dit-is-wat-jean-paul-gaultier-vindt-van-het-debuut-van-duran-lantink-370525

Vogue interviewt Jean Paul Gaultier over het debuut van Duran Lantink. “Recensies van modeshows vanaf het nachtkastje, aan de hand van catwalkfoto’s en livestreams, kunnen een gevaarlijke manier zijn om het werk van een creatieve geest te beoordelen”, schreef Edward Buchanan eerder deze maand op Instagram. Hij voegde eraan toe: “Wees alsjeblieft voorzichtig met kwetsende taal… en verdiep je vooral in cultuur en modegeschiedenis voordat je het heden probeert te bekritiseren voor clickbait.”

Jean Paul Gaultier over Duran Lantinks debuut

Het was geen toeval dat Buchanan, de weldenkende man die hij is, dit bericht plaatste een dag na Duran Lantinks debuutshow met prêt-à-porter voor het modehuis Jean Paul Gaultier. Tegen die tijd had de show al een golf aan opgewonden verontwaardiging veroorzaakt bij online commentatoren, die zich vooral leken te storen aan de bodysuit bedrukt met het (behaarde) beeld van een (volledig) naakt mannelijk lichaam, gedragen door een vrouwelijk model. Zelfs tijdens de show zelf vonden sommige toeschouwers Lantinks eerste niet-couturecollectie voor het huis in ongeveer tien jaar te uitdagend om te bevatten. Zoals Nicole Phelps in haar recensie opmerkte: “Ik hoorde een redacteur, duidelijk in shock, hoorbaar mompelen: ‘Wat wás dat?’”

Elke week onze beste artikelen in je inbox? Schrijf je hier in voor de Vogue-nieuwsbrief

Het was een show waarover iedereen, van rechtse ‘modecritici’ op sociale media tot doorgewinterde modeprofessionals met hun ondergoed in de knoop, een mening leek te hebben. Hier bij Vogue Runway wilden we echter vooral één stem horen: die van Jean Paul Gaultier zelf. De ontwerper, inmiddels 73, was bij de show aanwezig en leek erdoor betoverd, maar verdween in de menigte voordat we hem konden spreken. Kort voor het weekend sprong hij echter alsnog aan de telefoon voor een gesprek dat begon met de controverse, maar uiteindelijk veel breder uitwaaierde. Hieronder, in verkorte vorm, vertelt hij zijn verhaal.

U leek behoorlijk geraakt door de show. Zelfs emotioneel.

“Ja, dat klopt, ik was behoorlijk gevoelig voor wat hij liet zien. Omdat het me deed denken aan mijn beginjaren, toen ik net startte. Die energie die ik toen had, de manier waarop ik naar kleding keek. Ik vind het grappig, maar mensen kennen tegenwoordig vooral mijn couture en begrijpen vaak niet hoe ik destijds een enfant terrible was. En tegen de mensen die na Durans show zeiden: “Dit is geen Gaultier”, zeg ik: grote vergissing! Aan het einde voelde ik me heel emotioneel, maar ook gelukkig tegelijk, omdat het in zekere zin voelde als een wedergeboorte, snap je? Ik voelde mijn oude energie weer.”

Dat is een goed gevoel!

“Ja!”

De tekst gaat verder onder de afbeelding

Duran Lantink geeft knuffel aan Jean Paul Gaultier
©Getty Images
1/5
Native Share

De negatieve kritiek leek verdeeld tussen degenen die, zoals je zei, verontwaardigd waren omdat het niet overeenkwam met wat zij als ‘Gaultier’ zien, en degenen die zich in bredere zin aan de collectie stoorden. Ze vonden het te veel, te grensverleggend om te bevatten.

“Ja, maar weet je, in het begin was ik zelf ook erg grensverleggend, en mensen wezen mijn werk toen ook af. Ik herinner me mijn allereerste show. Er kwam niemand. En bij mijn tweede show kwam er wat Britse pers, en ook Japanse journalisten, en sommigen schreven zelfs een vrij positieve recensie. Maar Fransen? Geen enkele.”

Dat was de show waarin je sieraden van kattenvoerblikjes liet zien?

“Precies. Het verhaal is dat ik op een dag een blik voer voor mijn kat opende. Zo’n type dat je met een sleuteltje moest opdraaien. Het was een vrij groot blik. En ik keek ernaar en dacht: oh, dat lijkt eigenlijk op een armband. En weet je van die metalen thee-eitjes waarmee je losse thee zet? Die gebruikte ik om oorbellen van te maken, en soortgelijke dingen. Dus mijn collectie was pure hightech! En die automatische asbakken? Die gebruikte ik als tas of riem. Misschien niet heel praktisch, maar het was een idee.”

Inspiratie van JPG

Dat was dus echt aan het begin?

“Ja. Ik had geen geld, helemaal niets, dus ik gebruikte wat ik kon vinden. Zelfs afval. Ik maakte bijvoorbeeld een jurk van vuilniszakken. En ik gebruikte oud denim om er jurken van te maken. In zekere zin was ik dus al aan het recyclen. Ook gebruikte ik voorwerpen als sieraden.”

Duran zei dat hij niet in jouw archieven heeft gekeken, zodat hij een meer impressionistische interpretatie van je werk kon maken. Toch zaten er veel knipoogjes in naar jouw stijlcodes…

“Dat denk ik ook, ja. Laten we zeggen dat de inspiratie misschien Gaultier was, maar het was ook zijn eigen werk. Hij heeft het geïnterpreteerd. Bijvoorbeeld dat lichaam, dat erg behaard was. Ik heb zeker naaktheid getoond, maar niet met zóveel haar! Hij benadrukte het, voegde iets toe. Het was geen kopie, helemaal niet, maar misschien wel geïnspireerd door.”

Toen de pers, zelfs de Franse pers, regelmatig naar jouw shows begon te komen, veroorzaakte je zelf ook zo nu en dan wat controverse, toch?

“Ja. Er waren tijdschriften zoals Le Figaro die, toen ze begonnen te recenseren, eigenlijk schreven: “Nooit meer.” Maar ze begonnen serieuzer te schrijven toen ze hoorden dat er een Japanse investeerder geld in mijn bedrijf had gestoken. Dat veranderde hun houding, want voor hen werd ik daardoor opeens acceptabeler. In het begin was de schok vooral groot bij de Franse pers, die conservatiever was. De Engelsen en de Japanners waren nieuwsgierig en hielden van de geest van mijn werk. Maar in Frankrijk moet het altijd wat meer…”

Le patrimoine?

Exactement! Precies dat: eerbiedig. Weet je, ik heb Duran nog niet gesproken sinds de show en de reacties, maar ik wil hem zeggen dat hij niet bang of bezorgd hoeft te zijn. Al denk ik dat zijn collectie juist laat zien dat hij dat allerminst is!”

Als je mensen van je vervreemdt die weinig begrip hebben, is dat geen slecht teken…

“Vroeger waren we minder bang dan mensen nu zijn. Al moet je nu misschien soms wél wat voorzichtiger zijn. Toen ik begon, was er een jong publiek dat enthousiast applaudisseerde en me steunde. Het conservatieve publiek bleef daar ver vandaan. Ik denk dat het nu misschien wel een beetje omgekeerd is.”

De tekst gaat verder onder de afbeelding

Emily Ratajkowski draagt Jean Paul Gaultier lente/zomer 2026
©Getty Images
2/5
Native Share
Emily Ratajkowski draagt Jean Paul Gaultier lente/zomer 2026

Wie noemde jou eigenlijk als eerste het enfant terrible van de mode?

“Om eerlijk te zijn weet ik niet waar dat vandaan kwam. Waarschijnlijk een Engelse journalist. Maar het was nooit bedoeld als belediging – integendeel. Het was een enorme, echt húúúge eer! Nu zou ik misschien het “oude, niet-terrible” kind kunnen worden genoemd. Maar ik was er heel blij mee, très content. Ik wilde juist níét bij het establishment horen.”

Ik vond een geweldig Style File-videoverslag over je Chic Rabbis-show uit 1993. Die zou tegenwoordig lastig te brengen zijn…

“Weet je, het begon toen ik in de Joodse wijk in Londen was, geloof ik. Ik zag daar streng-orthodoxe Joodse mensen, volledig gekleed in de traditionele kleding van hun gemeenschap en geloof. Ze kwamen uit een synagoge. Het was prachtig. Ik vond het beeld heel krachtig: ze waren samen, droegen allemaal dezelfde kleding. Dat zei iets als: ‘Wij horen bij elkaar, we zijn wie we zijn, en we proberen niet iets anders te zijn.’ Dat raakte me. Mijn collectie was geen aanval, integendeel. Het ging juist over je goed voelen in je eigen huid, over jezelf zijn en trots kunnen zijn op wie je bent. Het ging over openheid.”

Het veroorzaakte destijds wat wrijving, maar geen groot schandaal.

“Weet je, ik heb nooit geprobeerd controversieel of provocerend te zijn. Ik ving gewoon de geest van de tijd op. Dat is wat een ontwerper doet: niet te veel analyseren, maar visueel opnemen. Vergeet ook niet dat ik daarvoor alleen in klassieke modehuizen had gewerkt. Bij Jean Patou bijvoorbeeld, dat heel conservatief was en vol clichés: goud is mooi, zwart is mooi op beige. Het was een soort optelsom van chic. Maar wat betekent dat eigenlijk? Elke kleur kan afschuwelijk of prachtig zijn, afhankelijk van hoe je ermee omgaat. Die hele mentaliteit van de haute couture – oh là là là là! – dat voelde niet als iets voor mijn generatie.

Ik denk dat wat je maakt, het resultaat is van de stemming van de tijd, zonder dat je dat zelf altijd beseft. Ik was geïnteresseerd in meisjes die anders waren, met een andere houding, gebaren en manier van bewegen. Het was een beetje de punkperiode. Ik ging vaak naar Londen, waar mensen veel expressiever waren dan in Parijs. Verschillende groepen hadden verschillende stijlen: de Teddies, de skins, en natuurlijk de punks. De echte Britse punkers. En Vivienne Westwood natuurlijk, die enorm belangrijk was en me diep heeft geïnspireerd. De Engelsen spraken echt met hun kleding. Wanneer ik daar was, voelde ik die energie.”

De tekst gaat verder onder de afbeelding

Jean Paul Gaultier lente/zomer 2026
©Launchmetrics/Spotlight
3/5
Native Share
Jean Paul Gaultier lente/zomer 2026

Jouw visie op de man als object van verlangen was radicaal op de catwalks. Ik denk aan de reacties op Et Dieu Créa l’Homme uit 1985. Volgens de New York Times noemde een criticus het “walgelijk.”

“Dat was voor égalité tussen man en vrouw. Want de vrouw was altijd het object.”

Of een jaar eerder, Barbès…

“Als ik een korset maakte, was dat omdat het een prachtig kledingstuk is. Mooi vormgegeven. Maar het ging ook over vrouwelijkheid. En de vrouwen die ik toonde, waren modern. Er waren heel vrouwelijke, soms sensuele kledingstukken, maar het ging ook over een vrouw die zélf bepaalt of ze een object is of niet. Zij beslist. Het ging over niet onderworpen zijn aan mannen. Het was een vrouw die iets droeg voor haar eigen plezier.”

Ik heb een vriend die destijds vaak in de Parijse clubs kwam, en hij vertelde me, ik zeg het even voorzichtig, dat als je iemand in Gaultier zag, je wist dat die op jouw golflengte zat.

“Dat is goed, toch?”

En hij raadde ook Fassbinders Querelle aan als dé film die dat gevoel het beste weergaf.

“Geweldige film! Echt geweldig! En dat wilde ik ook laten zien, ja. Want vroeger moest een man macht of geld hebben. En vrouwen moesten verleidelijk zijn. Enkel een object. Dus zei ik: oké, mijn man wordt het mannelijke object. Als vrouwen objecten kunnen zijn, dan mannen ook. En vrouwen hebben het volste recht om mannen aantrekkelijk te vinden. Dat is niet alleen een voorrecht van mannen.”

De tekst gaat verder onder de afbeelding

Jean Paul Gaultier lente/zomer 2026
©Launchmetrics/Spotlight
4/5
Native Share
Jean Paul Gaultier lente/zomer 2026

Is het waar dat je een levende kalkoen hebt gestuurd naar een redacteur die je een ongunstige recensie had gegeven?

“Nee! Dat was een misplaatste grap die verkeerd is opgevat. Elk jaar met kerst stuurden de modehuizen kleine cadeaus naar journalisten. Een taart, wat versiering of een fles champagne. En op een dag dacht ik: waarom geen kalkoenen? Dus bestelde ik een aantal levende kalkoenen om naar de redacties te sturen. Pas later realiseerde ik me dat al die kalkoenen prachtig, maar ook enorm groot waren. Ik kan me voorstellen dat iemand die zijn cadeau op kantoor opende, een onaangename verrassing had.”

Dat doet me denken aan de paarden in je laatste show voor Hermès. Ontwerpen voor zo’n klassiek Frans modehuis was ook behoorlijk radicaal, non?

“Oui! Hermès was een ervaring die ik geweldig vond. Wat er gebeurde, was dat Martin Margiela, die mijn assistent was geweest, naar Hermès ging. Ik ging naar de shows die hij daar deed, en ik bewonderde zijn werk enorm. Het was perfect. En terloops dacht ik wel eens na over hoe ik zelf Hermès zou interpreteren. Tegelijkertijd nam Hermès een aandeel in mijn bedrijf (ze kochten in 1999 35% van mijn modehuis), waardoor ik de president ontmoette: de fantastische Jean-Louis Dumas, een zeer creatieve man. Op een dag ging ik naar een show van Martin. En daarna vertelde Dumas me dat Martin zou vertrekken.

Hij vroeg me wie ik geschikt vond als opvolger. Ik noemde een paar namen, zoals Ann Demeulemeester, die het fantastisch had kunnen doen, en zei toen na een moment: ‘En waarom ik niet?’ Het was een soort spel, een uitdaging voor mij om te werken aan iets dat zo tegengesteld was aan mijn eigen stijl. Maar ik zag dat Martin het zo goed had gedaan. En hoewel het een risico was, hield ik ervan. Het was een huis als een maison couture; de kwaliteit was super, en ze zijn volledig toegewijd aan handwerk en discretie. En die discretie was voor mij juist heel vreemd!”

Je werkte met Pierre Cardin, die vandaag niet erg gevierd wordt, maar in de jaren zestig en zeventig een van de grootste sterren van de Franse mode was.

“Cardin was ongelooflijk. Ik begon daar op mijn twintigste verjaardag, 24 april 1972. In die tijd waren hij en Saint Laurent de groten. Het was tegen het einde van de periode van Courrèges, die briljant en revolutionair was, en drie nieuwe silhouetten had geïntroduceerd. Bij Cardin was alles mogelijk. Hij liet me vrijheid zien. Sneed dwars door een jurk heen zonder zoom, nog vóór de Japanners dat deden. Hij was voortdurend aan het uitvinden, aan het spelen met wat ‘verkeerd’ leek. Ik dacht: Mon Dieu, wat doet hij nu weer? Hij was fantastisch, omdat hij vrij was. En dat was mijn leerschool bij een meester. Hij liet me zien dat je dingen steeds opnieuw kunt uitvinden, en dat het altijd een spel blijft.”

Nu ben je nog steeds een beetje terrible, maar niet bepaald meer een enfant

“Niet bepaald, nee!…”

De tekst gaat verder onder de afbeelding

Jean Paul Gaultier lente/zomer 2026
©Launchmetrics/Spotlight
5/5
Native Share
Jean Paul Gaultier lente/zomer 2026

Als je kijkt naar hoe mode er vandaag uitziet, vergeleken met 1972, wat zie je dan?

“Ik denk dat er altijd ontwerpers zullen zijn die iets te zeggen hebben en iets willen bewijzen. Vaak vooral aan zichzelf. We hebben allemaal creatie nodig. Oké, er zijn die grote groepen, maar ook zij weten dat ze creativiteit nodig hebben. Mode is niet meer zoals toen ik begon, want nu kan iedereen een beetje ‘fashion’ zijn. Wat er misschien ook voor zorgt dat ‘fashion’ zijn minder belangrijk is geworden, non? En nu is de artistiek directeur van een modehuis misschien nog steeds een belangrijk beroep, maar het draait minder om de kleding zelf; het gaat meer om het universum en de visie van het huis.”

Duran lijkt vooral gericht op het uitdrukken van een visie, maar dan heel duidelijk via de kleding.

“Ja! En zoals ik eerder zei: zijn Gaultier-collectie raakte me emotioneel, omdat het me opnieuw liet voelen wat ik in mijn beginjaren voelde. De energie en geest van toen, die misschien ergens diep vanbinnen nog steeds aanwezig zijn.”

We worden ouder en ouder, maar de stem in ons hoofd klinkt altijd hetzelfde als vroeger…

“Precies!”

Dit artikel is oorspronkelijk gepubliceerd door Vogue US.