kleding-wordt-steeds-duurzamer-maar-hoe-zit-dat-eigenlijk-met-lingerie-292882
©Vogue Living, Hein Gijsbers

Hoe duurzaam is jouw lingeriela? Dat is natuurlijk een persoonlijke vraag, maar duurzaamheid is een hot topic  in de mode-industrie. Laatst lanceerde Milieu Centraal nog een campagne om vrouwen aan te sporen minder kleren te kopen. Om de opwarming van de aarde enigszins te matigen, moeten we ons beperken tot vijf nieuwe kledingstukken per jaar, zo concluderen onderzoekers. Maar hoe zit dat met lingerie? Ondergoed is natuurlijk lastig te ‘Marie Kondo-en’ of tweedehands te (ver)kopen. Heb je aan één of twee nieuwe items dan wel genoeg?

Hoe lang gaat lingerie daadwerkelijk mee?

“Het dominante idee is dat je iedere zes maanden nieuwe onderbroeken en bh’s nodig hebt, omdat het materiaal dan uitrekt”, legt Nicola Hopkins uit. De eigenaresse van Bold Intimates helpt lingeriemerken met het technische design en ontwikkelen van hun collecties, wat best een ingewikkeld proces is. “Maar”, voegt ze toe “de laatste jaren is dit idee heroverwogen. Moet je je lingerie echt iedere zes maanden vernieuwen, als de stukken van goede kwaliteit zijn en je ze goed verzorgt? Persoonlijk vind ik van niet.” Ze raadt aan lingeriestukken te dragen tot ze hun comfort verliezen of letterlijk uit elkaar vallen. Die tijdlijn hangt volgens Hopkins af van een aantal factoren: “Hoe je ze wast, hoe regelmatig je ze draagt, hoe actief je bent en, met een onderbroek, zelfs je intieme afscheiding.”

Elke week onze beste artikelen in je inbox? Schrijf je hier in voor de Vogue-nieuwsbrief.

Maar de onderscheidende factor is toch echt de duurzaamheid en kwaliteit van het lingeriestuk zelf. “We moeten bewust kiezen voor kwalitatieve materialen en kledingwerkers minder opjagen, zodat iedere naad en zoom gemaakt is om lang mee te gaan”, aldus Hopkins. Daar valt nog veel op te winnen. Want terwijl de mode-industrie de laatste jaren druk bezig was met verduurzamen en verbeteren, liepen dezelfde innovaties in de lingeriesector soms achter, of bleven ze beperkt tot nichemerken.

Inclusiviteit versus duurzaamheid

Waarom is dat? Ten eerste heeft de lingeriewereld – die zo’n vijf jaar geleden nog werd gedomineerd door Victoria’s Secret Angels – wel degelijk bewuste, sociale stappen gemaakt. Maar die stappen gingen vooral om inclusiviteit in plaats van duurzaamheid. Tegenwoordig vind je bij populaire lingeriemerken zoals Savage X Fenty en Skims een ruim aanbod aan maten, looks in verschillende huidskleuren en een diversiteit aan rolmodellen. Zelfs Victoria’s Secret heeft een wat breder maataanbod. Hopkins bevestigt dat, als een merk goed passende bh’s wil maken, zo’n diversiteit aan maten technisch best lastig en tijdrovend is. “In tegenstelling tot een losvallend T-shirt kun je bij bh’s niet zomaar een sample size pakken en daar een paar centimeter aan toevoegen of afhalen.”

Daarom lijkt het vaak alsof het één (inclusiviteit) het ander (duurzaamheid) uitsluit. Maar volgens Hopkins zijn ze juist onlosmakelijk met elkaar verbonden: “Ik zie merken soms één gerecycled materiaal gebruiken om duurzaamheid van hun checklist af te vinken. Maar inclusief zijn, maakt je ook duurzaam. Het gaat om het totaalplaatje van je impact als merk.”

Lisa Bergstrand, oprichter van Bergstrand Consultancy, dat modemerken zoals Acne Studios en Toteme helpt duurzamer en bewuster te worden, is het daarmee eens. Het probleem ligt volgens haar bij het feit dat mensen voor die inclusiviteit en duurzaamheid niet willen inleveren op de goedkope prijs die we nu van onze lingerie verwachten.

De ware prijs

Die verwachting hebben we omdat de modewereld ons zo heeft opgevoed, legt Bergstrand uit: “Zo wordt elk merk dat de werkelijke prijs vraagt gezien als duur of elitair. Maar de goedkope prijs van onze kleren en lingerie gaat wel degelijk ten koste van iets: van het milieu, de dieren waarmee we deze planeet delen en onze eigen gezondheid.”

Omdat we het zo intiem dragen, heeft minder-duurzame lingerie namelijk ook een negatief effect op ons lichaam. Dat komt vooral door de materialen en verftechnieken die nu gebruikt worden. Lingerie moet immers stretchen en een mooie kleur hebben. Volgens Hopkins zorgt dat voor de grootste duurzaamheidsdrempels, want daar zijn synthetische verven en vezels zoals elastaan (Lycra of Spandex) voor nodig. Bergstrand legt uit waarom dit zo slecht is: “Het verwerken van deze stoffen omvat duizenden chemicaliën. Sommige daarvan kunnen schadelijk zijn, zowel voor de makers als de dragers van het stuk. Bij het dragen en wassen van elastaan komen ook microplastics vrij, die op de hoogste bergen, diepste oceanen en in ons eigen lichaam terechtkomen.”

Duurzame lingerie

Daarom pleiten beide voor het verminderen van elastaan in lingerie. “Er komen innovaties aan, zoals biobased alternatieven voor lycra”, zegt Hopkins. Tot die er zijn, raadt ze aan om voor lingerie van natuurlijke materialen te kiezen, waarin bijvoorbeeld alleen de taille of een klein percentage van de stof synthetisch is. Bergstrand tipt zijde, lyocell of katoen – maar dan wel van verantwoordelijke bronnen: “Deze zijn beter voor het klimaat én je huid. Zoals bijvoorbeeld Pamba, een lingeriemerk uit Londen. Zij maken simpele lingerie van een bamboe-blend, ethisch met de hand gemaakt in Indonesië en geverfd met natuurlijke plantextracten. Of de schattige onderbroeken, bralettes en basics van Cou Cou Intimates. Deze zijn gemaakt van GOTS-certified, biologisch katoen.”

Maar hoe vind je nou de juiste – duurzame – lingerie? Volgens Murielle Victorine Scherre, ontwerper van het duurzame Belgische lingeriemerk la fille d’O, maakt greenwashing die zoektocht soms heel lastig: “Alle woorden die ik nodig heb om aan te duiden wat ik doe, zijn door andere merken al uitgehold.”

Hopkins vertelt over certificaten en labels, die het makkelijker maken echt duurzamere initiatieven van greenwashing te onderscheiden: “Je hebt Oeko-Tex, GOTS, Cradle to Cradle, B-corp en het is vaak ook een goed teken als je lingerie in Europa gemaakt is.”

Als investering

Daarnaast ligt het volgens Bergstrand ook aan verwachtingsmanagement: “Er is een bepaalde culturele en consumentenverwachting over hoe lingerie eruit moet zien en hoe het je moet laten voelen. Maar de duurzame materialen die deze looks waar kunnen maken zijn vaak lastig te vinden, zeker binnen een prijs die we als betaalbaar beschouwen.” Het komt erop neer dat je jouw lingerie als investering moet zien, zowel in geld als aandacht en liefde. “Het begint bij de juiste maat kopen, zodat de stof niet te snel overbelast raakt”, aldus Scherre. “Dan geven we goede wasvoorschriften mee. Vaak wassen, op lage temperatuur, geen droger. Als het toch misgaat hebben we een in-house reparatiedienst.” Zoals de meeste investeringen, betaalt deze zichzelf weer terug. In een positievere impact op de planeet, de ruimte in je lingeriela en zelfs de cost-per-wear.

Bovendien is lingerie iets ontzettend intiems. Het raakt je, letterlijk, zelfs als de buitenwereld het niet kan zien. Het moment waarop je thuiskomt en je opgelucht je bh onder je T-shirt uit manoeuvreert, is voor veel mensen oh-zo relatable. Maar als je lingerie goed voelt (in pasvorm en stof, maar ook in de wetenschap dat jij er onder je kleren mooi uitziet én dat je lingerie van ethische, duurzame bronnen komt), voel jij je ook beter.

Op de vraag of we het echt met een à twee nieuwe lingeriestukken per jaar kunnen doen, antwoordt Hopkins volmondig ja: “Dat is eigenlijk geweldig advies. Stel je tijdens het shoppen eens voor dat dit het enige lingeriestuk is dat je dat jaar koopt. Zou je het dan nog wel doen?”