in-gesprek-met-artiesten-karsu-en-claude-als-je-kansen-krijgt-in-het-leven-moet-je-die-grijpen-279724
©Stijn de Vries, Vogue Nederland, januari/februari 2024

Ze hebben elkaar één keer eerder ontmoet, bij het Gouden Televizier-Ring Gala in oktober, waar zangeres en pianiste Karsu Dönmez (33) met het nummer Volg mijn pen een muzikale ode bracht aan tv-presentatoren en acteurs die ons het afgelopen jaar zijn ontvallen. Claude Kiambe (20) trad daar ook op met zijn grote hit Ladada (Mon dernier mot). Tijdens de afterparty tikte Karsu de jonge popzanger aan, wetende dat ze een maand later samen zouden worden geïnterviewd en gefotografeerd voor Vogue. Even hoi zeggen en vast het ijs breken. Maar wat weten Karsu en Claude eigenlijk van elkaar, en zijn ze bekend met elkaars muziek?

In gesprek met Karsu en Claude

“Ik vind het fijn om mensen zonder voorkennis te ontmoeten”, zegt Karsu in de kleedkamer van de Supperclub in Amsterdam, op de ochtend van de shoot. “Dus ik heb niet online allerlei informatie opgezocht.” Maar ze kent zijn singles, waaronder Layla en Vas-y (Ga maar), gezongen in zijn inmiddels kenmerkende mix van Frans en Nederlands. Karsu: “Ik vind vooral de productie goed. Bij zijn muziekstijl kan het al snel te veel worden, omdat je er vanuit enthousiasme van alles in wil stoppen, maar ik vind het juist smaakvol gedaan.”

Elke week onze beste artikelen in je inbox? Schrijf je hier in voor de Vogue-nieuwsbrief.

Claude was op zijn beurt onder de indruk van Karsu’s optreden tijdens het gala, in de buitenlucht, op een sluis voor theater Carré. “En je hebt toch meegedaan aan Beste zangers, waar je een nummer in het Frans deed, met Belle Perez?” Bij het duet Je suis malade zong Belle in het Frans en Karsu in het Turks. “Echt prachtig”, zegt Claude met een brede glimlach. “Mijn zus zong thuis altijd Je suis malade en legde daar al haar emoties in. Mooi hoe jullie dat zo hadden gecombineerd.” Hebben Karsu en Claude nog meer met elkaar gemeen? 

Muzikale wortels

Claude: “In Afrikaanse landen is muziek altijd aanwezig, het is de basis. In Congo, waar ik ben opgegroeid, hadden we niet veel en op tv waren maar een paar zenders te zien. Maar mijn liefde voor muziek ontstond via de grote artiesten die ik op tv hoorde: Michael Jackson, Beyoncé en Adele. Die nummers zongen we in gebroken Engels mee, naast de Afrikaanse hits. Adele is nog steeds mijn grote held en het is mijn droom om haar show in Las Vegas te zien. Als ik haar hoor zingen, voelt dat als thuiskomen.”

“Toen ik negen was, vluchtte ons gezin naar Nederland. In het asielzoekerscentrum in Alkmaar moesten we aan veel dingen wennen, maar muziek bracht iedereen samen. Er was een band in het azc, waar vele talen en invloeden in waren te horen. Mijn zes broers en zussen speelden ook in de band, maar ik was nog te jong. Dus zocht ik mijn eigen weg en deed ik in 2019 mee aan de The Voice Kids.”

Karsu: “Bij ons thuis speelde muziek niet zo’n grote rol als bij jullie, al wilde mijn vader eigenlijk muzikant worden. Hij kwam als politiek vluchteling vanuit Turkije naar Nederland. Mijn opa was burgemeester, die wilde dat mijn vader arts of advocaat zou worden. Toch spaarde hij voor een saz, een Turks snaarinstrument. Mijn moeder is later ook nog op percussieles gegaan. Zelf zat ik vanaf mijn vijfde op muziekles en ontdekte ik al snel dat de piano mijn ding was. Ik wilde als klein meisje zo’n groot en machtig instrument bespelen. Mijn vader was eerst jongerenwerker en mijn moeder onderwijskundige. Inmiddels is ze al bijna vijftien jaar mijn manager.”

“Maar ons leven werd vooral bepaald door eten. De keuken uit de Hatay-regio, waar wij vandaan komen, is beschermd door Unesco. Daar lag mijn vaders hart, dus opende hij eerst een restaurant in de Jordaan, nam daarna een hotel over in Turkije en kwam in 2001 terug om ons laatste restaurant Kilim te openen in De Pijp. Ik werkte daar in de bediening en zag altijd een oude piano staan. Een gast vroeg een keer of ik iets wilde spelen. Zo speelde en zong ik ieder weekend, zes jaar lang.”

Zelfvertrouwen

Karsu: “Ik werd op school gepest, omdat ik piano speelde en klassieke muziek niet stoer was. Maar toen ik ging optreden en mijn talent werd opgemerkt, hield dat gelukkig snel op. Ook ging ik al op jonge leeftijd naar Amerika, waar ik in een koor zat en later studeerde. Op een gegeven moment dacht ik: muziek ligt me wel lekker, ik ga ervoor.”

Claude: “Ik heb nooit echt aan mezelf getwijfeld, grappig genoeg. Ik had denk ik vooral heel veel schijt. The Voice Kids begon als grap, want de kandidaten zouden naar Disneyland Parijs gaan, wat ik altijd al wilde. Dus ik nam met wat hulp van mijn zusje een auditie op via mijn mobiel, waardoor ik naar de blind auditions mocht. Dus toen kon ik aan de rest van mijn familie vertellen dat ik naar Hilversum moest. Ze gingen iedere keer met me mee in de trein naar het Mediapark, ook al was dat best duur, en steunden me enorm.” 

Karsu: “Ik wil terugkomen op het woord dat je net gebruikte: schijt. Ik zie dat bij veel mensen die succesvol zijn in hun carrière; die zijn ooit blindelings in een trein gestapt, zonder te weten waar die trein heengaat. Jij stapte zelfs letterlijk in de trein, naar Hilversum, omdat je naar Disneyland wilde. Mijn moeder zei een keer heel mooi: er is niets mooiers dan van je hobby je beroep kunnen maken. En ik kan er nu gelukkig goed van leven. Maar jij bent hiernaartoe gevlucht, net als mijn vader. Dus als je kansen krijgt in het leven, helemaal met alle mogelijkheden die Nederland heeft te bieden, moet je die grijpen.”

Lees het volledige interview met Karsu en Claude in het januari/februarinummer van Vogue Nederland, dat nu in de winkel ligt en hier online te bestellen is.