Mijn ergste kerst was vermoedelijk de editie van een paar jaar geleden, waarin ik me voor het overgrote deel van de tijd in de auto bevond, navigerend tussen meerdere verscheurde gezinnen, met in mijn maag een permanente overload aan kaas. Aan de ene kant van de Google Maps-route die kerstdagen: mijn schoonfamilie van dat moment, met ouders die al jaren geleden gescheiden waren maar alsnog jaarlijks streden om de vraag wie het beste kerstdiner organiseerde. Met als gevolg twee diners waarbij het ofwel continu heel concreet over het diner van ‘de andere kant’ ging – ‘zulke lekkere kip krijg je zeker niet bij papa?’ – of juist heel uitgesproken niet – waardoor mijn ex en ik op tweede kerstdag min of meer moesten doen alsof we niet al twee diners én twee kerstbrunches achter de rug hadden.
Kerst vieren met familie
Aan de andere kant dat jaar: mijn eigen familie, die er jarenlang in geslaagd was kerst te ontvluchten door met een bevriende familie op wintersport te gaan. Helaas voor ons was de andere familie kort voor de kerstdagen dusdanig onderling in conflict geraakt dat de jaarlijkse skitrip niet doorging. Dus zaten wij de 24e, 25e en 26e december onverhoopt toch thuis – zonder excuus om de festiviteiten te ontlopen, mét een spontaan ontstane, diepe onzekerheid rondom ons eigen, zeer onderontwikkelde vermogen tot het vieren van kerst.
Via deze link meld je je aan bij ons nieuwe Instagram Channel Before it’s in Vogue
In een chalet op een Zwitserse berg boeit het immers weinig wat je op tafel zet op eerste kerstdag, wat je aanhebt tijdens het kerstontbijt. Maar in onze eigen stad, ten overstaan van eigen familie en vrienden, boeide dat ineens heel erg. Onze naderende kerstdagen voelden als zo’n universele koortsdroom over de middelbare school: het wiskunde-examen gaat bijna beginnen en iedereen heeft geleerd, behalve jij. Gevolg: paniekaankopen in de supermarkt, blinde zelfoverschatting bij het kiezen van recepten, oververhitte menudiscussies in de gezinsapp, huilbuien aan het aanrecht, drie glitterjurken in mijn kast die ik uiteindelijk nooit heb aangehad en één culinair trauma in de vorm van een kalkoen die om negen uur ’s avonds na vijf uur in de oven alsnog niet gaar bleek te zijn.
Decemberslagveld
Op de een of andere manier werd al het familiair leed dat jaar gecompenseerd in de vorm van kaasplanken. Beter gezegd: door kaasplanken gecureerd en gepresenteerd met de mededeling dat dit de allerbeste kaasplank ooit was. Na elk diner en na elke brunch werd een nieuwe lading comté, chaource, oude geit en blauwschimmel aangerukt – alles gehaald bij de beste kaaswinkels en de schattigste zuivelboertjes op de beste markt. Zo zaten mijn partner en ik dagen achtereen de beste kazen ooit te eten op verschillende locaties en aan verschillende tafels. Intussen verzwijgend dat we gisteren ook al de beste kazen ooit gegeten hadden, net als de dag daarvoor. En hoezeer deze bijgeleverde superlatieven dus nergens op sloegen.