raven-van-dorst-mijn-vriendinnen-wilden-kurt-cobain-als-vriend-ik-wilde-hem-zijn-368906
©Karen Rosetzsky, Vogue Nederland, oktober 2025

Een uitgelaten Raven van Dorst (40) komt de fotostudio in Amsterdam binnen – op verzoek van Vogue mét gitaar. Een felrood, glimmend exemplaar. “Mooi is ie, hè?” Van Dorst houdt eigenlijk niet van fotoshoots. “Maar de make-up wordt niet heftig.” En dan, grappend: “Je moet op foto’s gewoon chagrijnig en verveeld kijken, en dat kan ik goed, want dat is voor mij heel naturel. Plus: ik ben gaar van het weekend, dus ik sta er waarschijnlijk wel zwoel op.”

Raven van Dorst

Van Dorst heeft twee banen tegelijk. Die van televisiemaker, van de succesvolle tv-programma’s Boerderij van Dorst, Nachtdieren en, recentelijk, Parels voor de Zwijnen, dat door NRC het beste tv-programma van het jaar werd genoemd. En die van muzikant bij de band Dool, met wie Van Dorst al tien jaar wereldwijd optreedt. Een druk, chaotisch bestaan, met weinig vrije weekenden. Een verhuizing – van Rotterdam naar een boerderij op het platteland – zorgde voor de nodige rust.

Via deze link meld je je aan bij ons nieuwe Instagram Channel Before it’s in Vogue

Voor het gesprek gaan we op de kleine binnenplaats van de fotostudio zitten. Van Dorst vertelt opgewekt en open, en stelt geregeld wedervragen. Een interview ziet de televisiemaker als een gesprek. Niet als een verhaal dat opgedreund moet worden. Daarbij houdt Van Dorst oog voor de omgeving, en spot al snel een kat op het schuurtje op de binnenplaats. Niet lang daarna gaat er een insect op Van Dorsts schouder zitten. Een wants, weet hen. “Er zijn honderden soorten wantsen. Dat heb ik van Middas Dekkers geleerd.” Op een boerderij wonen helpt natuurlijk ook.

Rotterdam

“Ik zeg altijd: als je mijn aderen opensnijdt, dan ruik je de haven van Rotterdam. Die regio zit zo diep in mij. Het is best een opgefokte stad, gehaast. Ik heb dat ook. Dat probeer ik eruit te krijgen, daarom ben ik er ook weggegaan. Er is een tijd geweest dat ik me heel erg thuis voelde in de stad. Dat veranderde door de coronaperiode. Ineens dacht ik: die stad, hoe goed is die eigenlijk voor me? Wat doet die met me? Met mijn hoofd? En mijn rust?”

Het platteland

“De boerderij waar ik woon, is in het oosten van het land. Meer wil ik over de locatie niet zeggen, want ik zit daar voor mijn rust. Maar het is landelijk, een beetje zoals in Boerderij van Dorst. Ja, ook de oude inrichting. Dat maakt me niks uit. Ik hoef geen hypermodern interieur; airco, vloerverwarming, dat soort bullshit. Het gaat mij niet om het huis, maar om de plek, de buitenruimte. Meestal sta ik gewoon in mijn pyjama op mijn klompen in de tuin. Uitzicht op de weilanden, schapen.”

Een moestuin

“Van tevoren wist ik niet of ik kon tuinieren, maar ik vond het belachelijk dat je in de stad woont en niet eens weet hoe bepaalde bomen heten, en wat je kunt eten van struiken. Nu weet ik dat wel, en ik vind het heel leuk. In de moestuin heb ik Chinese kool, die ga ik deze week oogsten. Verder: venkel, uien, knoflook, wortels, peterselie, tomaat, peper, basilicum, aardbeien. Ik heb nu ook een verrekijker, superchill. Dan zie ik een buizerd, een havik, uilen die graven in de tuin. We hebben ook geiten, kippen en eenden. En mijn hond Rita, die ik deel met mijn zus. Ik hou gewoon veel van dieren. Ik eet ze ook niet.”

Boerderij van Dorst

“Die met Maxim Hartman en Hanneke Groenteman was misschien wel mijn favoriete aflevering. We hadden een soort leuke driehoeksconnectie met elkaar. Dat was fantastisch en fijn. Je zag het ook terug. Ik breng veel tijd door met de gasten op de boerderij. Anderhalve dag. Ze blijven ook logeren. Dus je vraagt wel veel van iemand. De gasten vertellen veel over hun privéleven. Dat kost energie. Maar ik ben blij als het niet te veel over koetjes en kalfjes gaat. Want dat is het idee achter het programma: we hebben allemaal een beetje dezelfde issues. Of je nou bekend bent, of niet.”

Nep

“Het blijft televisie. Er is heel veel spontaan, zeker weten. Ik denk ook niet dat de productie, de voorbereiding door de redactie, iets afdoet aan het eindresultaat. Alsof je dan valsspeelt, maar dat is helemaal niet zo. Je wil een mooie aflevering maken waarin je mooie onderwerpen kunt aansnijden. De emoties en de ontmoetingen zijn echt. Mensen denken vaak dat Nachtdieren in één nacht is gefilmd. Terwijl we drie, vier nachten onderweg zijn. Het is onmogelijk om zoiets in één nacht te doen. De leukste dingen halen we eruit. Dat is de magie van televisie. Dat wil je slikken of niet.”

Authentiek

“Ik denk dat mensen mijn programma’s aanvallen omdat er een zweem van authenticiteit om mijn persoon hangt. Het idee: die is echt, rauw. Nu blijkt dat ik ook gewoon televisie maak, dat ik niet overal spontaan bij kan zijn. Iedereen weet hoe televisie maken werkt, maar in mijn geval is dat ineens nep. Televisie is geen makkelijke wereld. Het is precies zoals op het schoolplein. Het boeit me geen reet, ze lullen maar lekker.”

Intersekse

“Rond mijn drieëntwintigste ontdekte ik het. Toen ik, om een andere reden, bij de gynaecoloog was, zei die ineens: ‘O, interessant, ik heb nog nooit een hermafrodiet in mijn stoel gehad.’ Ik dacht: what the fuck is dit nou weer? Dat ik onvruchtbaar was en geen eierstokken had, wist ik wel, want ik was als puber geopereerd. Dat had met mijn blaas te maken, was mij gezegd. Het hing met leugens en vage verhalen aan elkaar. Er is mij nooit gezegd hoe het zat. Het was even heftig om te horen dat ik intersekse ben. Maar het klopte bij wie ik ben en wat ik voel. En dus ook bij mijn chromosomen, bij mijn hele voorkomen. Mijn ouders waren jong toen ze me kregen. Het was 1984, ze wisten niks hierover. Ze volgden de dokter. En die zei: ‘Zo gaan we het doen en we hebben het er nooit meer over.’ Daar kan ik zuur om doen, maar het is wat het is.”

Raven

“Door te vertellen dat ik intersekse ben, dacht ik dat mensen me anders zouden behandelen. Dat bleef uit. Ik bleef gewoon Ryanne, een vrouw, zij, haar. Dat heeft nog een paar jaar geduurd, totdat ik een extra stap nam. In 2021 besloot ik mijn naam te veranderen en het geboorteregister aan te laten passen. Want hoe het was, was geschiedvervalsing. Daarvoor had ik wel een advocaat nodig. Nu staat er: het geslacht kon niet worden vastgesteld, intersekse. Dat voelde als een soort gerechtigheid.”

Alto

“Ik heb altijd veel zwart gedragen. Daarmee straal je iets uit van: blijf bij me uit de buurt. Zwart is ook chic, het kan altijd. Ik heb ook ooit een vuilnismannenbroek gekocht. Zo’n oranje met zilveren reflectiestrepen. Daar heb ik mijn halve jeugd in rondgelopen. En dan met een gescheurd Nirvana-shirt erboven. Groen haar. Toen ik voor het eerst Nirvana hoorde, en die schreeuw van Kurt Cobain, resoneerde dat bij mij. Hij was toen al dood, maar ik voelde me heel erg begrepen. Zo van: dit ben ik. Mijn vriendinnen wilden allemaal Kurt Cobain als vriend hebben, ik wilde hem zíjn.”

Lees het volledige interview met Raven van Dorst in het oktobernummer van Vogue Nederland, dat nu in de winkel ligt en hier online te bestellen is.