hoe-blijf-je-trouw-aan-je-eigen-stijl-in-de-ever-changing-modewereld-295114
©Spotlight

Afgelopen winter waren de ontwerpers het eens: grungy moesten we eruitzien, met een garderobe vol jaren negentig-invloeden, zoals afgeragde motorjacks, vintage shearling en afzaklaarzen. Graag met een dosis workwear erbovenop, cargobroeken, lubbertruien en extreem lange mouwen, veel donkerbruin en hier en daar een slash bloedrood. ‘Als we dan toch allemaal naar de knoppen gaan dankzij de opwarming van de aarde, kleed je er dan ook naar’, leek het devies.

Gekanteld vrouwbeeld

Maar nu is het lente en gooit modeland het over een andere boeg. Een totáál andere boeg, welteverstaan. Want een van de grootste trends van dit seizoen luidt een vrouwbeeld in dat niet zou misstaan op een schilderij van renaissanceschilder Sandro Botticelli of prerafaëliet Dante Gabriel Rossetti. Als ware Ophelia’s (uit Shakespeare’s Hamlet) schreden de modellen tijdens de shows van Prada, Stella McCartney, Valentino, Victoria Beckham, Gabriela Hearst, Alberta Ferretti en vele anderen over het plankier, gestoken in vloerlange spier- of roomwitte jurken, de ene nog transparanter dan de andere, met of zonder pofmouwen, plooival, kant of ruches.

Elke week onze beste artikelen in je inbox? Schrijf je hier in voor de Vogue-nieuwsbrief.

De show van Prada transporteerde zijn toeschouwers zelfs naar een ogenschijnlijk andere planeet – Venus? – waar vrouwen er klaarblijkelijk bijlopen als feeërieke godinnen, hun voiles in de allerzachtste pasteltinten (mint, babyblauw, zachtroze, champagne) wapperend in de wind. In minder dan een half jaar is het vrouwbeeld volledig gekanteld: van ruige chicks, worden we nu plots geacht maagdelijke engelen te zijn. Althans, om er als zodanig uit te zien. 

Nu staan we heus open voor verandering. Sterker nog, we worden zelfs enthousiast van een nieuw modebeeld en van een dosis romantiek zijn we ook al niet vies. Toch wringt de schoen.

Trouw aan eigen stijl

Want ontwerpers lijken in hun enthousiasme ons iets nieuws voor te schotelen, haast te vergeten dat degenen voor wie ze ontwerpen mensen zijn van vlees en bloed. Dat we heus flexibel zijn en geïnteresseerd in nieuwe silhouetten en materialen, maar dat we bovenal onszelf zijn. Vrouwen met hoogstpersoonlijke eigenaardigheden, bepaalde karaktertrekken en een specifieke smaak en voorkeur. Natuurlijk gaan we met onze tijd mee en staan we open voor suggesties als ‘draag deze lente eens geen blauwe jas, maar een rode’, maar al met al zijn we toch gewoon, tja, wie we zijn.

Het ene moment verwachten dat vrouwen ogen als apocalyptische motormuizen in gescheurd leer en het volgende moment aannemen dat we zin hebben in wit kant is nogal een – excusez le mot – mindfuck. Want het moge duidelijk zijn: deze ommezwaai in het modebeeld gaat veel verder dan een jas in blauw of rood. Dit gaat om een haast tegenovergestelde persona: van stoer en uitdagend, naar vroom en feeëriek. Het is een beetje alsof je tegen een hamster zegt dat-ie volgende week ineens een krokodil moet wezen, en een half jaar later graag een struisvogel. Dat kan toch helemaal niet? Want wie graag hooi knaagt, overdag slaapt en rondjes rent in een draaiend wiel, kan toch niet als bij toverslag – omdat de modegoden dat nu eenmaal zo hebben bedacht – op stel en sprong veranderen in een reusachtig reptiel met een voorliefde voor mensenvlees?

Lees het volledige artikel in het meinummer van Vogue Nederland, dat nu in de winkel ligt en hier online te bestellen is.