Nu er koude dagen aankomen, is er niks zo fijn als een warme, wollen trui. Alleen: welke wolsoort kies je? De een kriebelt, de ander niet. De ene trui gaat snel pillen, de ander nooit. En sommige wolsoorten lijken überhaupt langer mooi te blijven. Al hangt dat natuurlijk ook af van het item in kwestie. En wat is ‘mulesing’, waarbij schapen zouden worden mishandeld voor mooiere wol? We zetten het op een rij.
Wolsoorten
Soms denken mensen dat alle wol van schapen komt, maar dat is helemaal niet zo. Verschillende wolsoorten komen van verschillende dieren, zoals geiten, konijnen en zelfs runderen. De wol is eigenlijk simpelweg hun ‘haar’, of beter gezegd: hun vacht, die wordt afgeschoren. Van die vezels worden draden gemaakt waarvan bijvoorbeeld truien worden gebreid. Welke wolsoorten jij boven andere verkiest qua esthetiek, is natuurlijk heel persoonlijk. Comfort speelt daarbij een grote rol. Sommige mensen zijn gevoeliger (of zelfs allergisch) voor kriebelende wol dan anderen. Anderen vinden stugge wol juist mooier dan heel zachte soorten. Los van smaak zijn er wel bepaalde karakteristieke, objectieve kenmerken van wolsoorten die we kunnen uitleggen.
Elke week onze beste artikelen in je inbox? Schrijf je hier in voor de Vogue-nieuwsbrief.
Nog een opmerking: wollen truien zijn vaak helemaal niet van 100 procent wol gemaakt. De wolvezels zijn dan vermengd met andere natuurlijke materialen zoals katoen of zijde. Of juist met synthetische materialen. Dat laatste doen producenten vaak om een stof goedkoper te maken, of bijvoorbeeld meer stretch te geven. Dit heeft natuurlijk ook invloed op de eigenschappen van de trui (of broek of rok) in kwestie. Dus hoe hij aanvoelt. Wol vermengt met polyester voelt misschien zachter, maar het kan ook eerder stuk zijn of zweterig aanvoelen, bijvoorbeeld.
Hieronder leggen we daarom de ‘pure’ wolsoorten uit en de eigenschappen die erbij komen kijken. Van welk dier komen ze? Waar in de wereld wordt deze wol gemaakt, of gewonnen? Hoe zacht en sterk is het? Wil je meer weten over de keurmerken waar we over schrijven? Dan is dit een handig artikel om te checken.
Schapenwol
Beginnen we met de meest populaire van de wolsoorten: schapenwol. Hiervoor worden schapen vaak één keer per jaar geschoren, in de lente. Hoe kwalitatief hoogwaardig de wol is, hangt af van de gezondheid van het schaap in kwestie, en dus eigenlijk van de verzorging en voeding. Na het scheren wordt de wol, dus die vezels, gewassen in lauw water. Daarna worden deze gekamd en wordt van de vezels een draad gesponnen. Hiervan kunnen stof en dus kledingstukken worden gebreid. Als de wol van lagere kwaliteit is, wordt hij samengeperst of gevilt en bijvoorbeeld gebruikt voor isolatiedekens.
Omdat de vacht van schapen bestaat uit vezels met een geschubde structuur, zijn de gesponnen draden ook behoorlijk ruw. Dat maakt ze sterk, maar zorgt er ook voor dat schapenwol kan kriebelen op de huid. Om de vezels van schapenwol zit een laagje wolvet, ook wel lanoline genoemd. Deze beschermt de schapen tegen vocht, kou en bacteriën. Dat zorgt er ook voor dat een schapenwollen trui dus lekker warm is. Nadeel is wel dat sommige mensen allergisch zijn voor lanoline. Bij hen zal een schapenwollen trui erg jeuken. (Onderaan dit artikel lees je meer over waarom je wollen truien door lanoline amper moet wassen.)