Eline Cordie is freelancejournalist en scenarioschrijver. Momenteel werkt ze aan meerdere projecten, waaronder een tv-serie en een speelfilm. Ze woont in Amsterdam-Noord met haar gezin. Voor Vogue.nl ontleedt ze verschillende media. Dit keer duikt ze in de serie Queen Charlotte: A Bridgerton Story, want waarom kijken we eigenlijk zo graag naar kostuumdrama’s?
Niks zo heerlijk als wegzwijmelen bij een fijn kostuumdrama. Hoewel deze voorheen soms lichtelijk problematisch of vooral mierzoet waren (Kaiserin Sisi, anyone?) zijn de hedendaagse benaderingen (zoals Queen Charlotte: A Bridgerton Story) een stuk frisser en moderner. Waar zit ‘m dat precies in? En waarom kijken we eigenlijk zo graag naar kostuumdrama’s?
‘Queen Charlotte’ anders dan andere kostuumdrama’s
Bekentenis: ik heb een zwak voor kostuumdrama’s vol romantische intriges uit vervlogen tijden. Als vrouw zat je een paar eeuwen geleden meestal behoorlijk knel. Niet alleen in een baleinen corset, maar in een keurslijf die vrouwen weinig anders liet doen dan kinderen baren, borduurwerkjes maken en de pianoforte bespelen.
Elke week onze beste artikelen in je inbox? Schrijf je hier in voor de Vogue-nieuwsbrief.
In een van mijn favorieten, de Jane Austen-filmbewerking Sense and Sensibility (geregisseerd door Ang Lee), zijn de alleenstaande zussen Dashwood dan ook de spreekwoordelijke Sjaak als hun vader overlijdt. De erfenis die hij achterlaat mag alleen nagelaten worden aan zoons. Dus is het zaak dat de zussen zo snel mogelijk trouwen, omdat ze zelf niet in hun levensonderhoud kunnen voorzien.
Al snel verschijnen er twee prinsen op het witte paard ten tonele en komt alles toch nog goed. Noem me ouderwets, maar die overzichtelijkheid vind ik heerlijk op z’n tijd (in fictie dan). Niks geen onafhankelijkheid, combinatie werk/gezin en alle beslommeringen die daarbij horen. Gewoon geduldig afwachten tot je gered wordt door een knakker in Rococo-rokkostuum. Eind goed, al goed.
Aantrekkingskracht kostuumdrama’s
We kunnen gerust stellen dat ik niet de enige ben met een zwak voor het kostuumdrama. In 1939 ging de allereerste in première in de Verenigde Staten: Gone with the Wind. Dat was zo’n succes dat zo’n 300.000 mensen zich verzamelden om een glimp op te vangen van de sterren uit de film. Met het enorme succes van de serie Bridgerton en de prequel Queen Charlotte is er één ding zeker: we hebben er onze buik nog lang niet van vol.
Hoe komt dat toch? Een grote factor is dat we het verleden, in het geval van Queen Charlotte de Regency-periode (1811-1820), maar wat graag romantiseren en vereenvoudigen. We focussen ons liever op de glamour, de jurken en de juwelen dan, ik noem maar wat, het feit dat veel mensen in die tijd bezweken aan de mazelen of tyfus. Of dat men vòòr de Franse Revolutie maar één keer in de paar maanden in bad ging – de stank moet niet te harden geweest zijn – iets waar King George (de man van Queen Charlotte) overigens verandering in bracht.
De beste man hield van dagelijks badderen en de elite volgde al snel zijn voorbeeld. Terugkijkend op een film als Gone with the Wind is deze behoorlijk problematisch in zijn nostalgische benadering van de Confederatie. Oftewel de zuidelijke staten van Amerika die zich destijds hadden afgescheiden van de rest van het land en de slavenarbeid in stand hielden. Kostuumdrama’s geven ons de kans even te ontsnappen aan onze complexe, moderne levens. Wat op zich helemaal prima is, zolang we ons maar realiseren dat de gefictionaliseerde versie niet de realiteit was.