waarom-zijn-we-nu-al-nostalgisch-over-het-jaar-2016-359212
©Getty Images

Op TikTok praat iedereen zo nostalgisch over 2016, dat het jaar inmiddels bijna mythisch gemaakt. Het jaar van matte liquid lipsticks, strakke Instagram-brows, khaki bomberjacks, gescheurde skinny jeans en de gekleurde pruiken van Kylie Jenner. Maar wat opvallend is: we hebben het hier over een periode die nog geen tien jaar geleden is. Normaal gesproken duurt een trendcyclus zo’n twintig tot dertig jaar, maar blijkbaar zijn we nu al toe aan nostalgie. Hoe kan dat?

Versnelde trendcyclus

De klassieke trendcyclus – waarin het dus zo’n twee tot drie decennia duurt totdat een trend opkomt, uitsterft en terugkomt – lijkt definitief verleden tijd. Dankzij social media en fast fashion worden trends in recordtempo opgeblazen, uitgespeeld en ingeruild. De oorzaak: microtrends. Waar trends vroeger langzaam doorsijpelden van modehuizen naar de massa (het zogeheten trickle-down effect), zien we nu eerder een trickle-across: een horizontale verspreiding via social media. Een look kan binnen een week wereldwijd gedragen worden en voelt dan ook net zo snel ‘uitgemolken’. We zien een print, een haartrend of een accessoire ineens overal opduiken en hebben er ook zo weer collectief genoeg van.

Elke week onze beste artikelen in je inbox? Schrijf je hier in voor de Vogue-nieuwsbrief.

Polkadots zijn hier een goed voorbeeld van. Ooit gewoon een tijdloze klassieker, maar de afgelopen seizoenen steeds vaker gespot op de runway bij onder meer Jacquemus en Valentino. Al snel werden de stippen gebombardeerd tot dé trend van het moment. Het gevolg? Totale oververzadiging. Tijdens Copenhagen Fashion Week was de print zó aanwezig op straat, dat het bijna z’n charme verloor en, heel eerlijk, eerder goedkoop begon te ogen. Nu is iedereen er weer klaar mee en richten we ons op de volgende print.

Waarom 2016?

Dat we zo snel door trends heen gaan, zorgt ervoor dat we inmiddels bij het romantiseren van 2016 zijn aanbeland – nog maar negen jaar geleden. Maar waarom juist dat jaar? Volgens Vogue Business heeft dat een goede reden: 2016 was het laatste onschuldige jaar van het internet. Instagram was toen nog rommelig en ongepolijst. Mensen probeerden wel mooie foto’s te maken, maar niet met een strategisch contentplan. Het ging heus wel om cool zijn (en die likes wilde je ook wel), maar niet om engagement of contentstrategie.

Net zo ongecontroleerd waren de make-uptrends. In plaats van de minimalistische clean girl glow, was het een creatieve speeltuin: contourlijnen die met chirurgische precisie werden geblend, highlighter die vanuit de ruimte zichtbaar was en liquid matte lipsticks in mauve-tinten die je lippen volledig uitdroogden.

En dan de mode en popcultuur. Die waren ook heel uitgesproken. Om je geheugen op te frissen: we zagen slip dresses met chokerkettingen, Adidas Superstars onder álles en het streetwear-tijdperk van Vetements en Off-White was in volle bloei. Rihanna bracht Anti uit, Drake zette One Dance bovenaan alle hitlijsten, Justin Bieber zong Sorry en Beyoncé dropte haar album Lemonade compleet met visuele film. Memes waren nog vooral dom en ongecompliceerd in plaats van ironisch (of zelfs cynisch).

Sneller nostalgisch dan ooit

De revival van de 2016-aesthetic laat zien dat nostalgie dus niet langer decennia nodig heeft om te rijpen. In een wereld waarin trends binnen een maand kunnen opkomen én verdwijnen, schuift ook onze nostalgie-tijdlijn op. We verlangen sneller terug, simpelweg omdat er zo veel voorbij komt dat een paar jaar geleden al als ‘vroeger’ voelt.

In boeken als The Burnout Society en The Scent of Time schrijft filosoof Byung-Chul Han hoe onze digitale cultuur leidt tot een versnelling van tijdsbeleving. Doordat we online constant alles tegelijk voorgeschoteld krijgen – van breaking news tot de nieuwste TikTok-trend – verliezen we het gevoel van ‘duur’. Nostalgie biedt dan een gevoel van rust en herkenbaarheid. Daar komt nog eens bovenop dat juist omdat 2016 niet zo lang geleden is, we enorm veel digitale herinneringen van het tijdperk hebben. Foto’s, video’s, playlists duiken daarom allemaal met gemak opnieuw op in onze feeds. En zo wordt nostalgie een collectief (en misschien wel een beetje aangedikt) gevoel.

Daarnaast speelt er nog iets mee: nostalgie komt vaak op in periodes van onzekerheid en snelle verandering. Die theorie werd al in de jaren zeventig beschreven door socioloog Fred Davis, in zijn boek Yearning for Yesterday. 2016 voelt in retrospectief als een eenvoudiger, speelser internet-tijdperk – vóór de pandemie en vóór veel huidige (geo)politieke spanningen. Juist omdat de jaren erna zwaarder en complexer aanvoelden, krijgt dat moment in ons collectieve geheugen de status van het laatste onschuldige tijdperk.

Remakes en reboots

Maar er zit ook een schaduwkant aan het wegdromen over het verleden. We consumeren steeds vaker oude verhalen die in een nieuw jasje worden gestoken, in plaats van nieuwe te creëren. In mode vertaalt dat zich naar eindeloze revivals en heruitgaven. Iconische tassen die opnieuw worden uitgebracht, of referenties in merkcampagnes naar iconische modemomenten van vroeger. In film en tv vertaalt het zich naar een stortvloed aan remakes, reboots en vervolgen. Denk aan Freakier Friday 0f The Devil Wears Prada 2. Omdat we het al kennen, biedt het comfort, maar dit kan ook innovatie in de weg staan. Als we alleen nog maar romantiseren wat was, lopen we het risico het nu kleurloos te laten worden.

Gelukkig krijgt de 2016-aesthetic geen exacte tweede leven. De blokwenkbrauwen zijn niet terug en lippen worden gelukkig niet opnieuw uitgedroogd met matte lipsticks (althans: nog niet). De romantisering gaat meer over de vrijheid van toen – een ongepolijst internet – die nu opnieuw wordt verpakt. Daar zit misschien ook iets moois in. Want als we al zo veel heimwee hebben, is dat ook een teken dat we nog steeds op zoek zijn naar momenten van plezier, zelfs al komen ze in de vorm van een foto-dump met een Valencia-filter eroverheen.