miuccia-prada-en-raf-simons-in-gesprek-over-mode-kunst-zaken-en-hun-toekomst-238520
©Amit Israeli, Vogue, September 2021

Auguri, gelukkig nieuwjaar”, zegt Miuccia Prada terwijl ze een glas prosecco over haar kantoortafel schuift. Raf Simons pakt die van hem voor een toast. In het hoofdkantoor van de Prada Group in Milaan hangt een back to school– gevoel in de lucht. Het is begin januari en de werknemers zijn weer serieus aan het werk voor de herfst/winter 2023-mannenmodeshow van zondag.

In gesprek met Miuccia Prada en Raf Simons

Wellicht een beetje triviaal om te suggereren dat de gezamenlijke outfitkeuze van het duo – beiden dragen grijze gebreide overhemden met kraag – duidt op creatieve harmonie, maar dat geldt ook voor de prestaties van het bedrijf waarvan zij sinds 2020 samen de collecties leiden. Want hoewel ze allebei enigszins verbijsterd zijn over wat zij zien als recente trend om succes in mode alleen af te meten aan financiële resultaten, zijn die resultaten positief.

Raf Simons, die net 55 is geworden, en Miuccia Prada, 73, gaan in gesprek over hun nu bijna drie jaar durende werkrelatie. Beleefd breken we het ijs door te vragen waar ze kerst en oud en nieuw hebben doorgebracht. Simons bracht de kerstdagen door in Londen voordat hij voor het nieuwe jaar naar Tokio vertrok – hij zegt daarbij dat hij deze reis niet had kunnen maken vóór het stoppen met zijn gelijknamige label, wat in november 2022 als een verrassing kwam voor de mode-industrie. “Het was de eerste keer in 27 jaar dat ik in december kon reizen: meestal is dat niet mogelijk. Nu, door het stoppen met mijn eigen merk, kon ik een beetje bewegen.” Prada bracht de vakantie door in haar huis in de Zwitserse bergen, al geeft ze aan niet meer zoveel te skiën als vroeger.

Zaken, kunst en mode 

Na de small talk volgt een fascinerend gesprek dat meer dan een uur duurt. Het is inspirerend om Prada (debuutcollectie 1988) en Simons (eerste modeshow 1997, samen met de periode voor Prada bij Jil Sander, Christian Dior en Calvin Klein) te horen praten over hoe mode zich heeft ontwikkeld – positief en negatief – in hun tijd aan de top. Simons onthult ook waarom hij besloot te stoppen met zijn geliefde merk, terwijl Prada uitlegt hoe de recente benoeming van Andrea Guerra als CEO zich verhoudt tot de visie van haar en haar man Patrizio Bertelli op de toekomst van het huis. Zaken, kunst, maar bovenal mode: de pijlers van een boeiende dialoog die je hieronder kunt lezen.

Vogue: Mevrouw Prada, jaren geleden beschreef u uw werk als “lelijk chic”.

Miuccia Prada (MP): En iedereen haatte dat, wat vreemd was. Want in films, boeken én in het leven was en is er het lelijke. Nog steeds, nu, denk ik dat mode worstelt met het idee van realiteit en lelijkheid: het leven.

Raf Simons (RF): Hier praten we veel over! We houden erg van het idee dat iemand het uiteindelijke kledingstuk echt gaat dragen.

MP: Dat is de realiteit van ons werk. Wat ik op dit moment haat is nepcreativiteit. Creativiteit voor niets, zonder idee. Eigenlijk nutteloze dingen. Als je weet wat er gebeurt en leeft in de wereld zoals die nu is met al zijn moeilijkheden, complexiteit naast schoonheid en zo, dan moet je een soort van eerlijk zijn. Wij zijn een bedrijf dat geld verdient door dure kleren te verkopen. Ik ben me altijd heel bewust van dit feit en probeer eerlijk te zijn tegenover mezelf en anderen. Dus doen alsof, door nutteloze spullen te maken? Je kunt beter iets doen dat zinvol is voor mensen. Dat is de rol van ontwerpers. Dit betekent echter niet dat we niet creatief hoeven te zijn – we moeten creatief zijn op een manier die echt en menselijk is.

MIUCCIA-RAF-voguebus-photographer-month-22-story-inline-2
©Prada

Vogue: Omdat mode een kunstvorm is, met een commercieel doel?

RS: Als dit gesprek gaat in de richting van kunst versus mode…

MP: Dan zijn wij de juiste mensen!

RS: Voor mij kan kunst er zijn zonder reden of functie.

MP: Omdat het voor ideeën is.

RS: Ja. Ik denk dat we allebei een probleem hebben met het zien van mode als kunstvorm – maar ik begrijp je punt. Er zijn modeontwerpers die meer kunstenaar zijn, maar de kern is waar we het net over hadden.

Vogue: De meest recente Italiaanse minister van cultuur, Dario Franceschini, publiceerde vorig jaar een boek getiteld Con la cultura non si mangia? (Van cultuur kun je niet eten?) waarin het gaat over waarom landen soms zo weinig doen om culturele industrieën – waaronder mode – te steunen. Denkt u dat de modewereld voldoende respect krijgt?

MP: Je kunt dit op verschillende manieren bekijken. De eerste is dat mensen bang zijn om over mode te praten. Dat raakt namelijk aan intimiteit: je moet praten over jezelf, je lichaam, misschien zelfs je zwakte… Mijn hele leven vraag ik me al af waarom mode in veel situaties zo goedkoop en triviaal wordt gevonden. Een andere hangt af van hoe je jezelf positioneert in de politiek. Ik heb mezelf altijd verboden in het openbaar over politiek te praten. Omdat ik een rijke modeontwerper ben, voel ik me ongemakkelijk.

Vogue: Ja, maar je bent ook een burger.

MP: Ik weet het. En eigenlijk weet ik ook niet zeker of ik gelijk heb of niet. Maar als het gaat om politiek moet je vrij kunnen zijn. Als ik mijn mening over een onderwerp ga delen, zullen mensen zeggen…

Vogue: Dit is hypocrisie?

MP: Ja!

RS: Maar denk je niet dat die perceptie is veranderd? Omdat mode zo democratisch is geworden?

MP: Democratisch, ja en nee. Dat hangt ervan af. Met fast fashion hangt het ervan af hoe je jezelf positioneert in de keten van de mode. Wij van Prada zitten in het dure gedeelte. Daar is niets mis mee, maar als mensen niet over mode praten, is dat omdat ze niet willen praten over hun lichaam, problemen of fantasieën.

RS: Laten we even teruggaan naar het einde van de jaren tachtig of het begin van de jaren negentig: als je in een gezin opgroeit, je vader is politicus en je zoon of dochter wil modeontwerper worden, dan zou het ‘oh, my god’, een schande zijn geweest.

MP: Ik schaamde me…

RS: Dat is veranderd. Ik heb soms het gevoel dat elke ouder wil dat zijn kind modeontwerper wordt. Omdat, ‘oh my god’, het grote geld.

MP: Misschien, maar hoe dan ook: ik ben oud en schaam me mijn hele leven al, al is het nu iets minder. Met het geld dat ik verdien, kan ik goede dingen doen – de Fondazione bijvoorbeeld. Maar het is mijn mentaliteit: ik zeg niet dat ik gelijk heb. Veel mensen zeggen me dat ik niet…

RS: Het gaat niet om goed of fout. Mode heeft zich gewoon ontwikkeld, zowel positief als negatief. Wat tot een andere vraag leidt. Want je kunt mode zien als iets dat vroeger door de meerderheid werd gezien als ewww, tegelijkertijd was de modewereld zelf elitair. Nu denk ik dat het is omgedraaid. Ik weet niet of het toen beter was of dat het nu beter is. Zoals je zegt, Miuccia, ook ik weet niet of ik gelijk heb. Beide periodes hebben hun problemen en voordelen.

MIUCCIA-RAF-voguebus-photographer-month-22-story-inline-3
©Sean Zanni/Getty Images

Vogue: Dus u denkt dat mode de laatste jaren minder elitair is geworden?

RS: Ja, dat denk ik wel. Dat heeft ook veel te maken met schaalgrootte. Je hebt nu het gevoel dat je altijd wordt beoordeeld op hoeveel omzet je maakt en hoe je het als bedrijf doet. Vroeger had ik het tegenovergestelde, dat ik alleen beoordeeld werd op mijn creativiteit, op mijn merk.

MP: Ja, ik denk dat je een paar jaar geleden werd beoordeeld op je creativiteit. Nu op hoeveel geld je verdient… Geld regeert de wereld. Het is echt nieuw voor mij dat iedereen alleen over geld praat, dat was vroeger niet zo.

RS: Zodra je een miljardenbedrijf bent, is het oordeel gebaseerd op economie.

MP: Tegelijkertijd waardeer ik ons werk echt. Je hebt cultuur en veel kennis van mode nodig. Onze assistenten weten niet alleen veel over mode, maar ook over architectuur, kunst en muziek. Op andere gebieden weten men vooral veel van hun eigen werk. De modewereld zit vol mensen met kennis en dat trekt creativiteit aan. Acteurs, regisseurs, kunstenaars – ze willen allemaal met mode werken. Misschien voor het geld, maar ook omdat er veel energie is.

RS: De modewereld heeft altijd opengestaan voor andere gebieden. Maar ik herinner me dat er ooit een weerstand was, zeg maar, om aansluiting te vinden. Mensen zeiden dan: “Bleurgh, het is mode”, in vergelijking met architectuur of kunst.

MP: Dat is nu veranderd.

RS: Volledig! Kunst wil zich verbinden met mode.

MP: Onlangs ontmoette ik een serieuze professor in de archeologie die zei dat hij naar een show wilde komen kijken, hetzelfde geldt voor een beroemde kunstenaar die ik ontmoette.

MIUCCIA-RAF-voguebus-photographer-month-22-story-inline-4
©Raf Simons / Giovanni Giannoni

RS: Op veel van de gebieden waar we het over hebben, hebben creatieven zelf altijd opengestaan voor aansluiting. Ik denk niet dat kunstenaars neerkeken op mode. Ze zijn geïnteresseerd in kunst, architectuur en verhalen. Soms is het de omgeving van de kunstenaar die weerstand voelt: ‘Oh, verbind je niet met mode want dat is slecht voor je reputatie’. Lang geleden voelde ik dat vaak. Nu is dat veranderd in bijna het tegenovergestelde – mode wordt gezien als een spotlight. Hoewel veel mensen zich nu met mode willen verbinden omdat ze het zien als middel om dingen te versnellen. Ik zie liever het tegenovergestelde… Mode is altijd heel snel gegaan.

MP: Ik herinner me dat een beroemde architect daar zo jaloers op was. Hij zei: ‘Tegen de tijd dat ik een gebouw zie dat ik heb ontworpen is het al oud.’

RS: Omdat het 10 jaar kan zijn!

Vogue: Denkt u niet dat er een relatie is tussen tijd en snelheid? Architectuur zal altijd serieuzer lijken vanwege duurzaamheid.

RS: De verantwoordelijkheid in architectuur is ook heel anders. We hadden het allemaal vaak, vooral in de jaren negentig en begin 2000, over kleding die lang meegaat. Maar de aard van mode is dat het voortdurend verandert, wat veel minder het geval is bij kunst en architectuur.

MP: Men is niet gewend aan de snelheid van mode in de kunst. Bij de Fondazione probeer ik dingen te versnellen – in de kunst kun je relevanter zijn als je snel bent. Snelheid kan kunst beter maken.

Vogue: U werkt nu bijna drie jaar samen als partners en in die periode hebben we een wereldwijde pandemie gehad: hoe heeft de samenwerking zich in die tijd ontwikkeld?

RS: De pandemie sloeg letterlijk toe op de dag van de aankondiging van onze samenwerking. Ik zal het nooit vergeten.

MP: De tijd die we aan onszelf besteden is beter geworden. We zijn altijd aan het werk omdat er altijd zoveel te doen is en werken allebei instinctief, maar met weinig tijd om dingen écht te bespreken. Nu praten we steeds vaker ook over de theorie, omdat we anders gewoon werken.Wat goed gaat, want ik heb zijn werk altijd mooi gevonden en ik denk dat hij het mijne mooi vindt. Dus, samenwerken is gemakkelijk, een plezier. Maar we nemen meer tijd om zowel te discussiëren als te werken, belangrijk!

MIUCCIA-RAF-voguebus-photographer-month-22-story-inline-5
©Prada

Vogue: U kende elkaars werk al voor 2020, maar hoe goed kende u elkaar?

RS: Een beetje. Door het ontwerpen in Milaan voor Jil Sander. En, nou ja, het was Prada die me daar neerzette. Dat zal ik nooit vergeten, een vreemde ervaring. Ik was me zeer bewust van hoe ik door de modewereld werd bestempeld als…

MP: …intellectueel?

RS: … Ook een beetje als een trashy, jeugd, mannen en punkontwerper. En plotseling was daar Jil Sander! Mannen en vrouwen, en minimalistisch. Dus ik was onder de indruk dat ze iemand als ik kozen. Ik dacht: ‘oké, ik moet hier mijn best doen’. We zagen elkaar toen niet echt veel. Prada verkocht het merk na de eerste show, maar ik hoop dat Miuccia mijn werk goed vond. Ik was altijd al groot fan van haar. Naast het kijken naar modeontwerpers in het algemeen, en hen leuk of mooi vinden om hun werk, is er ook een verschil wanneer je de kleren draagt. Prada heb ik altijd gedragen.

MP: Ik herinner me Olivier Rizzo, de stylist, die voor ons werkte en ook dicht bij Raf stond. Soms, wanneer we de show aan het voorbereiden waren en ik zei: ‘Ah, dat zou ik graag willen doen’, antwoordde hij: “Miuccia, helaas…” Elke keer had Raf het al gedaan!

RS: We hadden altijd een beetje contact. Ik kwam naar de shows en backstage. En zelfs meneer Bertelli hield – een beetje – contact met een brief.

MP: Ja, hij houdt van je!

RS: Toen mijn tijd bij Calvin eindigde, vroeg hij: ‘Kun je naar Milaan vliegen? Laten we praten’. Daaruit groeide dit idee. Eigenlijk voelde het altijd heel natuurlijk en dat doet het nog steeds. Dat komt deels omdat Miuccia zo specifiek is. En er is dus dat respect, dat ik nodig heb. Ik heb altijd geprofiteerd van mensen die anders werkten dan ik. Zij zijn verder gegaan en hebben hun eigen positie, zoals Pieter Mulier en Matthieu Blazy, en ik ben superblij voor ze. Punt is dat ik een dialoog nodig heb, met Miuccia is het een ander soort dialoog.

MP: Het is altijd goed om te praten met iemand die je respecteert en die sterk is. Een plezier en een troost.

RS: In je eigen merk sta je er alleen voor, ook al heb je ongelooflijke teams. Je weet dat jij degene bent die de uiteindelijke beslissing moet nemen. Hier nemen we in principe alle beslissingen samen. Als Miuccia een eindbeslissing neemt, maakt me dat gelukkig en relaxed. Andersom is het ook zo.

MP: Ik vind het ook leuk, het ís leuk.

MIUCCIA-RAF-voguebus-photographer-month-22-story-inline-6
©Prada

Vogue: Hoe gaat het als er sterke meningsverschillen zijn?

RS: Dat is gemakkelijk: als zij iets haat waar ik van hou, doen we het niet.

Vogue: En omgekeerd?

RS: Ook.

MP: Dat hebben we in het begin besloten, maar eigenlijk ontstaat dat natuurlijk. We hebben min of meer dezelfde smaak.

Vogue: Moet er geen verschil zijn om chemie te genereren?

RS: Het gebeurt niet zo vaak dat we het tegenovergestelde voelen… maar ik vind het leuk als zij iets specifieks heeft waarvan ik weet dat ik het niet automatisch interessant vind. Dat drijft me te proberen het te begrijpen.

MP: Wat grappig is, wanneer de media praten over – wat zij denken– dat hij in een collectie heeft gedaan en wat ik heb gedaan, is dat meestal compleet het tegenovergestelde. Ik wil nieuwe dingen toevoegen met zijn mentaliteit, terwijl hij dat wil met de mijne – dus heel vaak hebben ze het mis. Ik ben altijd geïnteresseerd in wat hij denkt, dus wil dat onderzoeken. Hij doet hetzelfde.

Vogue: Raf, waarom bent u gestopt met uw eigen lijn? Dat was een grote beslissing en voor veel mensen een verrassing.

RS: Ja, dat was het zeker, maar het voelt goed. Toen ik destijds begon, wist ik niet zeker of modeontwerpen iets was wat ik echt wilde doen. Ik was opgeleid als industrieel ontwerper. Als tiener had ik er nooit van gedroomd modeontwerper te worden, opeens deed ik het toch. Ik voelde me aangetrokken tot een bepaalde stijl, dus ik dacht: ‘Misschien moet ik dat proberen’. Een beetje naïef, maar het begon te werken. Na vijf jaar stopte ik, ik wist niet meer of ik mezelf als modeontwerper zag. Ik was 26. Maar toen… miste ik het. Dus kwam ik terug, maar bouwde het anders op. Nu is het ineens 27 jaar later.

Het is moeilijk in woorden uit te leggen. Het was geweldig, maar het voelde ook goed om er mee te stoppen. Om wat meer tijd te nemen en niet alleen met mode bezig te zijn. Werken aan twee merken tegelijk, wat ik al jaren doe – Jil, Dior, Calvin, nu Prada – kost veel tijd. Ik wil meer tijd nemen voor andere dingen; voor mijn ouders, mijn omgeving, relatie en vrienden.

Ik weet dat dit bij sommige mensen de vraag oproept: “Ah, waarom dan niet doorgaan met Raf Simons in plaats van Prada? Het simpele antwoord is gevoel. Ik heb het gevoel dat ik met mijn merk mijn verhaal heb verteld en nu voelt het als een goed moment om te stoppen. Misschien wil ik over vier of vijf jaar weer iets doen. Maar, als ik weer iets onder mijn naam doe, weet ik niet of ik het wil zoals we dat in de modestructuur kennen. Het seizoensgebonden ding, ik weet niet…

MP: Toen hij het me vertelde, zei hij: “Ik heb besloten te stoppen.” Geen discussie. Hij neemt zeer snelle en directe beslissingen.

MIUCCIA-RAF-voguebus-photographer-month-22-story-inline-7
©Monica Feudi / GoRunway.com

 

 

 

Vogue: Zoals u zei, Raf, mensen die geen inzicht hebben in uw denken kunnen zich afvragen of het motief om uw label in de ijskast te zetten en door te gaan met Prada te maken heeft met…Prada.

RS: Nee, helemaal niet. Ik denk dat iedereen hier verrast was.

MP: Ja, inderdaad.

RS: Ik heb lang nagedacht over hoe lang ik het nog wil doen, tot ineens het moment daar was.

MP: En ik moet toevoegen, hij heeft het merk niet verkocht. Dus hij kan het vernieuwen als hij dat wil. Hij sloot het en kan het opnieuw openen. Dat geeft me een comfortabel gevoel…

RS: …voor als ze me ontslaat.

Vogue: Dat is uw ontsnappingsplan! We komen steeds terug op drie onderwerpen: mode, kunst en zaken. Een zakelijke vraag: mevrouw Prada, u heeft onlangs Andrea Guerra aangesteld als CEO. Hoe  verhoudt zich dat tot uw bredere plannen voor Prada?

MP: Mijn man en ik worden ouder en dus proberen we de toekomst voor onze zoon Lorenzo en voor het bedrijf te organiseren. We maken stapjes, heel klein en heel langzaam. We proberen, in plaats van een abrupte verandering, het bedrijf te helpen veranderen zonder ons.

Vogue: En het is een bedrijf dat door generaties is doorgegeven. Dus de benoeming houdt verband met het doorgeven van leiderschap aan Lorenzo?

MP: Ja, en dat is goed. Ik ben er erg trots op.

Vogue: Is denken aan opvolging en niet bij het bedrijf zijn psychologisch tegenstrijdig als het gaat om uw werk als ontwerper?

MP: In mijn leven waren er altijd tegenstellingen. Dit is een andere, kleine. Moet ik het creatieve kind zijn of de persoon die van plan is het bedrijf door te geven aan mijn zoon? Eigenlijk werk ik elke dag als de creatieve, jongere geest. Later, aan het eind van de dag, denk ik aan mijn verantwoordelijkheden.

MIUCCIA-RAF-voguebus-photographer-month-22-story-inline-9
©Prada

Vogue: En mocht u op een bepaald moment, hypothetisch en om welke reden dan ook, besluiten om met pensioen te gaan… (Beide ontwerpers lachen) …Is er een scenario waarin mevrouw Prada er niet voor kiest om te blijven werken?

RS: Ja, daar hebben we het over gehad.

MP: Maar tot nu toe werken we samen!

RS: Ik weet niet of ik voor jou kan spreken, Miuccia. Misschien wel. Toen dit idee om samen te werken voor het eerst op tafel kwam, blies het bij ons allebei nieuw leven in. Omdat het zo’n vreemd idee was, op een bepaalde manier.

MP: Ja, het was spannend! Een nieuwigheid – en ik hou van nieuwe dingen.

RS: We zijn niet dom en weten waar je naar vist. Dat misschien op een dag, Miuccia gaat. Maar dat is niet waar we zijn. We zijn nog steeds erg enthousiast. En vanuit mijn positie, hoop ik dat ik nog heel lang met Miuccia samen werk.

MP: (Lachend.) Ik ook! Ik werk nou eenmaal heel graag.

RS: Ik denk niet dat ze op een ochtend zegt: “Goed, morgen vertrek ik – kun jij het overnemen?”

MP: Ik ben me bewust van mijn leeftijd. Maar precies – we zitten niet in die situatie. Dus, voor nu, blijven we onze wereld samen opbouwen.

Vogue: Mevrouw Prada, kunt u vertellen over Miu Miu, dat het momenteel erg goed doet?

MP: Wat ik bij Miu Miu doe, is me voorstellen wat ik zou willen dragen als ik jong was. Op een gegeven moment ging ik misschien te ver in die fantasieën. Nu ben ik geïnteresseerd in wat je zou willen dragen als je een coole, sexy jonge vrouw bent. Heel gemakkelijk voor mij. Bij mannenmode stel ik mezelf voor als man en bij Miu Miu als jonge vrouw, enzovoort.

Vogue: U stelt uzelf voor als man?

MP: Yes!

MIUCCIA-RAF-voguebus-photographer-month-22-story-inline-1
©Filippo Fior / Gorunway.com

Vogue: Raf, u bevindt zich in een volledig unieke positie in de modewereld omdat u creatief directeur van een huis bent en samenwerkt met de creatief auteur van dat huis.

RS: Ja, en ik denk dat ik deze situatie zo fijn vind omdat ik de hoeder van het DNA van Prada naast me heb. Mooi dat we dit samen kunnen doen – naast dat het klikt – om het DNA te beschermen. Als je op lange termijn denkt, moet je het DNA beschermen, dat is de manier om succes te hebben. Wat niet betekent dat ik niet in evolutie geloof. Je wilt evolueren, maar het beschermen van DNA is cruciaal in de modewereld.

Ik zit nu 27 jaar in de mode en Miuccia al langer. Wat je ziet is dat in de mode veel dingen een korte levensduur hebben, behalve als er DNA is en er beschermers van dat DNA zijn. Dat zijn niet altijd de creatieve directeuren. Soms is het de oprichter – in dit geval Miuccia en de heer Bertelli. Ik hou ervan dat het DNA binnenshuis wordt bewaakt. Los van het feit dat ik Miuccia’s denkwijze en mentaliteit respecteer en er van houd.

MP: Het DNA van een merk en de drang voelen het te beschermen is essentieel.

RS: Het is belangrijk om te zien hoe je op lange termijn op iets kunt door bouwen. Voor mezelf heb ik dat altijd gevoeld. In de mode – en niet alleen in de mode – kan dat lastig zijn. Mensen worden in één dag een ster.

MP: Dat zeg je altijd: je kunt beter niet beroemd zijn.

RS: Liever niet. Door hoe dingen evolueren zie je dingen snel stijgen en ook weer snel dalen.

MP: Hij heeft er een grotere hekel aan dan ik dat je tegenwoordig mensen moet prikkelen in plaats van je werk doen om te creëren. Dat is slecht, daar ben ik het mee eens. Je doet iets stoms en iedereen praat erover, of je doet iets serieus en werkt hard en niemand merkt het. Maar op den duur, als je serieus bent, word je erkend – ook al voelt het soms alsof je trucjes moet uithalen.

RS: Wat drastisch veranderd is in de mode, is dat een bedrijf nu kan opereren zonder sterk creatief dier. Ik zeg niet dat er geen sterke creatieven zijn, want die zijn er wel. Maar we hebben nu het bewijs dat ze niet altijd nodig zijn en dat is vrij nieuw. Dan is de vraag: is dit goed of slecht? Is het gevaarlijk? Persoonlijk maakt het me verdrietig. Het zou triest zijn als de wereld veranderde naar een plek waar het niet om creatie gaat… maar om slecht ontwerp.

Vogue: Mag ik nog één ding vragen over de mannenkledingshow van zondag? U houdt er niet van om de collecties voor te stellen, maar kunt u er iets over zeggen?

RS: Oh, dat is moeilijk, maar ik denk zeker realiteit.

MP: Het gaat over mode! In the end, praten we over mode. Wat is nieuw, wat is de volgende, het nieuwe silhouet, het nieuwe materiaal: dát is de essentie. We zijn allebei geïnteresseerd in alles: de wereld, kunst, politiek…alles. Maar daarna wijden we onze gedachten aan mode. Aan kleding maken die zinvol en eventueel nieuw is, op een praktische manier. Ik geloof in mijn werk!

RS: Ik ook!

Vogue: Ik ook!

MP: We beschermen ons vak en geloven allebei in het feit dat we ons werk willen doen: kleren maken.

RS: Mijn grootste voldoening is nog steeds om iemand te zien – of het nu een Prada stuk of een Raf Simons stuk is – die er zelf voor koos het te dragen.

MP: Dat je ziet dat je werk zinvol is voor mensen.

Vogue: Wat op zich heel logisch is. Dank u beiden.

Dit artikel is oorspronkelijk gepubliceerd door Vogue US.