Vlak na het interview appt Stijn de Vries (27): hij en Talisia Misiedjan (35) staan na ons gesprek op de Vogue-redactie in het centrum van Amsterdam buiten na te praten als een passerende jongen ‘flikker’ naar hem snauwt. ‘De timing!’ stuurt De Vries. Inderdaad: we hebben het net urenlang gehad over de stand van zaken in de maatschappij, waarbij De Vries en Misiedjan tal van heftige persoonlijke ervaringen met racisme en homofobie hebben gedeeld. En we hebben zo ons best gedaan om het gesprek met een positieve noot te eindigen. Dat is dankzij deze jongeman mislukt. Een wrange, maar veelzeggende plottwist.
Stijn de Vries en Talisia Misiedjan
Een uur daarvoor vertelde De Vries over een eerder bezoek aan de redactie, waarbij hij een spijkerrok droeg. Als je die als man op één plek in Nederland ongestoord verwacht te kunnen dragen, is dat het centrum van onze hoofdstad. “Maar er werd onderweg meermaals naar me omgekeken en gewezen. Mensen tikten elkaar aan: moet je dat nou zien. Op sommige dagen heb ik daar geen zin meer in. Na de middelbare school durfde ik meer en meer aan te trekken wat ik zelf wil. Maar de laatste maanden merk ik dat ik daar niet altijd nog de kracht voor kan opbrengen. Nu kies ik mijn momenten. Ik wil héél graag aan anderen laten zien dat je jezelf mag en kúnt zijn. Maar ik ben inmiddels acht keer geweigerd door Uber-chauffeurs en krijg zowel online als op straat opmerkingen en scheldwoorden toegeworpen. Daardoor merk ik – hoe stevig ik ook in mijn schoenen sta – dat ik soms liever voor de simpele weg kies.”
Via deze link meld je je aan bij ons nieuwe Instagram Channel Before it’s in Vogue
De ervaringen van De Vries zijn schrijnend, toch valt zijn mond geregeld open wanneer Misiedjan háár verhalen vertelt. De twee kennen elkaar goed: De Vries tekende bij managementbureau A Million Faces, waarvan Misiedjan mede-eigenaar is. Vandaag zitten ze hier niet als collega’s, maar als vrienden en mediamakers die zich inzetten voor mensenrechten en tegen discriminatie.
Uitspreken tegen onrecht
Op social media spreken beiden zich uit tegen racisme, seksisme, homofobie en ander onrecht. De Vries is in zijn Vogue-columns openhartig over zijn ervaringen als homoseksuele man; in zijn debuutroman Als de zon valt schetst hij een invoelbaar beeld van wat in de kast zitten kan doen met de mentale gezondheid van – in dit geval – tienerjongens. Misiedjan maakte eerder dit jaar indruk met een voorgedragen column in de podcast Kroegpraat van Liesbeth Rasker, waarin zij – vijf jaar na de Black Lives Matter-protesten naar aanleiding van de dood van George Floyd – opriep racisme te durven benoemen en vooral niet te bagatelliseren.
“Racisme is zo’n gigantisch onderwerp. We hebben ons er allemaal een keer schuldig aan gemaakt. Dat gegeven vinden mensen volgens mij zo pijnlijk dat ze het liever verzachten of wegwuiven dan onder ogen zien. Dan roepen ze dingen als: zo erg is het toch niet. Of: ik ben wit en dit-of-dit overkomt mij ook. Maar de harde realiteit is dat de wereld anders reageert op mensen van kleur dan op witte mensen. Sommigen zeggen: ‘Als we racisme blijven benoemen, dan blijft het altijd bestaan.’ Het is juist andersom. Als we doen alsof het niet bestaat, zullen we het nooit veranderen.”