waarom-navulbare-verpakkingen-de-oplossing-zijn-voor-een-duurzamere-beauty-industrie-229198
©KWABENA APPIAH-NTI, VOGUE NEDERLAND, JUNI 2022

Wie milieubewust wil leven om zo ‘de natuur te redden’ maakt doorgaans een aantal keuzes die samen neerkomen op één belangrijk concept: minder, minder, minder. Lees: minder vliegen, minder consumeren, minder water verspillen en vooral meer recyclen, dat de afgelopen jaren het toverwoord lijkt geworden voor alle milieuprobleem-gerelateerde oplossingen. Ook in de beauty-industrie, waar er zeker winst lijkt te behalen op het gebied van duurzaamheid.

Navullen maar 

Het gezaghebbende Zero Waste Europe, een Europees samenwerkingsverband met als doel het elimineren van afval, schat dat er jaarlijks zo’n honderdtwintig miljard verpakkingen worden geproduceerd voor beautyproducten, al dan niet in de luxecategorie. Waar moeten al die lege verpakkingen heen? Naar overvolle landfills (stortplaatsen). Klein probleem: stortplaatsen bevatten grote hoeveelheden stoffen die schadelijk zijn voor het milieu, doordat giftige chemicaliën uit kunststoffen vrijkomen als ze afbreken. Dat is dus wachten op de volgende natuurramp. 

Het goede nieuws? Het LCA Center, een onafhankelijk onderzoeksinstituut opgericht door verpakkingsbedrijf Royal Paardekooper en de milieu-ngo Natuur & Milieu, stelt vast dat als al onze beautyproducten navulbaar zouden zijn, bijna 70 procent van de CO2-uitstoot veroorzaakt door de cosmetica-industrie, kan worden geëlimineerd. Dat klinkt als een gigantische impact, waar ook luxemerken steeds bewuster van worden. Zo lanceerde Hermès in 2020 Rouge Hermès, een collectie van veertien ‘satijnen’ en tien matte lipsticks waarvan de houders eindeloos na te vullen zijn – voor de helft van de prijs. 

Luxeproblemen

Een van de meest traditionele merken in het luxe beautylandschap, Chanel, kwam begin dit jaar met een duurzame beautylijn onder de naam N°1 de Chanel. Volgens het merk is elk aspect van het productieproces van deze lijn milieuvriendelijk. Hoe dat zit? De lijn bestaat voor 97 procent uit natuurlijke ingrediënten, 80 procent van de verpakking is gemaakt van recyclebaar glas (en is 30 procent lichter) en de inkt op de verpakking is biologisch. In het hart van de lijn vind je Chanels rode camelia, waarvan het extract een actieve werking heeft in de eerste fase van het huidverouderingsproces en vroegtijdige huidveroudering voorkomt. Bovendien worden de zaadschillen van de bloem in de verpakking hergebruikt.

Rijst de vraag, waarom kwamen luxe beautymerken hier niet eerder mee, want is het nou echt zo moeilijk om groen te doen? Caroline Negre, International Sustainability & Scientific Director bij YSL Beauté legt uit: “Duurzaamheid toepassen is als groot merk complex. De lastigste factor in het ontwikkelen van duurzame producten is tijd. We hebben een groot assortiment aan producten, dus je zult eerst je impact als merk in totaal moeten weten, zodat je voor elke formule en elk product de juiste ecovriendelijke route kunt uitstippelen. Dit goed doen, kost enorm veel tijd. Daarnaast bestaat de technologie die we nodig hebben nog niet altijd en soms is de consument – hoe gek dit ook klinkt – simpelweg nog niet klaar voor de innovatie. Dit samen kan het proces als het gaat om duurzaamheid enorm vertragen.”

Duurzaamheidsstappenteller 

De verpakkingen van high end-beautyproducten lijken dus het grootste probleem, als het om duurzaamheid gaat. Met name omdat recyclingcentra de meeste tubes en lege potten crème nu eenmaal niet kunnen verwerken. De oplossing tot zover vindt de luxe beauty-industrie voornamelijk in navulbare producten. Kirsten Kjaer Weis was zich hier in 2010 al van bewust, toen zij haar gelijknamige make-upmerk oprichtte. Ze zag, toen ze nog als visagist werkte, met lede ogen de enorme hoeveelheid plastic aan die ze zelf weggooide. Toen ze haar merk lanceerde, gebruikte ze daarom meteen navulbare verpakkingen, van het luxe soort. 

Hoe fantastisch de oplossing navulbaarheid ook lijkt: detail is wel dat er van de consument bepaalde handelingen en extra stappen verwacht worden. Beautyrituelen vinden immers meestal plaats in de badkamer en wie scheidt daar nu afval? Zie het als een soort duurzaamheidsstappenteller. Naar de winkel gaan om je lege fles parfum bij te laten vullen, of de lege glazen fles ook daadwerkelijk naar de glasbak brengen, om maar wat te noemen. 

Duurzaamheid in de beauty-industrie

De merken van de L’Oréal Consumer Products Division (iets minder luxe, maar ongekend geliefd, waaronder L’Oréal Paris en Garnier), proberen zoveel mogelijk met de consument mee te denken als het om duurzaamheid gaat. Silvana Oudshoorn- Hoekstra, sustainability transformation leader, legt uit: “Een traditionele shampoo bestaat voor een aanzienlijk deel uit water, om de prettige vloeibare structuur te creëren die we gewend zijn. Door het water uit de producten weg te laten en shampoobars te maken en gebruiken, verbruikt niet alleen de consument, maar ook wij als bedrijf veel minder water en is het product vele malen kleiner, wat scheelt in het transport. Bovendien heb je voor een droog product geen plastic verpakking nodig. De impact is enorm.”

Een van de doelstellingen van Garnier is tegen 2025 zero virgin plastic gebruiken in de verpakkingen, om zo 40.000 ton aan virgin plastic per jaar te voorkomen. Oudshoorn-Hoekstra: “Hoe groter het merk, hoe groter de impact als het gaat om duurzaamheid, daar zijn we ons enorm van bewust. Daarnaast kijken we hoe we het de consument zo makkelijk mogelijk kunnen maken.”

Een goed voorbeeld is de nieuwe leave-in conditioner (Loving Blends No Rinse Conditioner) van Garnier. In een grotendeels kartonnen verpakking met 75 procent minder plastic dan een normale conditionerfles. “Feit is dat we korter moeten douchen. Lastig, als je je haar moet wassen en dan ook nog moet wachten tot je conditioner zijn werk gedaan heeft. Als je conditioner niet meer hoeft uit te spoelen, scheelt dat dus minuten onder de douche. Hiermee bespaar je zowel water als energie, wat weer een lagere energierekening oplevert. Kleine stappen die enorm bij elkaar optellen”, aldus Oudshoorn-Hoekstra. 

Doe maar luxe 

Maar hoe zit dat met de luxeconsument? Zijn luxe en duurzaamheid wel te verenigen? Negre: “Luxe gaat ook over savoir-faire en de tijd vooruit zijn. We krijgen steeds meer verzoeken van onze consumenten, die meer willen weten over de ingrediënten die we gebruiken en hoe we onze producten maken. Ze willen meer navulbare producten zien en de manieren waarop we dit doen worden steeds interessanter als het gaat om het combineren van luxe en duurzaamheid. Je producten goed houden, een mooie pot of fles in je badkamer en toch je ecologische voetafdruk verkleinen, wordt steeds belangrijker. 

We willen ons steeds meer op het ‘natural beauty’ vlak bewegen. Met parfum en skincare zijn we al een heel eind, maar make-up is nog steeds een uitdaging als het gaat om werkzaamheid, zintuigelijk en prestatie. Daarom werken we heel intensief met laboratoria om de manier waarop we make-up ontwikkelen te transformeren. Innovaties die petrochemie, het verwerken van petroleum, vervangen, zijn al een enorme vooruitgang. Als het gaat om luxe en duurzaamheid combineren op het gebied van verpakkingen maken we enorme sprongen. Al onze serums zijn al navulbaar, de volgende stap waar we naartoe werken zijn producten die cradle-to-cradle vervaardigd zijn, producten die zo geproduceerd zijn dat de materialen oneindig opnieuw te hergebruiken zijn. Het kost tijd, maar we gaan ervoor.”

Dit artikel is oorspronkelijk gepubliceerd in Vogue’s nieuwe novembernummer, dat nu in de winkels ligt en hier online te bestellen is.