ik-wil-dat-mensen-weer-verliefd-worden-op-gucci-ontwerper-sabato-de-sarno-over-zijn-visie-voor-gucci-268727
©Federico Ciamei

“Mijn eerste afspraak in de mode was met Gucci.” Sabato De Sarno zit op een van de vier Mario Bellini Le Bambole-stoelen in zijn Romeinse kantoor met zijn teckel Luce op zijn schoot. Het is “een maand en tien dagen” geleden dat hij het roer overnam als creatief directeur van Gucci. Het merk is eigendom van Kering en heeft een waarde van omgerekend ruim 9 miljard euro. Het hondje voelt zich al helemaal thuis in Gucci’s 17e-eeuwse Palazzo Mancini-Salviati hoofdkantoor. Maar De Sarno, een jongensachtige veertigjarige met een gevoelig, bedachtzaam karakter, is nog steeds aan het settelen. Hij leert de teams kennen, voert producttests uit en gaat zitten voor inleidende interviews zoals deze. Hij begint met een persoonlijk verhaal over een vroegere mode-aankoop.

Sabato De Sarno over zijn plannen voor Gucci

“Ik nam de trein naar Rome. Daar kwam ik voor de eerste keer in een luxe modewinkel”, vertelt hij op een dag in juli. “Ik weet nog dat ik verrast was toen ik de mensen buiten in de rij zag staan. Ik denk dat ik me net zo voelde als mijn neefje nu doet wanneer ik met hem naar Disneyland ga. Het was emotioneel. Toen het mijn moment was om naar binnen te gaan, kocht ik dit jasje. Een jasje van Tom Ford. Fluweel, dieprood, met een zwarte kraag. Ik verkocht de ketting die ik van mijn ouders had gekregen om hem te kopen. Dat weten ze niet.”

Elke week onze beste artikelen in je inbox? Schrijf je hier in voor de Vogue-nieuwsbrief.

Tegenwoordig bestaat zijn uniform uit zwarte T-shirts, zwarte jeans en witte Converse All-Star-sneakers. Maar hij heeft nog steeds dat ene Gucci-jasje. “Nu is hij heel klein voor mij”, zegt hij. “Toen was ik een jonge man, maar ik bewaar hem nog steeds omdat ik hem zo mooi vind.”

Wie is Sabato De Sarno?

De Sarno is afgestudeerd aan het Istituto Secoli in Milaan en werkte eerst bij Prada en Dolce & Gabbana. Daarna zat hij meer dan tien jaar bij Valentino. De Sarno werkt al twintig jaar in de mode, maar voordat hij bij Gucci aan de slag ging, werkte hij altijd achter de schermen – en daar voelde hij zich op z’n gemak. “Dit is een heel nieuw moment voor mij”, vertelt hij. “Ik ben een dromer. Maar eerlijk gezegd heb ik nog nooit gedroomd van zoiets als dit.”

Toen hij het jasje kocht, wist De Sarno dat hij modeontwerper wilde worden. “Ik ben opgegroeid in een klein dorpje in het zuiden. Het heet Cicciano, dichtbij Napels”, vertelt hij. “Ik was altijd erg geïnteresseerd in wat mensen op straat droegen. Het is het eerste communicatiemiddel naar andere mensen toe om te laten zien wie je bent. Toen begon ik na te denken over het maken van kleding. Mode draait voor mij om het helpen van mensen om zichzelf te zijn.”

De tekst gaat verder onder de afbeelding.

Sabato De Sarno
©Federico Ciamei

Jezelf zijn

Dat was precies het eerste wat hij deed toen hij aantrad bij Gucci: mensen helpen zichzelf te laten zijn. “Ik riep iedereen naar mijn kantoor en zei: ‘Ik weet dat ik jullie creatief directeur ben. Maar ik ben Sabato, en ik zat twintig dagen geleden nog in jullie positie, en ik weet wat jullie denken en waarom jullie niets zeggen. Ik weet dat je bang bent omdat veel dingen veranderen en je onderdeel van het oude Gucci-team voelt. Maar nu ben je hier, en als je hier bent, ben je mijn team en heb ik je mening nodig.” Tijdens ons bezoek in juli lijkt De Sarno’s bondgenoot Remo Macco te zijn, een Gucci-veteraan die vorig jaar werd benoemd tot studio design director. Maar ook artistiek directeur Riccardo Zanola, met wie hij eerder werkte bij Valentino, staat naast hem.

De Sarno heeft veertien jaar lang het vertrouwen gewonnen van Valentino’s Pierpaolo Piccioli. Daar werkte hij als hoofd breigoed voor mannen- en vrouwencollecties. In 2009 werd hij Piccioli’s rechterhand. Het afscheidsfeest dat Piccioli eind april voor hem organiseerde – waarbij iedereen I ❤ SdS-shirts droeg – deed veel stof opwaaien op social media. De wereld van high fashion is niet gewend aan zulke publieke uitingen van emotie.

Over zijn voormalige baas zegt De Sarno: “We lijken niet op elkaar. Toch hebben we veel dingen met elkaar gemeen en denken we op dezelfde manier. Voor mij is dit belangrijk; ik kan niet op een plek blijven waar ik niet het gevoel heb mezelf te kunnen zijn. Ik heb als tiener te veel tijd verloren door niet mezelf te zijn.” Hij vertelt dat hij pas als homo uit de kast kwam toen hij studeerde in Milaan. Het was de eerste plek waar hij zich “vrij voelde”.

Zijn komst bij Gucci

Toen Kering zijn benoeming in januari aankondigde, zei Marco Bizzarri, de toenmalige CEO van het bedrijf, dat De Sarno was ingehuurd om “het volgende hoofdstuk van Gucci te schrijven, om de autoriteit van het huis op het gebied van mode te versterken en tegelijkertijd te profiteren van het rijke erfgoed”. Het woord dat de ontwerper gebruikt voor zijn kijk op Gucci, is ‘Italianiteit’. “Gucci is een heel Italiaans merk met een enorm erfgoed. Italiaans in vakmanschap, Italiaans in smaak, en dat zijn we kwijtgeraakt, denk ik. Ik wil het terugbrengen. ‘Italianiteit’ maakt zeker deel uit van mijn verhaal.”

Sommige ontwerpers zijn kunstenaars en sommige zijn ingenieurs. De Sarno behoort trots tot de laatste categorie. Hij koos voor het Istituto Secoli (oorspronkelijk Carlo Secoli) omdat het de meest technische opleiding bood. “De andere scholen stelden alleen maar voor om inspiratie op te doen voor een moodboard. Ik wilde een school waar ik vaardigheden kon leren.” Bij Prada leidde een stage tot een fulltime baan en werkte hij in het kantoor van patroonmaakster Delia Coccia. Daar zette hij 2D-schetsen om in 3D-kledingstukken. “Ze was een jassenmaakster en daarom zijn jassen vandaag de dag mijn passie. Ik verzamel ze omdat zij de beste was bij Prada.”

Beginnen bij de garderobe

Als ‘excentriek’ het bijvoeglijk naamwoord was dat Gucci-fans gebruikten onder Alessandro Michele, dan lijkt ‘essentieel’ beter te passen bij De Sarno’s versie. Zijn Gucci-debuut zal waarschijnlijk beginnen met een jas. Minimalistisch qua snit en constructie, en gemaakt van knisperende wol. Afgewerkt met het handelsmerk van het huis, gestreept grosgrain lint, dat de opening aan de achterkant siert. “Ik ben begonnen bij het concept van een garderobe, omdat ik de urgentie voelde om de stukken samen te stellen die ik mooi vind en die ik ergens anders niet vind”, vertelt hij. “Ja, er zijn veel jassen over de hele wereld. Maar dit is mijn jas, mijn vorm, mijn stof, mijn detail.”

De collectie bevat daarnaast veel korte silhouetten, in overeenstemming met wat we dit seizoen in New York en Londen hebben gezien. De minirokjes van De Sarno hebben ingebouwde shorts die onder de zoom uitsteken. “Dat creëert zelfvertrouwen”, zegt hij. De klassieke Jackie-tas maakt een comeback, maar dan in zachter leer, “om het meer alledaags te maken”. En ook de befaamde Bamboo-tas maakt opnieuw een verschijning.

De tekst gaat verder onder de afbeelding.

Sabato De Sarno
©Federico Ciamei

Zijn eerste Gucci-show

In afwijking van de recente status quo zal de Gucci-show dit seizoen niet plaatsvinden in het hoofdkantoor aan de rand van Milaan, de Gucci Hub. In plaats daarvan heeft De Sarno gekozen voor de straten rondom de Accademia di Brera, een historische kunstuniversiteit. De muziek werd samengesteld door Mark Ronson, de officiële muziekregisseur van de Gucci-show, wiens recentste werk onder andere de soundtrack van Barbie is.

Kunst speelt een grote rol in het leven van De Sarno. Samen met zijn man Daniele, die advocaat is en in Brussel woont, brengt hij de weekenden door in galerieën. Hij begon echter al met het verzamelen van kunst voordat ze elkaar ontmoetten, toen hij “heel jong” was. Hij neigt naar werk met woorden erin verwerkt. Werk dat “je aan het denken zet”, zoals hij het zelf zegt.

Zo ook het werk achter zijn bureau met de tekst ‘Everything is great / Everything is shit / Everything is boring / Everything is alright / Everything is fucked / Everything is sexy / Everything is dull’. Het is van een opkomende kunstenaar uit Chicago, Eric Stefanski. Verder noemt Sabato ook Lucio Fontana. “Niet vanwege zijn kleuren of zijn uitgesneden doeken, maar vanwege de persoonlijke notities die hij op de achterkant schreef.” Als hij net als Fontana woorden zou schrijven in de voering van zijn openingsjas, wat zouden die dan zijn?

Verliefd worden op Gucci

“Ik wil het en ik verlang ernaar”, zegt hij. “Ik wil dat mensen weer verliefd worden op Gucci. Daarom gebruik ik het woord ‘Ancora’ voor mijn show.” De Sarno heeft het Italiaanse woord in een lijst op de muur naast zijn bureau hangen. Hij heeft het ook op zijn linkerarm laten tatoeëren nadat hij de Gucci-baan had gekregen (op zijn rechterarm staat een Ellsworth Kelly-lelie van toen hij 18 was). “Ancora betekent veel dingen”, legt hij uit. “Het betekent opnieuw, maar het is ook persoonlijker; het is niet iets dat je kwijt bent. Het is iets dat je nog steeds hebt, maar je wil er meer van omdat het je gelukkig maakt.”

De Sarno maakte het internet blij toen het eerste beeld van de sieradencampagne op 5 augustus werd vrijgegeven. Model Daria Werbowy was de ster. Werbowy domineerde de catwalks in de jaren 2000 voordat ze in 2013 stopte met modellenwerk. Ze kwam terug voor haar oude vriend Sabato. Het paar ontmoette elkaar twintig jaar geleden, toen De Sarno zijn sporen verdiende bij Prada.

“Daria en ik begonnen samen in deze business in 2003. Ze was bij mij aan het begin van dit nieuwe avontuur”, schreef hij op Instagram bij de post, waarin ze een zwart bikinibroekje draagt met een in elkaar grijpend dubbel G-logo. De gouden oorbellen komen uit de nieuwe high jewellery-collectie van het merk. Op zijn stories plaatste hij een twee decennia oude foto van de twee samen. De Sarno’s krullen en Werbowy’s gebleekte wenkbrauwen dienen als een markering van de tijd die voorbij is gegaan.

Een liefdesbrief aan Milaan

Voor zijn show aanstaande vrijdag richten De Sarno en zijn casting director Piergiorgio Del Moro zich op nieuwe gezichten. “Ik zou graag onbekende mensen hebben”, zegt de ontwerper. “Als ik bekende mensen gebruik, zie je alleen hen. En niet de stijl die ik wil uitdragen. Ik weet niet zeker of ze me helpen het verhaal te vertellen dat ik wil vertellen.” De Sarno begrijpt dat Gucci “een groot platform is om dingen te zeggen”. Eén ding waar hij graag aandacht aan geeft, is jong talent. Gelijktijdig met zijn runwaydebuut sponsort Gucci een galerieshow van vier jonge kunstenaars uit Milaan. Een expositie die niet ver is van de Accademia di Brera, waar de show plaatsvindt. De tentoonstelling is toegankelijk voor het publiek en wordt vergezeld met een publicatie. Het krijgt de titel Gucci Prospettive N.1, Milano Ancora, die De Sarno beschrijft als “een liefdesbrief aan Milaan”.

Eind juli kondigde Kering een reorganisatie aan. De omzet van megamerk Gucci was in het tweede kwartaal met 1 procent gestegen tot 2,5 miljard euro. Dat was lager dan de consensusverwachting van 4 procent. Voorzitter en CEO François-Henri Pinault, die de veranderingen in het management erkende, zei echter: “Het potentieel van Gucci is, naar mijn mening, meer dan 15 miljard euro”.

Bizzarri zou in september vertrekken, de dag na De Sarno’s show. Jean-François Palus, voorheen algemeen directeur van de Kering Group, zou hem opvolgen. De reorganisatie had destabiliserend kunnen zijn voor een nieuwe creatief directeur, maar als De Sarno een week voor zijn show aan de telefoon hangt, vertelt hij een ander verhaal. “Het was zeker een grote verandering, maar niet voor mij omdat ik vrij nieuw ben. Ik heb het gevoel dat er een grotere evolutie gaande is. Alle belangrijke mensen zijn allemaal nieuw.” Er rust veel op De Sarno’s schouders, maar hij is er klaar voor. “Ik ben zo opgewonden”, zegt hij. “Ik ken het proces omdat het deel uitmaakt van mijn werk, maar de emotie hierachter is onbeschrijfelijk.”

Dit artikel is oorspronkelijk gepubliceerd door Vogue Business.