Doordat we twee jaar in een pandemie zaten en de omikron-variant het land overspoelde, hebben meer mensen dan ooit last van een burn-out. En dan te bedenken dat het ook nog winter is. Lage temperaturen en gebrek aan zonneschijn zorgen onvermijdelijk voor de nodige somberheid. Het moge duidelijk zijn: we’re burnt out on being burnt out.
Burn-out 2.0
Van het onmisbare zorgpersoneel dat zich bleef inzetten tijdens de pandemie tot thuiswerkers, de burn-out neemt overal epidemische proporties aan. Volgens een nieuw onderzoek van de American Psychological Association bereikt de burn-out in alle beroepen een hoogtepunt. 79% Van de werknemers ervoer werkgerelateerde stress in de maand voorafgaand aan het onderzoek.
Bijna drie op de vijf werknemers gaf aan last te hebben van negatieve gevolgen van werkgerelateerde stress, waaronder gebrek aan interesse, motivatie of energie. 36% Meldde cognitieve vermoeidheid, 32% emotionele uitputting en 44% fysieke vermoeidheid, een stijging van 38% sinds 2019.
De realiteit is dat er geen snelle oplossing is voor een burn-out. Zeker niet voor de extreme vorm die zoveel mensen nu meemaken. Met de winterblues in het achterhoofd, is het een goed moment onze persoonlijke werkwijze en plannen te heroverwegen. Wij vroegen experts wat een burn-out precies is, hoe je die het beste kunt behandelen en hoe je uiteindelijk je kijk op de wereld en jezelf kunt veranderen.
Wat is een burn-out?
Het ‘beroepsfenomeen’ burn-out, zoals de Wereldgezondheidsorganisatie het noemt, wordt beschouwd als een aandoening die het gevolg is van chronische stress op het werk. “Oorspronkelijk werd gedacht dat het specifiek voorkwam in de zorg, maar tegenwoordig wordt het in de meeste sectoren erkend als een ernstige beroepsgerelateerde gezondheidstoestand”, legt Anna Katharina Schaffner, cultuurhistoricus en auteur van Exhaustion: A History, uit.
Er zijn echter bepaalde groepen die vatbaarder zijn voor een burn-out. Leraren en zorgmedewerkers bijvoorbeeld, voor wie het krijgen van een burn-out altijd al een beroepsrisico is geweest. Een risico dat alleen maar is verergerd door de COVID-19 pandemie. “Een burn-out is heel verraderlijk en kan ons besluipen als we de kaars aan beide kanten laten branden voor een langere tijd”, vertelt Bryan Robinson, psychotherapeut en auteur van #Chill: Turn Off Your Job and Turn On Your Life.
Hij benadrukt dat een burn-out weliswaar een vorm van stress is, maar dat het belangrijk is om het onderscheid tussen de twee te kennen. “Je kunt herstellen van stress met bepaalde managementtechnieken, een burn-out is van een totaal ander kaliber. Dat is het resultaat van cumulatieve stress die niet is gemanaged”, vervolgt hij. “Als een burn-out je eenmaal in zijn greep heeft, is het niet te genezen door een lange vakantie te nemen, het rustiger aan te doen of minder uren te gaan werken.”
Wat zijn de symptomen?
Simpel gezegd komen de belangrijkste symptomen van een burn-out neer op een diepe soort vermoeidheid die niet te genezen is door rust. Deze permanente staat van uitputting kan flinke gevolgen hebben. “Vaak gaat het gepaard met een zeer negatieve beoordeling van onze prestaties, vaardigheden, efficiëntie en de waarde van ons werk.
Ook zijn er soms gevoelens van wrok tegen mensen met wie we werken. Of dat nu collega’s, klanten of organisaties zijn”, legt Schaffner uit. “Als we in een staat van burn-out verkeren, kunnen we last hebben van concentratieproblemen. We zijn sneller geneigd van alles uit te stellen en afleiding te zoeken. We kunnen zelfs een echte zenuwinzinking krijgen, en daardoor niet meer functioneren op het werk.”
Wat is de invloed van de pandemie op stress?
Het hoeft geen uitgebreid betoog om te stellen dat de pandemie een dramatisch effect heeft op het beroepsleven. “Als we vanuit huis werken, vervaagt de grens tussen privéleven en werk”, legt Schaffner uit. “De grens tussen werk en privé wordt niet langer gemarkeerd door het veranderen van locatie. Hierdoor kan werk veel makkelijker en grenzeloos doorsijpelen in ons leven.”
“Door het isolement van de pandemie waren mensen afgesneden van vrienden en steunsystemen”, zegt Robinson. “Ze konden videobellen, maar na een hele dag op het scherm, is nog meer schermtijd niet aantrekkelijk. Samen met de angst om ziek te worden of de bezorgdheid dat kinderen achterop raken op school is het geen wonder dat de zaken er dramatisch slechter voorstaan”, benadrukt hij.