Frederieke Bloem is een ondernemende self-taught chef die van geen stoppen weet, Jesse van der Ploeg is een architect met gouden handjes. Zij opende dit jaar haar eerste restaurant, Copain in Amsterdam-Noord; hij verbouwde het interieur van de oude loods zo’n beetje eigenhandig. Een liefdesbaby, maar Frederieke is de capo van de company – al gelooft niet iedereen dat meteen. “Dag meisje”, hoort ze dan, “waar is de baas?”
In gesprek met Frederieke en Jesse van Copain Amsterdam
Ze leerde Jesse kennen op zeilkamp in Friesland. “Hij was de zeilinstructeur”, zo vertelt Frederieke Bloem op een zonnige voorjaarsochtend gezeten achter een tafel in een verder leeg restaurant in Amsterdam-Noord – waarover later meer. Van haar achtste tot haar zestiende reisde Frederieke (geboren in Zwijndrecht op 8 november 1994, opgegroeid in Hendrik-Ido-Ambacht) elke zomer naar de Friese Meren, samen met haar oudere broer, jongere zus en een gezelschap dat bij elke editie in omvang toenam. “We namen echt iedereen mee uit het dorp: vrienden, kinderen van vrienden van mijn ouders, een hele stoet.”
De eerste paar jaar zat ze in het jongerenkamp, vanaf haar twaalfde mocht ze naar het ouderenkamp. En daar was dus een zeilinstructeur die Jesse heette, zes jaar ouder. “Ja Jesse, die vond ik wel meteen interessant. Maar hij was een jongen van achttien, dus dan is het een soort van tja … dat is niet verliefd, het is meer: je bewondert iemand. Hij had dat van zijn kant overigens helemaal niet. Ik was nog een guppy.”
Omdat Frederieke elk jaar terugkeerde naar Friesland, ontstond er een hechte band met de andere cursisten, wat uitgroeide tot een grote groep vrienden. Een van die vrienden heette Mendel van der Ploeg, de vijf jaar jongere broer van Jesse. Voor zijn eenentwintigste verjaardag gaf Mendel een groot feest in Amsterdam. Al zijn vrienden waren daar, ook die van het zeilkamp in Friesland, en Jesse. Frederieke: “Ik had Jesse wel gezien op dat feest, maar pas later stuurde hij me via Facebook een bericht. Ik denk dat er wel een halfjaar tussen zat. Hij schreef dat hij me gezien had op het feest van zijn broertje, en of ik zijn date wilde zijn voor het kerstdiner in zijn huis.”
De tekst gaat verder onder de afbeelding.

Kerstdiner in hartje zomer
Jesse, telg uit een Amsterdams kunstenaarsgezin, meldde zich na de middelbare school eerst bij de Rietveld Academie. Naast een liefde voor beeldende kunst ontwikkelde hij ook interesse in de constructie en de techniek achter een ontwerp. Dus toog hij naar Delft om bouwkunde te studeren aan de Technische Universiteit. Die studiekeuze verraste Frederieke niet. “Op zeilkamp was Jesse altijd al druk met het bouwen van dingen. Dan harkte hij weer allerlei pallets bij elkaar en bouwde daar een dj-booth van. Jesse timmerde alles aan elkaar.”
Elk jaar organiseerde Jesses studentenhuis een kerstdiner, maar dan in hartje zomer. “Dat was grappig of zo”, zegt Frederieke, die al die jaren na dato de grap er nog altijd niet van inziet. Voor dat diner had Jesse zijn oog laten vallen op Frederieke. Maar die twijfelde of ze erop in moest gaan. “Ik belde mijn vader. Ik kon het niet geloven. Al die jaren op het zeilkamp was hij niet bereikbaar, en nu ging hij me uitnodigen voor een date?”
Maar ze zei toch ja en verkleedde zich voor het thema Disney Normaal als “de vrouw van Jack Sparrow, met een rok en zo’n gewaad, geleend van mijn moeder”. “Dat hele Delftse feest was een uitbundig dolle boel, maar ik voelde me er niet op mijn gemak. Na afloop wilde Jesse nog een keer afspreken, wat ik een beetje ging afwimpelen. Ik was überhaupt nog niet zo’n dater, was vooral bezig met sporten. Ik zat in Arnhem op het Cios, de sportopleiding. Karate, turnen, wielrennen, skiën, zeilen. Ik heb ook nog geroeid. Van huis uit meegekregen. Mijn vader is fanatiek wedstrijdroeier geweest en heeft deelgenomen aan meerdere wereldkampioenschappen. Ik had in die tijd weleens een vriendje, maar ik hield vooral van sporten.”
De tekst gaat verder onder de afbeelding.
