hoe-copenhagen-fashion-week-de-duurzaamste-ter-wereld-werd-240329

Tot de meest populaire mode-exportproducten van Scandinavië behoren al jaren Ganni, Marimekko, Stine Goya en favoriet van de Vogue-redactie, Totême. De laatste tijd staat de regio – mede dankzij Copenhagen Fashion Week – echter steeds meer bekend om zijn inspanningen de enorme impact van de mode-industrie op de planeet te verminderen.

Copenhagen Fashion Week: duurzaamste ter wereld

Het duurzaamheidsactieplan van Copenhagen Fashion Week (CFW), dat voor het eerst in 2020 werd onthuld, houdt in dat alle merken op het programma moeten voldoen aan achttien minimumvereisten op zes belangrijke gebieden. Dit zijn strategische richting, ontwerp, slimme materiaalkeuzes, arbeidsomstandigheden, betrokkenheid van de consument en productie van de show. Dit seizoen – herfst/winter 2023 – zijn de minimale eisen voor het eerst volledig geïmplementeerd, na een reeks testen de afgelopen twee jaar.

“Een heel belangrijke mijlpaal voor Copenhagen Fashion Week”, vertelt Cecilie Thorsmark, CEO van CFW, aan Vogue. “Twee jaar geleden voldeden niet alle merken aan de eisen. We zien dat het duurzaamheidsplan wel degelijk verandering teweegbrengt in de industrie, er is al veel vooruitgang geboekt.”

Upcycling en recycling 

In de overgangsperiode tussen de aankondiging van de normen en de toepassing ervan voldeed slechts één merk, waarvan CFW de naam niet wilde noemen, niet aan de eisen. De normen worden jaarlijks aangescherpt om ervoor te zorgen dat merken voortdurend streven het beter te doen. En om rekening te houden met bredere veranderingen binnen de sector, zoals de EU-wetgeving die op stapel staat. “In de toekomst introduceren we één nieuwe norm per jaar”, legt Thorsmark uit. “Maar we zullen ook werken met de bestaande normen om ervoor te zorgen dat ze streng genoeg zijn.”

SS23-Copenhagen-Fashion-Week
©James Cochrane
1/2
Native Share

Momenteel houden de eisen in dat merken moeten aantonen dat ten minste 50 procent van hun collectie is gemaakt van gecertificeerde, geprefereerde, geüpcyclede of gerecyclede materialen. En dat zij zich inzetten voor een sustainable toeleveringsketen. Andere eisen, zoals ervoor zorgen dat merken “ontwerpen om de kwaliteit en de waarde van onze producten economisch te verhogen”, zijn echter lastiger te beoordelen.

“De documentatie die van merken wordt verlangd bestaat uit links naar strategieën, certificeringsdocumenten, gedragscodes en voorbeelden van openbare communicatie”, legt Frederik Larsen uit. Hij is medeoprichter van In Futurum, een adviesbureau dat CFW hielp bij de ontwikkeling van het duurzaamheidsplan uit. Alle inzendingen van merken worden gecontroleerd door een duurzaamheidscommissie onder leiding van adviesbureau Rambøll.

Doelstellingen 

Opmerkelijk is dat het proces afhankelijk is van zelfrapportage door merken – een kritiek die ook is geuit op andere initiatieven. Zoals B-Corp certificering, waarbij de sociale en milieuprestaties van een bedrijf worden beoordeeld. Maar in plaats van wetgeving en andere specifieke richtlijnen voor de mode-industrie zet dit kader merken ongetwijfeld aan tot meer ambitie. “Een van de belangrijkste doelstellingen is het stimuleren van duurzaamheid in de industrie”, vervolgt Larsen.

“De minimumnormen zetten ons aan tot initiatieven om onze duurzame praktijken te verbeteren. Ze helpen doelen te stellen voor de gebieden waar we minder mee bezig zijn. Zo blijven we op het juiste pad en houden onze focus op wat belangrijk is”, zegt Amalie Røge Hove, oprichter en creatief directeur van A. Roge Hove. “Het heeft ook geholpen een gemeenschappelijke taal in de sector te creëren – vooral in Scandinavië – voor de doelen die we nastreven en die we samen willen bereiken.”

SS23-Copenhagen-Fashion-Week
©James Cochrane
2/2
Native Share

De normen helpen ook kleinere merken op het gebied van duurzaamheid. “Voor een klein merk met een grote focus op duurzaamheid is een groot deel van onze keten duurzaam, maar ons team is vrij klein”, legt Simon Wick, medeoprichter van (Di)vision, uit. “Door de samenwerking met CFW hebben we nu een officiële voorkeurslijst van materialen en zowel een interne als externe gedragscode ontwikkeld. Hier zijn we erg blij mee.”

Naast de achttien minimumvereisten waaraan alle merken moeten voldoen, zijn er nog 58 vragen die ze moeten beantwoorden. Deze gaan onder meer over wetenschappelijk onderbouwde doelstellingen om uitstoot van broeikasgassen te verminderen en of de toeleveringsketen ontbossingsvrij is. “Elk merk krijgt een score voor elk actiepunt in het duurzaamheidsonderzoek. Afhankelijk van hoe urgent en complex de actie is”, legt Thorsmark uit. “We gebruiken dat voor interne vergelijkingen. En natuurlijk moedigen we merken ook aan hun score van seizoen tot seizoen te verhogen.”

De vijfde fashion week 

Naast de invoering van een duurzaamheidskader voor merken heeft CFW zelf doelstellingen vastgesteld om milieueffecten te verminderen. Denk aan het compenseren van alle koolstofemissies. Al lange tijd wordt er gediscussieerd over de vraag of modeweken überhaupt gehouden moeten worden, gezien hun ecologische voetafdruk. Toch valt de uitstoot van een modeweek in vergelijking met de uitstoot van de productie van kleding in het niet. Hier ligt echt de grootste impact van de industrie.

Nu Copenhagen Fashion Week – die na de grote vier (Parijs, Milaan, New York en Londen) vaak de ‘vijfde modeweek’ wordt genoemd – deel uitmaakt van de onlangs opgerichte European Fashion Alliance (waarvan ook de British Fashion Council deel uitmaakt), hoopt Thorsmark dat het kader door andere modeweken wereldwijd wordt overgenomen.

“Gezien de centrale rol die een modeweek speelt in het mode-ecosysteem, denk ik dat we bewezen hebben dat we een rol kunnen spelen in de groene transitie van de industrie. We hopen dat we andere modeweken inspireren dezelfde kant op te gaan.”

 

Dit artikel werd oorspronkelijk gepubliceerd door Vogue UK.