De laatste tijd is er in het nieuws veel te doen rondom de pijnbestrijding bij het zetten van een spiraal. Eindelijk, zou ik willen zeggen, gebaseerd op mijn eigen ervaring. Maar waarom duurde het überhaupt zo lang voordat dit onderwerp op de kaart werd gezet? En hoe nu verder? Vragen die ik stel aan rechtsgeleerde Madeleijn van den Nieuwenhuizen, onder het grote publiek beter bekend als Zeikschrift, en Eva van de Goeij, oprichter van Ava, die vorig najaar een crowdfunding startte voor een grootschalig Nederlands onderzoek naar pijnbestrijding bij de spiraal. Dit onderzoek heeft inmiddels plaatsgevonden en de resultaten lees je verderop in dit artikel.
Pijn bij het zetten van een spiraal
Laat ik met mijn eigen ervaring beginnen. Ruim vijftien jaar geleden besloot ik een spiraal te laten zetten. Na jaren de pil te hebben geslikt als anticonceptiemiddel, leek het me wel makkelijk daar niet meer elke dag aan te hoeven denken. Bovendien hoorde ik van vriendinnen goede verhalen over de Mirena-spiraal: deze geeft kleine hoeveelheden progestageen af. Zo zou je minder ‘last’ hebben van hormonen – niet dat ik tegen de pil ben – en bovendien weinig tot niet meer bloeden tijdens je menstruatie. Er zijn ook andere spiralen, zoals de koperspiraal zonder hormonen, maar voor allemaal geldt: je zou ‘in één keer’ beschermd zijn tegen zwangerschappen in de jaren die volgden. Louter voordelen, me dunkt.
Was dat even thuiskomen van een koude, en vooral pijnlijke kermis. Eerst over de effecten: ik was inderdaad voor de vijf jaar erna ‘klaar’, qua anticonceptie. Al kwam dat mede doordat het zetten van de spiraal en de maanden daarna zo afgrijselijk waren, dat ik dacht: nou laat ik ‘m zitten ook. Want de eerste vijf maanden na het zetten bloedde ik élke dag, waarna ik inderdaad – het moet gezegd worden – vijf jaar lang niet menstrueerde.
Elke week onze beste artikelen in je inbox? Schrijf je hier in voor de Vogue-nieuwsbrief.
Koude kermis
Ja, het inbrengen van de spiraal door de gynaecoloog in het ziekenhuis was afgrijselijk. De pijn die ik voelde, kan ik het best omschrijven als een messteek in mijn buik. Ik had van tevoren op aanraden twee paracetamols genomen. Toen de eendenbek – een koude en pijnlijke kermis an sich (iykyk) – er bij een tweede poging eindelijk in zat (“voor jou nemen we maar de kindermaat”), werd de spiraal ingebracht. Deze is overigens niet spiraalvorming, maar een buigzaam stukje kunststof, een soort pinnetje, van circa 3 centimeter lang. Aan het ankervormige objectje zitten twee draadjes die door je baarmoedermond naar je vagina gaan. Daaraan kan het spiraaltje er weer uitgehaald worden, na vijf tot uiterlijk acht jaar. Spoiler alert: ook dat was niet per se een prettige ervaring.
Dat spiraaltje verankert zich dus in je baarmoeder – klinkt naar, is het ook. Volgens mijn moeder, die me in de wachtkamer hoorde krijsen, was het maar beter dat ik voorlopig niet zou bevallen, “want dat kun je helemaal niet aan”. (Jaren later werd het een keizersnee, ook geen kattenpis qua pijnbestrijding, maar dat is een ander verhaal.)
Lichamelijk trauma
Na het zetten mocht ik van de gynaecoloog even blijven liggen omdat het zwart voor mijn ogen werd. Vervolgens zat ik opgevouwen, kermend van de pijn in de auto, en lag ik de rest van de dag knock-out op de bank. Een paracetamol kon ik krijgen, that’s it. Het hele gebied bleef nog zeker een paar weken gevoelig.
Ik had dit ‘lichamelijke trauma’ (tussen aanhalingstekens omdat het zo zwaar klinkt, maar eigenlijk is het dat wel) even verdrongen. Tot de pijnbestrijding rondom het zetten van een spiraal vorig jaar weer volop in het nieuws kwam. In Nederland heeft één op de vijf vrouwen een spiraal. Een kort rondje op de redactie leert me dat iedereen eigenlijk enorme pijn had bij het zetten van een spiraal. Ook mediacriticus en rechtshistoricus Madeleijn van den Nieuwenhuizen sprak zich deze week uit, met een ervaring die sterk overeenkomt met die van mij. Op haar account @Zeikschrift ontvangt ze veel reacties van mensen met soortgelijke verhalen (zie de post hieronder). “Wat opvalt, is het gebrek aan voorlichting aangaande de mogelijkheden voor pijnbestrijding”, vertelt Van den Nieuwenhuizen. “De extreem uiteenlopende ervaringen duiden op een gebrek aan een goed werkend protocol bij het NHG.”