stylingtrucs-voor-als-je-het-even-niet-meer-weet-354300
©Spotlight

Je kast puilt uit, maar je hebt níets om aan te trekken. Of nou ja, niets spannends. Je hebt geen zin in een basic jeans met trui-combo, maar ook geen tijd om een half uur voor de spiegel te staan. Voor dat soort momenten zijn stylingtrucs de oplossing; slimme manieren om je look interessanter te maken zonder iets nieuws te kopen. Vaak zit het ‘m namelijk niet in wát je draagt, maar hóe je het draagt. Hieronder vind je elf stylingtrucs die altijd werken als je vastloopt. Sommige zijn subtiel, andere vragen om wat meer lef, maar ze geven je allemaal het gevoel dat je weer weet wat je aan het doen bent – stijltechnisch gezien dan.

Slimme stylingtrucs voor als je hoofd vol zit

Waarschijnlijk heb je veel van deze trucs weleens gehoord, of zelfs al toegepast zonder erbij na te denken. Het is geen hogere wiskunde. Maar juist op momenten dat je hoofd vol zit en je voor je gevoel niets leuks kunt aantrekken (ondanks een uitpuilende kast), is het fijn om ze even op één plek te hebben. Een soort mentale checklist die je helpt om weer zin te krijgen in aankleden (of om tenminste niet voor de zoveelste keer die grijze trui aan te trekken). Dus scrol even door deze lijst en kies er eentje die bij je stemming past – grote kans dat je dan weer weet wat je aan moet trekken.

Elke week onze beste artikelen in je inbox? Schrijf je hier in voor de Vogue-nieuwsbrief.

Draag iets zoals het níet hoort

Waarom zou je een topje met spaghettibandjes gewoon over je schouder dragen, als je de bandjes ook kunt kruisen? Steeds vaker dragen we kledingstukken hoe ze níet bedoeld zijn – iets wat we bijvoorbeeld ook bij de lente/zomer 2025-show van Miu Miu zagen. Denk aan zweetbandjes om je voeten in plaats van om je polsen, of een vest dat achterstevoren gedragen wordt als top. Deze truc werkt het best als je je kast bekijkt als een doos Lego: alles kan, zolang je er creatief mee omgaat.

Voeg een pop of red toe aan een basic look

Heb je een outfit aan die een beetje… meh voelt? Voeg dan één rood accent toe. Schoenen, een tas, een riem, een lippenstift: het maakt niet uit wat, als het maar rood is. Volgens de pop of red-theorie, die al langer bestaat maar dankzij TikTok weer helemaal terug is, werkt rood als een visuele eyecatcher. Het laat een simpele outfit er meteen doordacht (en vaak ook duurder) uitzien, zónder dat je veel hoeft te veranderen. En het fijne is: rood werkt met bijna elke kleur, van denim tot beige en zwart.

Ga voor dubbel

Laagjes kennen we inmiddels wel, maar wat steeds vaker opduikt is een onverwachte variant: exact hetzelfde item twee keer dragen in één outfit. Denk aan twee tanktops over elkaar – net een andere kleur of stof – of twee identieke blouses, waarbij de onderste kraag of mouwen nog nét zichtbaar zijn. Zelfs dubbele riemen zijn een ding. Deze truc laat zien dat je met heel weinig – letterlijk: twee keer hetzelfde – toch een doordachte look kunt creëren.

Creëer een vibe sandwich

De vibe sandwich is dé stylinghack die altijd goed van pas komt, of het nu zomer of winter is. Het idee: je kiest twee kledingstukken uit met dezelfde vibe (bijvoorbeeld sportief of chic) en stopt daar iets compleet anders tussen. Denk: een glittertop, dan een sportbroekje en eindigen met hakken. Of een voetbalshirt, een feestelijke rok en sneakers eronder. Door de buitenste lagen in één stijl te houden en de ‘vulling’ juist contrasterend te maken, voelt je look verrassend én in balans. Perfect voor dagen waarop je niet kunt kiezen.

Bewaar een mapje met outfitfoto’s in je telefoon

Je hoeft niet elke ochtend opnieuw het wiel uit te vinden. Maak een mapje in je telefoon met foto’s van outfits waarin je je eerder goed voelde én screenshots van looks die je online tegenkwam. Niet om ze letterlijk te kopiëren, maar om je brein een kleine inspiratieboost te geven. Soms is één detail – hoe een sjaal knoopt, welke kleuren je combineert – genoeg om je weer op ideeën te brengen. Zie het als je eigen mini-moodboard, maar dan realistisch en draagbaar.

Kies één opvallend item en bouw daaromheen

In plaats van jezelf te verliezen in eindeloze combinaties, kun je het ook omdraaien: begin met dat ene item waar je zin in hebt – je lakleren broek, slangenprintlaarzen of glittertas – en laat de rest van je outfit daaromheen ontstaan. Zie het als het hoofdpersonage van je look; de andere kledingstukken zijn er puur om het verhaal te versterken. Dit werkt niet alleen rustgevend voor je ochtendbrein, maar zorgt er ook voor dat je opvallende kledingstukken vaker draagt (en dus minder in de kast laat verstoffen voor dat ene ‘juiste moment’).

Gebruik accessoires die geen sieraden zijn

Als je denkt aan accessoires, denk je waarschijnlijk meteen aan oorbellen of kettinkjes – maar er is zó veel meer. Een stropdas, een sjaal, een brede riem, een hoed die al maanden stof ligt te vangen. Dit zijn precies de items die je outfit dat beetje extra kunnen geven, zonder dat je een compleet nieuwe look nodig hebt. Speel ermee voor de spiegel, knoop die sjaal eens op een andere manier (bijvoorbeeld om je middel), draag een pet bij een nette outfit of zet die hoed op, ook als het in begin wat onnatuurlijk voelt. Soms maakt één onverwacht accessoire het verschil tussen simpelweg aankleden en een goede look.

Speel met kleur (maar écht)

Meer kleur dragen ligt misschien voor de hand, maar hoe begin je? In plaats van eindeloos twijfelen kun je het makkelijker maken door het juist moeilijker te maken (klinkt tegenstrijdig, maar hear me out). Kies willekeurig twee kleuren. Dit kan je doen met een old school kleurenschijf, een online random color generator of gewoon op basis van je ontbijt (denk: frambozenroze met havermelk-beige). Dwing jezelf vervolgens om een outfit samen te stellen waarin die twee kleuren voor moeten komen. Grote kans dat je op combinaties uitkomt die je normaal nooit zou bedenken, maar die verrassend goed werken. En als je het iets serieuzer wil aanpakken: kijk op een kleurenschijf naar complementaire kleuren (tegenover elkaar) of analoge kleuren (naast elkaar). De leukste combinaties ontstaan vaak juist uit het onverwachte, denk aan roze met groen of geel met grijs.

Kleed je aan op gevoel of thema

In plaats van te beginnen met wát je aan wil, kun je ook starten met hóe je je voelt – of hoe je je wíl voelen. Denk: ‘Ik wil eruitzien als een regenwolk’, ‘Ik ben in een citrus-bui’, of ‘Ik doe alsof ik vandaag in een Franse film speel’. Door je outfit te koppelen aan een emotie, sfeer of thema geef je jezelf een speelse richting zonder strakke regels. Je hoeft het aan niemand uit te leggen, maar het helpt je om creatiever naar je kleding te kijken en iets aan te trekken dat klopt met de vibe van de dag.

Ontwikkel een persoonlijke signature

Hoewel het vaak wordt gedacht, is outfit repeating allesbehalve not done. Het is juist chic om een herkenbare stijl of element te hebben dat typisch jij is. Dat kan een vaste combinatie zijn waar je altijd op terugvalt (zoals een blazer met wijde broek en loafers), of om een accessoire dat je altijd draagt. Maar het kan ook iets zijn wat met jouw uiterlijk te maken heeft: een kapsel dat meteen opvalt, of een beautylook die je signature is geworden. Denk aan Anna Wintours bob en zonnebril, of aan Lyas, die je overal herkent aan zijn rode lippenstift. Dankzij zo’n persoonlijke touch voelt zelfs een simpele outfit nooit saai. Sterker nog: herhaling maakt het krachtig.

Zorg dat je minder in je kast hebt hangen

De laatste tip is er een die niemand wil horen, maar die wél werkt: als je het gevoel hebt dat je niks hebt om aan te trekken, heb je waarschijnlijk juist te veel. Een overvolle kast zorgt voor keuzestress, waardoor je telkens opnieuw grijpt naar dezelfde veilige outfit. Door je garderobe bewust kleiner te maken, met alleen items die je graag draagt, goed te combineren zijn én je blij maken, wordt aankleden makkelijker – en jij creatiever. Minder kleding betekent namelijk niet minder opties, maar wel minder ruis.