er-was-nog-steeds-een-groot-gebrek-aan-size-inclusivity-op-de-lente-zomer-2024-catwalks-271263
©Vogue Runway

In de vorige edities van het size inclusivity-report van Vogue Business, voor zowel mannen- als vrouwenmode, bleven de grote luxehuizen ver achter bij de kleinere, jongere labels als het ging om inclusieve casting wat betreft modellen met verschillende maten. Voor lente/zomer 2024 was er een sprankje hoop qua inclusiviteit in de hogere regionen van de modewereld, omdat Balenciaga, Ferragamo en Mugler voor het eerst meededen in de ranglijsten. Maar qua size inclusivity blijven kleinere, onafhankelijke merken de top domineren.

Inclusiviteit maten lente/zomer 2024

Kijkend naar alle vier de grote modesteden staan Karoline Vitto en Chopova Lowena op de gedeelde eerste plaats met 100 procent diversiteit in maten. Dat betekent dat alle modellen ofwel van gemiddelde grootte (EU 38-44) of plus-size (EU 46+) waren. Vitto’s show had dertien plus-size modellen en zeventien mid-size modellen, de hoogste plus-size vertegenwoordiging van alle shows. Chopova Lowena had een grotere voorkeur voor mid-size, met veertig mid-size en twee plus-size modellen. Bach Mai uit New York prijkt op de tweede plaats, en de in Londen gevestigde ontwerpers Palmer Harding, Di Petsa en Patrick McDowell zijn respectievelijk derde, vierde en vijfde.

Size inclusivity rapport van Vogue Business
©Vogue Business

Net als vorig seizoen analyseerde Vogue Business alle door Vogue Runway beoordeelde shows en presentaties van de officiële showschema’s in New York, Londen, Milaan en Parijs om het aandeel van de totale looks in de maten normaal, middelgroot en groot te berekenen. Er werd contact opgenomen met de merken om hen in staat te stellen de gegevens te verifiëren. Hen werd meegedeeld dat als ze dit niet deden, de aanvankelijke door Vogue Business verzamelde cijfers zouden worden gebruikt. De maten werden bepaald op basis van de voorbeeldmaten voor straight-size en vastgestelde definities van mid- en plus-size.

Elke week onze beste artikelen in je inbox? Schrijf je hier in voor de Vogue-nieuwsbrief.

Zoals altijd zijn plusmaten nog steeds erg weinig vertegenwoordigd op de catwalk. Van de 9.584 looks in 230 shows en presentaties in New York, Londen, Milaan en Parijs was 0,9 procent plus-size en 3,9 procent mid-size. Dit betekent dat 95,2 procent van de gepresenteerde looks een straight-size had (EU 32-36). Dit is een lichte verbetering ten opzichte van het herfst/winter 2023-seizen, waar 95,6 procent van de looks een straight-size had, 3,8 procent een mid-size en 0,6 procent een plus-size.

Size inclusivity rapport van Vogue Business
©Vogue Business

Mid- en plus-size modellen op de catwalk

Mid-size model Paloma Elsesser liep dit seizoen in alle vier de steden. Ze vertelde de Amerikaanse Vogue dat ze hoopte dat haar afwezigheid vorig seizoen kansen zou bieden voor andere mid- en plus-size modellen. Toen dat niet gebeurde, voelde ze zich verantwoordelijk en verplicht om terug te komen. “Ik hoopte dat we vooruitgang zouden blijven zien, maar er is een onverbloemde neiging tot slankheid”, vertelde ze. Mid-size model Jill Kortleve was ook prominent aanwezig op de catwalks van grote shows zoals Chanel, Alexander McQueen en Mugler.

Elsesser was een van de zes mid-size modellen die dit seizoen voor Balenciaga liep, samen met plus-size popster Yseult. Het was de eerste keer dat een plus-size persoon op de Balenciaga-catwalk verscheen. Het merk eindigde daardoor op de tweede plaats in de Paris Fashion Week-ranglijst, met 1,1 procent plus-size looks en 6,9 procent mid-size looks. De collectie was geïnspireerd op Demna’s persoonlijke muzen, waardoor de casting representatiever was voor echte lichamen. Hij castte zijn vrienden, familie en iconen uit de mode-industrie, onder wie zijn moeder modecritica Cathy Horyn en performancekunstenaar Amanda Lepore. Het valt dus nog te bezien of dit een permanente verschuiving is in de casting voor een van de prominentste modehuizen.

Inclusiviteit in maat tijdens lente/zomer 2024
©Vogue Business

Mugler voegde zich ook voor het eerst bij de top tien in Parijs en werd vierde met 7,7 procent mid-size looks (maar geen plus-size). Onder leiding van Harris Reed sprong Nina Ricci van de derde plaats vorig seizoen naar de eerste plaats dit seizoen, ter vervanging van het inclusieve label Ester Manas, dat dit seizoen niet showde. Alexander McQueen zakte van de vijfde plaats vorig seizoen (met 5,5 procent mid-size looks en 1,8 procent plus-size looks) naar de zesde plaats dit seizoen (met 4,4 procent mid-size looks en 2,2 procent plus-size looks).

Sprankje hoop

Plus-size model James Corbin zegt dat hij dit seizoen niet werd benaderd om shows te lopen in Londen. De enige show die hij liep in Parijs – die van Christian Cowan – was niet gepland, en daarom niet opgenomen in onze gegevens. De ontwerper uit New York – die meestal showt tijdens New York Fashion Week – bracht een inclusieve cast naar het Parijse podium, met onder anderen Corbin en het mid-size model Monet Lauren. “Elke modeweek willen wij [plus-size modellen] er deel van uitmaken; we willen iets nieuws toevoegen aan de industrie”, zegt Corbin. “Dat een merk uit New York dit doet, in Parijs, is iets nieuws en er is een nieuwe standaard gezet. Ik had verwacht dat ik shows in Londen zou lopen, maar dat gebeurde niet. Niet veel shows waren inclusief genoeg om een plus-size mannelijk model te hebben.”

In Milaan nam de vertegenwoordiging iets toe. Modellen met een straight-size vertegenwoordigden 96,8 procent van alle lente/zomer 2024-looks, vergeleken met 98,1 procent vorig seizoen. Mid-size modellen vertegenwoordigden 2,2 procent (vergeleken met 1,7 procent een jaar eerder) en plus-size modellen 1 procent (vergeleken met 0,2 procent). Twee grotere merken speelden daarbij een rol: Moschino kwam dit seizoen de top tien binnen met 9,1 procent mid- of plus-size modellen, en Dolce & Gabbana steeg van de negende plaats vorig seizoen naar de zesde positie dit seizoen, met 8,9 procent. In 2019 breidde het Italiaanse luxemerk officieel het matenbereik van de damescollectie uit, dat nu tot IT 54 (EU 50) gaat. Een andere naam die dit seizoen de top tien binnenkwam, was Ferragamo, met 4,7 procent van de modellen in het midden- of plussegment.

Londen is meest inclusief

De in Londen gevestigde ontwerper Karoline Vitto droeg bij aan de stijging van het aantal mid- en plus-size modellen in Milaan. Ze koos de stad voor haar eerste soloshow, die werd gesponsord door Dolce & Gabbana. Vitto voerde de Milanese lijst aan met 100 procent diversiteit in maten en eindigde samen met Chopova Lowena op de eerste plaats wereldwijd. Al was dat niet gemakkelijk: Vitto vertelde Vogue Business voorafgaand aan haar show dat minder bureaus plus-size modellen tussen de Europese steden vlogen, mede omdat Ester Manas was afwezig in Parijs. “We zullen veel meisjes die we in Londen hebben gecast moeten laten overvliegen”, zei ze. De casting, een van de grootste kostenposten dit seizoen, begon een volle maand voor de show.

Inclusiviteit in maat tijdens lente/zomer 2024

Ondanks de afwezigheid van Vitto bleef Londen dit seizoen de meest size-inclusive stad, met 1,6 procent plus-size looks, 9,6 procent mid-size en 88,8 procent straight-size. Dit is een lichte stijging ten opzichte van het herfst/winter 2023-seizoen, waar 1,5 procent van de looks plus-size was, 5,8 procent mid-size en 92,7 procent straight-size. Londen is nu de eerste van de grote vier steden met een totale maatdiversiteit van meer dan 10 procent. Chopova Lowena, dat vorig seizoen niet showde, stond in de Britse hoofdstad op de eerste plaats met 95,2 procent mid-size looks en 4,8 procent plus-size. Het merk cast zijn modellen op straat. Palmer Harding eindigde op de tweede plaats en voegde zich daarmee voor het eerst bij de top tien. Di Petsa bleef op de derde plaats. Patrick McDowell sprong van de zevende naar de vierde plaats en Bora Aksu bleef vijfde.

Probleem begint bij onderwijs

Sinéad O’Dwyer, de op één na meest size-inclusive ontwerper in de herfst/winter 2023-ranglijst, verdween dit seizoen van de lijst. De reden? Haar show werd niet meegnomen door Vogue Runway. Ze testte een nieuw format voor het lente/zomer 2024-seizoen en presenteerde haar collectie in de Royal College of Art, samen met een paneldiscussie waarin ze de productieprocessen voor het creëren van collecties met size-inclusive kleding toelichtte.

Ze benadrukte dat een deel van het probleem begint bij het onderwijs. “Als je mode gaat studeren, heb je het lichaam waarvoor je gaat ontwerpen al meegekregen. De mannequins hebben een bepaalde maat en de blokken waarop je je patronen baseert ook. Natuurlijk kun je je eigen blokken maken, maar met zoveel deadlines en zoveel druk om heel snel innovatief te zijn op het gebied van creativiteit, moet je dat dan wel doen? Het is zo vreemd: mode is als creatieve kunst gericht op het lichaam, maar dan is de eerste creatieve beslissing die je moet nemen – namelijk: het lichaam waarvoor je gaat ontwerpen – al genomen.”

Inclusiviteit in maat tijdens lente/zomer 2024
©Vogue Business

Diverse en gemarginaliseerde lichamen de catwalk op sturen is een politieke daad waar niet veel ontwerpers toe bereid zijn, stelt Enam Asiama, een plus-size model en voorvechter van een betere representatie in de mode. “Het is belangrijk om ontwerpers te hebben zoals Sineád [O’Dwyer], die het publiek kennen en niet echt geven om wat de mode denkt. Ze maken hun eigen regels en ik denk niet dat we deze ontwerpers genoeg prijzen”, zegt ze. “Veel ontwerpers zijn niet bereid om buiten die bubbel te treden. Misschien uit angst dat ze misschien niet zo populair worden als ze dat wel doen.”

‘No-brainer’

Voor Rio Uribe, de ontwerper van Gypsy Sport, dat in New York op de tweede plaats stond, is inclusiviteit qua maat een no-brainer. In New York was 1,2 procent van de looks plus-size, een stijging ten opzichte van 0,6 procent vorig seizoen. De vertegenwoordiging van middelgrote maten daalde licht, van 5,7 procent in het herfst/winter 2023-seizoen naar 5,2 procent dit seizoen. “We weten dat inclusiviteit en diversiteit een stijgende trend was en nu een dalende”, zegt Uribe. “Maar we willen mensen laten weten dat het voor ons geen trend is, en dat het echt gewoon deel uitmaakt van het ethos van het merk en de gemeenschap waarmee we werken.”

Vroeger paste Gypsy Sport samples aan na de casting, maar Uribe vond deze aanpak onhoudbaar toen ze problemen bleven houden met de maten op de dag van de show. Nu maakt Gypsy Sport samples in verschillende maten en passen ze daarop hun casting aan. Het is nog steeds ingewikkeld, maar op de lange termijn zinvoller, zegt Uribe. “Als we casten, zeggen we: oké, de paarse jurk heeft maat 46, we moeten een model met maat 46 vinden. Of: de rode jurk heeft maat 34 en toegankelijke sluitingen voor iemand met een handicap. We moeten dus de juiste persoon voor die jurk vinden”, zegt hij. “Het is bijna omgekeerd werken.” Maar het maakt het leven wél gemakkelijker aan de productiekant, voegt hij eraan toe, omdat het merk zo aan een grotere markt kan verkopen.

Vrouwelijke ontwerpers geven prioriteit

Jonge vrouwelijke ontwerpers zoals Elena Velez, Collina Strada, Di Petsa, Yuhan Wang, Chopova Lowena en Karoline Vitto bleven ook voor het lente/zomer 2024-seizoen prioriteit geven aan inclusiviteit in maat. Voor Dimitra Petsa, oprichter van Di Petsa, zou inclusiviteit inherent moeten zijn aan de female gaze. “De meeste vrouwenmode wordt ontworpen door mannen en daardoor zie je soms onrealistische of onpraktische [elementen]”, zegt ze. (Onlangs laaiden de discussies over het gebrek aan vertegenwoordiging van vrouwen en mensen van kleur in creatieve topposities op, toen Kering aankondigde dat Séan McGirr de functie van creative director van Alexander McQueen op zich zou nemen, ter vervanging van de enige vrouwelijke creative director van de groep, Sarah Burton).

Inclusiviteit in maat tijdens lente/zomer 2024
©Vogue Business

Voor Petsa komt het erop neer dat ze de vrouwen die haar kleding dragen begrijpt als mensen, en niet als mannequins die ze moet aankleden. “Voor veel vrouwen schommelt ons lichaam gedurende de maand, dus het is belangrijk om daar rekening mee te houden en kleding te maken die past als je wat aankomt of afvalt”, zegt ze. Ze doet dit door middel van rekbare stoffen en items zoals korsetten die kunnen worden aangepast. Chopova Lowena, het meest size-inclusive label in Londen dit seizoen, had ook korsetjurken die gemakkelijk versteld kunnen worden, en passen van maat 36 tot 44.

Flexibiliteit

Petsa houdt ook rekening met flexibiliteit in haar castingbeslissingen. “Het is belangrijk om te casten op basis van maat, maar ook op basis van de persoon. Er zijn een paar mensen van wie ik weet dat ik ze elk seizoen ga casten. Voor hen maak ik iets dat direct op hun lichaam is afgestemd, en vraag ik een paar weken van tevoren de maten”, zegt ze. Dat betekent wel dat er wat meer tijd en moeite moet worden gestoken in het maken van patronen. “We maken ook een aantal samples wat groter en nemen ze mee voor de show, of wijzen een sample toe aan het ene model en zoeken iets anders voor het andere model.” Petsa benadrukt dat een size-inclusive benadering ook moet gelden voor transmodellen.

De in New York woonachtige Kim Shui maakt ook kleding die flexibel is voor het vrouwelijk lichaam. “Ik heb veel verstelbare maten, zodat de productie flexibeler is”, zegt ze. Daarbij houdt ze rekening met het feit dat niet iedereen dezelfde verhouding buste/taille/heup of romplengte heeft. “De korsetten hebben bijvoorbeeld allemaal een veter, dus de maatvoering is veel gevarieerder. Als we passen, pas ik mijn samples op verschillende maten om te zien hoe het past – vooral als we werken met stukken die bodycon zijn of de buste accentueren.”

Voor de ontwerpers die seizoen na seizoen modellen met grotere maten de catwalk opsturen, wordt het gesprek vermoeiend. Waarom zouden de ontwerpers voor wie inclusief casten een no-brainer is – zij die de uitzondering zijn, niet de regel – de woordvoerders moeten zijn voor iets dat voor hen geen verplichting is, maar een keuze?

Inclusiviteit op CPHFW lente/zomer 2024

Misschien moet verandering ook buiten het merkniveau worden opgelegd. Copenhagen Fashion Week (CPHFW), die ook fungeert als de mode-raad van de stad, heeft een top-down benadering voor inclusiviteit van maten. In 2007 introduceerde het de Danish Fashion Ethical Charter, die onder andere het bevorderen van en werken aan een betere diversiteit in de mode-industrie omvat met betrekking tot beperkingen, leeftijd, etniciteit, geslacht, ras, religie, seksuele geaardheid, maat en sociaaleconomische status. Het stelt ook dat ontwerpers “zich bewust moeten zijn van en verantwoordelijkheid moeten nemen voor de invloed die de mode-industrie heeft op lichaamsidealen, vooral op jonge mensen”.

CPHFW was het meest inclusief

CPHFW wil ook een gezonder schoonheids- en lichaamsideaal in de industrie in het algemeen promoten. “Het is iets waar onze merken zich al vele jaren bewust van zijn – en actief mee bezig zijn. We hebben zeker een opmerkelijke verbetering gezien in de loop der jaren”, zegt CPHFW-CEO Cecilie Thorsmark. “Natuurlijk kan het altijd beter, maar we hebben de afgelopen tien jaar een lange weg afgelegd. Als onderdeel van de minimumnormen van Copenhagen Fashion Week, die eerder dit jaar van kracht gingen, is het nu een vereiste om het Danish Fashion Ethical Charter te ondertekenen en de regels en waarden na te leven. We doen backstage controles en adviseren merken waarvan we zien dat ze een extra duwtje in de rug nodig hebben.”

En het werkt: van de 503 looks in de 18 CPHFW-shows op Vogue Runway was 1,4 procent plus-size, 15,3 procent mid-size en 83,3 procent straight-size.

Stimuleren van verandering

Toen de Council of Fashion Designers of America (CFDA) werd gevraagd naar inclusiviteit op het gebied van maten, weigerde zij commentaar te geven op dit rapport. In plaats daarvan deelde zij haar Initiative of Health, Safety and Diversity, dat diep ingaat op de bescherming van het welzijn van modellen en advies geeft aan merken om de tekenen van eetstoornissen te herkennen. In de memo of op de webpagina van het initiatief wordt size inclusivity niet genoemd. Ook geeft de CFDA momenteel geen richtlijnen of quota om het op de catwalk te verbeteren. De Fédération de la Haute Couture et de la Mode wilde ook geen commentaar geven.

De British Fashion Council (BFC) laat zich inspireren door Kopenhagen, zegt CEO Caroline Rush. “De inspanningen van CPHFW om inclusiviteit van maten te promoten bieden een uitstekende blauwdruk voor ons om te overwegen. Hoewel we op dit moment geen reglement voor inclusiviteit in maat hebben dat ontwerpers van London Fashion Week moeten ondertekenen, gebruikt de BFC haar platform om merken van informatie te voorzien zodat ze weloverwogen keuzes kunnen maken”, zegt ze. “Diversiteit en inclusiviteit staan centraal in onze missie bij de BFC. We communiceren regelmatig met onze collega’s van de Fashion Council en blijven onze ervaringen, uitdagingen en best practices delen. Zo kunnen we gezamenlijk positieve verandering versnellen, waaronder een wereldwijde push voor inclusiviteit in maatvoering.”

Duurzaam?

Een reeks regels en voorschriften waar merken zich aan moeten houden kan verandering teweegbrengen op het niveau van de industrie. Maar of het duurzaam is, vraagt model en voorvechter Asiama zich af. “Iets afdwingen kan misschien snel verandering teweegbrengen, maar het is misschien niet zo effectief. Wat we willen is impact op de lange termijn”, zegt ze. Daarbij verwijst ze naar de body positivity-beweging, die er niet in slaagde om een blijvende impact op de industrie te creëren. “Als we alleen maar een groep mensen in deze ruimtes laten verschijnen om de diversiteitsdoelen te halen, zonder echt om de gemeenschap te geven, zullen we zien dat de industrie achteruitgaat en dat de steun voor deze gemeenschappen stopt zodra die doelen verdwijnen.”

Dit artikel is oorspronkelijk gepubliceerd door Vogue Business, met gegevensanalyse door Emily Forkan.