in-gesprek-met-nederlands-topmodel-rianne-van-rompaey-in-het-begin-was-ik-een-soort-bambi-221103
©Viviane Sassen, Vogue Nederland, september 2022

Er zijn weinig modellen die kunnen zeggen dat ze meer dan zes keer op de cover van de Franse Vogue stonden, favoriet zijn van Grace Coddington, een hoofdrol speelden in de laatste shoot van Peter Lindbergh en als laatste voor de lens van Karl Lagerfeld stonden. Rianne van Rompaey (26) wel – al zou ze het in al haar bescheidenheid niet zo snel doen.

Toen ze in Lagerfelds laatste haute couture voor Chanel de fotostudio in kwam lopen, zei hij dat het net was of zijn schetsen tot leven waren gekomen. Ze wordt bejubeld om haar neoklassieke schoonheid, met eindeloze benen, lange manen en sproeten waar Johannes Vermeer volgens de Franse Vogue een moord voor zou hebben gedaan ze te mogen schilderen. Maar zoals Mo Karadag, haar agent en CEO van Platform Agency, zegt: schoonheden zijn er wel meer in de modewereld.

Volgens hem is het vooral haar persoonlijkheid die maakt dat mensen graag met haar willen werken. Zoals ook Emmanuelle Alt, voormalig hoofdredacteur van de Franse Vogue die Van Rompaey eveneens tot haar favoriete modellen rekent, zegt: “Rianne is niet alleen een schoonheid, ze heeft ook een geweldige persoonlijkheid. Ze is enthousiast, interactief en charismatisch. En je kunt zien dat ze echt houdt van haar werk.” 

In gesprek met Rianne van Rompaey

Zodra Van Rompaey de kamer binnenkomt met een innemende lach en stralende blauw-groene ogen (charisma, check), met haar hindelijf op een stoel ploft en van wal steekt (schoonheid, enthousiasme, check) is duidelijk dat Alt niet overdrijft.

Gisteren was Van Rompaey nog in Parijs, voor de shows van Chanel en Maison Alaïa, morgen vliegt ze naar Londen voor een shoot, maar van moeheid is geen spoortje merkbaar. Noch van enige pretentie, die best terecht zou zijn als je al bijna negen jaar meedraait met de top van de modewereld. Maar Van Rompaey is eerder dankbaar, alsof ze nog steeds verwonderd is dat ze op haar achttiende uit de schoolbanken is geplukt door niemand minder dan Nicolas Ghesquière, die haar als new face introduceerde in zijn eerste show voor Louis Vuitton. 

Dat lijkt me heftig, als tiener uit Wageningen ineens over de catwalk in New York lopen, met alle ogen op je gericht.

“Dat was het zeker. Ik zat midden in mijn eindexamen en ineens werkte ik in de mode-industrie op het allerhoogste niveau. Als je achttien bent, ben je op zo’n leeftijd waarop je voor het eerst als ‘eigen’ persoon de wereld instapt en probeert uit te vinden: wie ben ik? Om dat dan uit te vogelen terwijl je in de spotlights staat en iedereen iets van je vindt, dat is best heftig. Ik ben versneld volwassen geworden, denk ik. Ik moest van de ene op de andere dag als volwassene mijn leven indelen, goed voor mezelf zorgen en een professionele carrière runnen terwijl ik gisteren nog in de schoolbanken zat.”

Hoe voelde het om door iemand als Ghesquière meteen tot zijn favoriete model gebombardeerd te worden?

“Daar voelde ik me enorm geïntimideerd door. In het begin was ik een soort bambi. Maar ik denk dat ik als persoon gegroeid ben doordat ik in de loop der jaren merkte: ik pas hier best goed. En ik word gewaardeerd. Het creatieve deel van de mode- industrie is best een kleine club. Dus de mensen met wie ik werk, daar werk ik al jaren mee. Ik heb ze goed leren kennen en dan zie je ook hun menselijke kant. Het zijn vaak heel gevoelige mensen, daar herken ik me in.

Ik kan me nog goed herinneren dat ik op een afterparty van Versace met Donatella zat te praten. Zij vertelde me een paar persoonlijke dingen en dat raakte me zo. Als je haar ziet en het modepersonage dat zij vertegenwoordigt, dan is dat best intimiderend. Maar als je dan rustig met haar zit en je hebt het gewoon over persoonlijke dingen, dan realiseer je je: dit zijn ook maar gewoon mensen en die doen ook maar hun best er iets van te maken.”

Dat klinkt alsof je je plek inmiddels hebt gevonden.

“Gaandeweg heb ik mezelf wel ontdekt, ja. En ik heb ontdekt dat ik het heel leuk vind om met creatieve mensen te werken en te zijn. Het zijn natuurlijk ontzettende ego’s in die wereld, maar dat vind ik juist ook wel leuk. Hoe kan ik hiermee spelen, wat kan ik doen, wat zeggen, maar wat vinden ze echt? Ik vind dat altijd interessant, om met al deze gekke en originele mensen te werken die zulke interessante manieren van denken hebben. Soms voel ik: nu hebben we echt iets bijzonders gemaakt.

Die ruimte is er helaas niet altijd, er wordt zo veel content gemaakt, er is zo weinig tijd steeds. Maar zoals de serie die ik maakte met Inez en Vinoodh (een kunstproject van Inez van Lamsweerde en Vinoodh Matadin voor The Wall Street Journal getiteld I See You In Everything, waarin Van Rompaey een herinterpretatie maakt van fragmenten uit filmklassiekers, red.), dat vond ik een van de leukste projecten ooit. Door dat soort werk en in zulke creatieve samenwerkingen vond ik mijn plek, maar het is zeker ook een zoektocht geweest. Hoe hou ik me staande? En hoe kan ik dicht bij mezelf blijven?”

Lees het volledige interview met Rianne van Rompaey in Vogue’s nieuwe septembernummer, dat vanaf 25 augustus in de winkels ligt en hier online te bestellen is.