De Vogue Boekenclub las afgelopen maand Gelukkig maar van Anouk Kemper. Het oordeel is geveld en de recensies van het panel zijn binnen. Hieronder lees je wat onder anderen Sander Schimmelpenninck, Noor de Groot en Max Terpstra vonden van het boek. Ook de recensie van de winnaar van de Kobo e-reader staat in de lijst.
‘Gelukkig maar’ van Anouk Kemper
We kozen voor het begin van de zomer voor een heerlijke wegleesroman. En dat bedoelen we niet laagdunkend, want Gelukkig maar van Anouk Kemper leest misschien lekker weg, het boek behandelt ook grote thema’s.
De derde titel van de Vogue Boekenclub – na Oroppa en Vrijuit – volgt de levens van twee compleet verschillende stellen. Journalist Sallie en restauranteigenaar Yonathan wonen met een klein kind in Zaandam, omdat Amsterdam te duur is geworden. Dan komt Yonathan zijn schoolvriend Laurens tegen, die in een enorm huis in Amsterdam-Zuid woont met zijn vriendin Salma. Het blijkt dat Laurens en Salma geen kinderen kunnen krijgen; ze vragen of Sallie hun baby wil dragen, tegen een flink bedrag. En dan volgt er een enorme machtsverschuiving die met de nodige humor en spanning beschreven wordt door Anouk Kemper.
Eerder gingen we in gesprek met Kemper over Gelukkig maar. Het boek (waarvan de filmrechten overigens al verkocht zijn!) gaat voor haar vooral over klassenverschillen en ongelijkheid. “De personages in het boek willen allemaal meer; ze zijn de hele tijd bezig met verder komen, rijker zijn, meer welvaart hebben. Heel plat eigenlijk. Ik wil graag overbrengen hoe leeg dat is – maar dan met wat humor, zodat het verteerbaar blijft.” Bekijk hier of lees hieronder het hele interview met Anouk Kemper over Gelukkig maar:
LEES OOK
Anouk Kemper beantwoordt onze prangende vragen over ‘Gelukkig maar’: ‘De filmrechten zijn verkocht’
Het Vogue Boekenclub-panel
Wat vond ons panel van Gelukkig maar van Anouk Kemper? Je lees het hieronder.
Sander Schimmelpenninck, journalist en mediamaker
“Gelukkig maar is een smeuïg tijdsbeeld van het Amsterdam van 2025, maar blijft wel erg hangen in clichés. Gezucht over yuppen, vrouwen die eigenlijk het liefst trophy wife willen zijn, het geklaag over burgerlijkheid en het geforceerde drugsgebruik dat dertigers in Amsterdam zo kenmerkt; na dit boek gelezen te hebben ben ik – burgerlijk als ik ben – vooral blij dat ik niet meer in Nederland woon. En inmiddels veertiger ben.
Het boek raakt aan een interessant thema; de kinderwens van de verwende en egoïstische millennial. Helaas stopt het boek net waar het interessant wordt, en weten we niet hoe de zwangerschap en dus het verhaal afloopt. De schrijver heeft ervoor gekozen om in te zoomen op de aanloop naar het draagmoederschap, met de focus op ‘herkenbaarheid’. Die herkenbaarheid strandt wat mij betreft net te vaak in te ver doorgevoerde metaforen en clichés. Maar hé, voor de Amsterdamse incrowd leest het vast lekker weg.”