Een uitgelaten Raven van Dorst (40) komt de fotostudio in Amsterdam binnen – op verzoek van Vogue mét gitaar. Een felrood, glimmend exemplaar. “Mooi is ie, hè?” Van Dorst houdt eigenlijk niet van fotoshoots. “Maar de make-up wordt niet heftig.” En dan, grappend: “Je moet op foto’s gewoon chagrijnig en verveeld kijken, en dat kan ik goed, want dat is voor mij heel naturel. Plus: ik ben gaar van het weekend, dus ik sta er waarschijnlijk wel zwoel op.”
Raven van Dorst
Van Dorst heeft twee banen tegelijk. Die van televisiemaker, van de succesvolle tv-programma’s Boerderij van Dorst, Nachtdieren en, recentelijk, Parels voor de Zwijnen, dat door NRC het beste tv-programma van het jaar werd genoemd. En die van muzikant bij de band Dool, met wie Van Dorst al tien jaar wereldwijd optreedt. Een druk, chaotisch bestaan, met weinig vrije weekenden. Een verhuizing – van Rotterdam naar een boerderij op het platteland – zorgde voor de nodige rust.
Via deze link meld je je aan bij ons nieuwe Instagram Channel Before it’s in Vogue
Voor het gesprek gaan we op de kleine binnenplaats van de fotostudio zitten. Van Dorst vertelt opgewekt en open, en stelt geregeld wedervragen. Een interview ziet de televisiemaker als een gesprek. Niet als een verhaal dat opgedreund moet worden. Daarbij houdt Van Dorst oog voor de omgeving, en spot al snel een kat op het schuurtje op de binnenplaats. Niet lang daarna gaat er een insect op Van Dorsts schouder zitten. Een wants, weet hen. “Er zijn honderden soorten wantsen. Dat heb ik van Middas Dekkers geleerd.” Op een boerderij wonen helpt natuurlijk ook.
Rotterdam
“Ik zeg altijd: als je mijn aderen opensnijdt, dan ruik je de haven van Rotterdam. Die regio zit zo diep in mij. Het is best een opgefokte stad, gehaast. Ik heb dat ook. Dat probeer ik eruit te krijgen, daarom ben ik er ook weggegaan. Er is een tijd geweest dat ik me heel erg thuis voelde in de stad. Dat veranderde door de coronaperiode. Ineens dacht ik: die stad, hoe goed is die eigenlijk voor me? Wat doet die met me? Met mijn hoofd? En mijn rust?”
Het platteland
“De boerderij waar ik woon, is in het oosten van het land. Meer wil ik over de locatie niet zeggen, want ik zit daar voor mijn rust. Maar het is landelijk, een beetje zoals in Boerderij van Dorst. Ja, ook de oude inrichting. Dat maakt me niks uit. Ik hoef geen hypermodern interieur; airco, vloerverwarming, dat soort bullshit. Het gaat mij niet om het huis, maar om de plek, de buitenruimte. Meestal sta ik gewoon in mijn pyjama op mijn klompen in de tuin. Uitzicht op de weilanden, schapen.”
Een moestuin
“Van tevoren wist ik niet of ik kon tuinieren, maar ik vond het belachelijk dat je in de stad woont en niet eens weet hoe bepaalde bomen heten, en wat je kunt eten van struiken. Nu weet ik dat wel, en ik vind het heel leuk. In de moestuin heb ik Chinese kool, die ga ik deze week oogsten. Verder: venkel, uien, knoflook, wortels, peterselie, tomaat, peper, basilicum, aardbeien. Ik heb nu ook een verrekijker, superchill. Dan zie ik een buizerd, een havik, uilen die graven in de tuin. We hebben ook geiten, kippen en eenden. En mijn hond Rita, die ik deel met mijn zus. Ik hou gewoon veel van dieren. Ik eet ze ook niet.”