Tijdens Copenhagen Fashion Week spotten we een onverwacht silhouet in de schijnwerpers. Zowel bij Birrot als bij Nicklas Skovgaard en The Garment spotten we de harembroek. Of ballonbroek, zo je wil. Meerdere modellen verschenen op de catwalk in volumineuze, laaghangende broeken die deden denken aan de boho-dagen van de jaren 2000, maar dan met een moderne, minimalistische twist. En nu weet ik het zeker: ik ben fan.
Harembroek
Want eerlijk is eerlijk: toen ik voor het eerst hoorde dat de harembroek bezig is aan een comeback, dacht ik precies wat jij waarschijnlijk nu denkt: nee. Absoluut niet. It’s a no from me. Beelden van laaghangende kruisbroeken uit het Y2K-tijdperk flitsten voorbij (gecombineerd met franjes, leren armbanden en andere boho-chic trauma’s). Maar de nieuwe generatie harembroeken – zoals gezien bij Birrot – bewijst dat het anders kan.
Elke week onze beste artikelen in je inbox? Schrijf je hier in voor de Vogue-nieuwsbrief.
Voor wie even een geheugensteuntje nodig heeft: een harembroek is een broek met een extreem lage kruisnaad, veel volume rond de heupen en dijen, en smal toelopende pijpen bij de enkels. De enkels worden meestal bij elkaar gehouden met een elastiek of touwtje. Door de losse pasvorm wordt de broek ook wel een ballonbroek of pofbroek genoemd. De oorsprong van deze broek ligt in traditionele Midden-Oosterse en Zuid-Aziatische kledingstijlen (zoals de sarouel), maar in de westerse mode werd het silhouet vooral populair tijdens de boho-golf van de jaren 2000 en 2010. En nu maakt deze opvallende broek opnieuw z’n intrede in het modebeeld.
Minimalistische comeback
We zien de harembroek steeds vaker terug op straat én op de catwalk, maar dan wel in een compleet nieuw jasje. Net zoals andere boho-trends een chique make-over kregen, komt ook de ballonbroek nu met een high fashion twist. Denk: sculpturaal volume, minimalistische kleuren en een silhouet dat balanceert tussen een tulpenrok en een trainingsbroek.
De tekst gaat verder onder de afbeeldingen.

We zagen deze stijlvolle versie overigens niet als eerst in Kopenhagen; eerder spotten we ‘m al in eigen land, bij het Amsterdamse merk Reyèm. Geen broeken met olifantenprint erop, dus. De nieuwste versies zijn daarnaast niet alleen gemaakt van stretchy viscose – we zien ze ook in stevigere stoffen die de vorm goed behouden, zoals de geplooide variant van Loewe. Dus ja, ik geef het toe: ik ben om.
De tekst gaat verder onder de afbeelding.
View this post on Instagram





