Josephine Baker en Marlene Dietrich als muze

Na het bestuderen van de powerdressing van Catherine de’ Medici voor de collectie van vorig seizoen, ontdekte Chiuri een soortgelijke aanpak in de garderobe van Josephine Baker. Als zwarte cabaretier in het Parijs van 1920 – en een voorbeeld van de nouvelle femme – gebruikte ze kleding als middel om de raciale stereotypering en genderrollen van haar tijd te bestrijden. Met haar groeiende roem werd Baker een coutureklant bij Dior. Baker, verzetsstrijder in oorlogstijd en burgerrechtenactivist, zag mode als een cultureel middel voor verandering. Zo woonde ze in 1959 de haute couture-show van Yves Saint Laurent voor Dior bij. Marlene Dietrich, die een provocerende voorliefde voor mannelijke kleding had, kreeg ook een plek op Chiuri’s bord met seizoensmuzen.

Chiuri brengt cabaretgarderobe terug

“Ik hou van het idee een collectie te creëren geïnspireerd op de jaren twintig – toen cabaretjurken sprankelend, geborduurd en glamoureus waren – en te combineren met het echte leven: de tailleur, het uniform”, zegt Chiuri. “Ik ben een pragmatische vrouw die houdt van kleding die je kunt dragen. Werkend vanuit dit gevoel, creëerde ik iets dat werkt voor deze tijd.” Ze nam de elementen uit Bakers hoogtijdagen – jurken met franjes, bustierjurken, metallic jurken – als inspiratie. De couturiers borduurden lichtgouden en platina franjes en bewerkten het fijnste glanzende  fluweel in gedrapeerde avondsilhouetten.

Verfraaide elementen van ondergoed en badjassen

De uitbundige optredens van Baker inspireerden ook om te kijken naar de onderkleding van die tijd, inclusief kamerjassen en gewaden voor thuis. Chiuri transformeerde de stukken in een soort avondlook, zoals een zwart satijnen badpak gedragen onder een zijden fluwelen gewaad met zwarte revers gestikt in een ruitpatroon. De stijl van Dietrich en haar strikt zwarte kleding zien we terug in een geplooid gemêleerd wollen jasje en rokpak. Een soortgelijk silhouet werd in grijze jacquard gecreëerd met een gevilte wollen cape. “Dit soort werk, zo minimaal… maar het is zo couture!”

Mickalene Thomas creëerde het decor

In de tuin van Musée Rodin werd de runway omlijst door enorme kunstwerken op textielbasis, gemaakt door de Afro-Amerikaanse kunstenaar Mickalene Thomas en overgeborduurd door de Chanakya Ambachtschool in India. Ze portretteerden dertien zwarte of mixed race vrouwen, wier bijdragen aan de cultuur deuren openden voor nieuwe generaties. Op een rij: Josephine Baker, Nina Simone, Diahann Carroll, Dorothy Dandridge, Marpessa Dawn, Lena Horne, Eartha Kitt, Josephine Premice, Hazel Scott, Donyale Luna, Naomi Sims, Helen Williams en Ophelia DeVore. “Een diverse en eclectische groep vrouwen die, ondanks kansenongelijkheid, met vertrouwen, elegantie, schoonheid en talent doorzette.”

Dit artikel is oorspronkelijk gepubliceerd door Vogue UK.