Kleine dorpjes met lokale specialiteiten, stijlvolle hotels en restaurants, een wilde natuur en dat alles op maar twee uur vliegen: Menorca is onterecht de underdog van de Balearen. Het eiland bestaat voor een groot deel uit beschermd natuurgebied (40 procent!), de sfeer is er relaxed en er zijn talloze idyllische strandjes te vinden. Van hotels en restaurants tot vintagewinkels en unieke kunstgalerieën: stylist Jetteke van Lexmond vierde deze zomer vakantie op het eiland en deelt met Vogue de plekken waar je heen wil. Hier zijn 11 tips voor Menorca.
Elke week onze beste artikelen in je inbox? Schrijf je hier in voor de Vogue-nieuwsbrief.
Tips voor Menorca
Overnachten bij Cristine Bedfor
Een geweldig boetiekhotel in de hoofdstad Mahon, met een interieur ontworpen door Lorenzo Castillo. Echt zo’n hotel dat aanvoelt als een home away from home. Een pluspunt: het restaurant wat erbij hoort, werkt met lokale en seizoensgebonden producten.

Ontbijten of koffiedrinken bij Pigalle
Pigalle is een Franse bakker die is neergestreken in Mahon. Je kijkt zo de bakkerij in, en ziet de bakkers druk met het rollen van roombotercroissants en het maken van zuurdesembrood. Geniet van het prachtige interieur en neem een kop koffie, die je vervolgens opdrinkt op de bankjes voor de winkel in de zon.

Rondstruinen bij Hauser & Wirth
Illa del Rei is een prachtig eiland in de haven van Mahon. Met een klein bootje vaar je in een kwartier naar het miniparadijs. Op dit eiland is het oude ziekenhuis omgetoverd tot een art gallery, genaamd Hauser & Wirth. De tuinen zijn ontworpen door de Nederlandse tuinarchitect Piet Oudolf en echt een lust voor het oog. Alles klopt hier: van architectuur en interieur tot de kunst en zelfs het restaurant, Cantina. Zorg dat je reserveert.
