zo.
Maar eerst: wat zijn lab grown diamanten precies? Bij gebrek aan een goede Nederlandse term houden we de Engelse benaming aan, die goed aangeeft hoe lab grown diamanten worden gemaakt – in een laboratorium, dus. Het proces start met een klein ‘diamantzaadje’. Dit kan een klein stukje van een ‘echte’ diamant zijn, of een klein stukje pure koolstof.
Elke week onze beste artikelen in je inbox? Schrijf je hier in voor de Vogue-nieuwsbrief.
Dit kleine stukje kan vervolgens op twee manieren tot een grote lab grown diamant worden ontwikkeld: via High Pressure High Temperature (HPHT) of Chemical Vapour Disposition (CVD). Via die eerste optie wordt het diamantzaadje in een machine gestopt die de extreme hitte en druk nabootst die in de aardkorst voorkomt waarbij natuurlijke diamanten gevormd worden. Via CVD wordt het diamantzaadje in een vacuümdichte kamer geplaatst. Daarin zitten koolstofrijke gassen, zoals methaan en waterstof. Stralen zorgen ervoor – net zoals in een magnetron – dat de gasmoleculen afbreken tot koolstofatomen, die zich vervolgens laag voor laag op het zaad afzetten om een nieuwe, grotere diamant te vormen. Dit proces bootst dus de natuurlijke diamantvorming op moleculair niveau na.
Het verschil met natuurlijke diamanten
Als het kleine stukje via een van deze methodes is uitgegroeid tot een lab grown diamant (wat een paar weken duurt) wordt hij met polijsttechnieken in vorm geslepen, net als bij een natuurlijke diamant. Vervolgens wordt de lab grown diamant door experts beoordeeld op dezelfde manier als reguliere diamanten. Dat gebeurt via de 4 C’s: cut, colour, clarity en carat. Oftewel: slijpvorm, kleur, zuiverheid en karaat. De aflevering Diamonds uit seizoen 2 van de podcastserie Articles of Interest van Avery Trufelman (sowieso een aanrader voor modeliefhebbers) legt goed uit hoe lab grown diamanten gemaakt worden.
Nicole Domp Frank vertelt wat het verschil is tussen lab grown diamanten en natuurlijke diamanten: “Eigenlijk alleen de herkomst. Net als natuurlijke diamanten behouden lab grown diamanten op de lange termijn hun schittering. Met het blote oog, een loep of een microscoop is er ook geen verschil te zien. Alleen met heel specialistische apparatuur kan door de bewegingen in de vorming van de diamanten worden vastgesteld of een diamant lab grown is.”
Sterker nog: zelfs een expert kan soms niet goed zien of een diamant natuurlijk of in een lab gegroeid is. Ook lab grown diamanten zijn namelijk allemaal uniek.
De tekst gaat verder onder de afbeelding.



