de-onfeilbare-smaak-van-rozemarijn-de-witte-een-huis-hoeft-niet-perfect-te-zijn-er-moeten-zelfs-fouten-in-zitten-279789

Geef Rozemarijn de Witte een verwaarloosd hotel op Ibiza, een woonboot in Amsterdam of een afgeleefd atelier in Parijs én de vrije hand en ze transformeert het met haar onfeilbare smaak en ondefinieerbare je ne sais quoi in een Paradijs vol schatten waar je afschuwelijk hebberig van wordt.

‘Geef mij een haard en kaarsen en ik ben gelukkig’ 

Buiten schijnt de zon, is de lucht oogverblindend blauw en tovert de lente nieuwe blaadjes aan de bomen. Binnen, in de woonboot van Rozemarijn de Witte aan een van de Amsterdamse grachten, brandt een houtvuur in de kachel en zijn de kaarsen aangestoken alsof het een donkere winteravond is. Op het trappetje bij het luik staan Marokkaanse sloffen in allerhande maten – Rozemarijn heeft een no shoes policy. “Vind je het erg? Stel je voor dat ik vanavond bloot op mijn harige kleed wil eindigen, dan wil ik wel zeker weten dat het een beetje schoon is.”

Vogue Living Rozemarijn de Witte
©Casper van der Linden, Vogue Living
1/14
Native Share

Dat kleed is bruin, net als de lage Togo-banken van Ligne Roset, de keuken van merantihout, de betegelde muren en het plafond. Rozemarijn – precies twintig jaar geleden bedacht ze het razendsuccesvolle concept van LINDA. – houdt van donker. “Ik zei altijd tegen Linda: ik had De Mol moeten heten en jij De Witte. Zij is een blonde labrador, ik een mol die ’t liefst in een donker hol woont. Ik hoef geen ramen: geef mij een haard en kaarsen en ik ben gelukkig.”

Twee keer eerder stond Rozemarijn de Witte in Vogue Living, dit is de derde keer. “Dat doet niemand haar na”, verzucht hoofdredacteur Marie Nanette. “Maar die vrouw heeft zo’n waanzinnig goeie smaak en zo’n eigen stijl. Elk project waar zij haar stempel op drukt willen we zien.” Zo toverde Rozemarijn samen met haar geliefde Pierre Traversier een vervallen hotel op Ibiza om tot een warme kleurenexplosie en transformeerde ze een verwaarloosde woning in Montmartre in een tweede thuis waarbij karakter en sfeer bewaard bleven. Hotel Los Enamorados – de geliefden – is inmiddels een groot succes, maar het huis in Montmartre is twee jaar geleden verkocht om plaats te maken voor het volgende project.

Ali Baba-achtige mix

In 2021 kon Rozemarijn het pand bemachtigen waarop ze veertien jaar geleden al haar oog had laten vallen in Rue de Verneuil, een onopvallende straat in Rive Gauche. “Er zat een galerie in met een Ali Baba-achtige mix van spullen, van een oudere dame met een onfeilbare goede smaak. Een achternicht van Einstein, een enorm karakter. We kochten er een tafel, ze vertelde dat ze een medium was, keek me doordringend aan en zei: ‘Op een dag neem jij dit over.’ En dat is ook gebeurd. Ik verlangde naar een grote ruimte die ik volledig naar mijn hand kon zetten.”

VL33_Post_Rozemarijn_Parijs12
©Casper van der Linden, Vogue Living
2/14
Native Share
VL33_Post_Rozemarijn_Parijs22
©Casper van der Linden, Vogue Living
3/14
Native Share

Nee, de inboedel nam ze er niet bij. “Madame Einstein heeft een andere stijl dan ik. Ik kocht wel twee dingen om de deal rond te maken: een fluo-oranje stoel met fluoroze plastic zittingen en een vuurrode kandelaar.” Ze lacht. “Ze is inmiddels komen kijken en was not amused dat ik ze een andere kleur had gegeven.”

Rozemarijn liet het voormalige atelier grondig verbouwen en splitste het op in twee ruimtes: aan de straatkant een winkel van bescheiden afmetingen, daarachter een enorme showroom die meteen ook haar huis is: op bepaalde tijden en op afspraak gaan de deuren open en mag iedereen naar binnen – wel schoenen uit alsjeblieft – om zich onder te dompelen in die typische je ne sais quoi-sfeer. Ze noemde haar galerie Arrogant Verneuil en mixte en matchte hedendaags design, kunst en mode met al haar vintage vondsten die ze in de loop der jaren had verzameld tot een magic paradise waar organische vormen en kleuren uit de jaren zeventig – groen, geel, bruin, oranje – de boventoon voeren.

Altijd nieuwe projecten 

Waar haalt ze toch haar schatten vandaan? “Je kunt me niet gelukkiger maken dan door me naar een markt te sturen. De Noordermarkt, IJ-markthallen, brocantewinkels, antiekmarkten, beurzen, tijdens reizen, op vakantie. Ik vind overal iets, altijd, ook op de Albert Cuyp. En ik zie overal mogelijkheden om dingen te laten maken. En ja, natuurlijk gaat dat weleens mis. Voor het hotel hadden we een container met spullen gevuld in Marrakech. De vrachtwagen ging over Barcelona, daar hebben ze hem leeggehaald, gecheckt en alles er weer in teruggegooid.

VL33_Post_Rozemarijn_Parijs3
©Casper van der Linden, Vogue Living
4/14
Native Share

De marmeren bladen voor de badkamers, het marmeren blad voor de bar, heel veel tegels – alles kapot. Toen ze die container voor het hotel hadden geparkeerd op een soort pootjes, zakte die door het cement van de straat. Een nachtmerrie. Nu laten we liever een bus rijden door iemand die we kennen en kunnen vertrouwen. Dat is misschien wat duurder, maar dan heb je zoveel minder kopzorgen.”

Ook de verbouwing van Arrogant Verneuil was pittig, to put it mildly. Ze is er nog van aan het bekomen. “Ik zeg tegen iedereen: bind me vast aan de radiator als ik weer aanvechtingen krijg. Maar laatst was ik in Marokko om in te kopen en toen bedacht ik me: er is hier nergens een écht goede winkel. En als ik in Japan ben geweest, denk ik altijd: er moet eigenlijk een Japans hotel in Europa komen. Ik zie altijd nieuwe projecten, dus ik stink er altijd weer in.”

VL33_Post_Rozemarijn_Parijs9
©Casper van der Linden, Vogue Living
5/14
Native Share
VL33_Post_Rozemarijn_Parijs8
©Casper van der Linden, Vogue Living
6/14
Native Share
VL33_Post_Rozemarijn_Parijs13
©Casper van der Linden, Vogue Living
7/14
Native Share

(Bijna) alles is te koop

Alles in Arrogant Verneuil is te koop, hoe moeilijk ze het ook vindt om van bepaalde schatten afstand te doen. “Nee, niet waar, niet alles. Niet de stoel van Ron Arad in de vorm van een hart. Onmogelijk om op te zitten, maar het is wel míjn hart. En mijn ronde beeld, van een wit en een zwart persoon die elkaar zoenen, dat zijn Pierre en ik, Los Enamorados. Dat gaat echt nooit de deur uit. En mijn Egg Chair van Arne Jacobsen, een eerste editie, niet te restaureren, die blijft ook altijd. Maar de rest… Sven, de man van designer Erik Gutter met wie ik vaak samenwerk, zegt altijd: ‘Je mag je aan niks hechten’. Daar denk ik dan maar aan als iemand iets dierbaars wil kopen.”

Haar stijl is ondefinieerbaar en dat vindt ze wel zo fijn. Zelf noemt ze ’m intuïtief. “Een concept bedenken, sfeer creëren, onverwachte dingen bij elkaar brengen – dat is het allerleukste wat ik kan bedenken. Als bladenmaker doe je eigenlijk precies hetzelfde. Neem nou LINDA.: ik wilde een glossy met mooie foto’s, gemaakt door de beste fotografen. Tegelijk wilde ik een weekbladachtige inhoud, het rauwe van Nieuwe Revu of Volkskrant Magazine, niet de traditionele vrouwenbladonderwerpen. Die onverwachte mix zoek ik ook in interieur. Je huis hoeft niet perfect te zijn, er móéten zelfs fouten in zitten.”

Stel dat ze college zou moeten geven over smaak, wat zou ze haar studenten dan meegeven? “Mmm … Lastig … Smaak is moeilijk aan te leren, dat zit in je. Ik zou zeggen: ‘Ga op je gevoel af, durf anders te zijn dan anderen, nooit bang zijn. Als je nadenkt over wat je aantrekkelijk vindt, welke mensen of dingen de aandacht trekken, dan is dat nooit mainstream, toch? Op straat kijk ik naar mensen die zichzelf durven te zijn. Al die meisjes op Instagram met dezelfde lange haren – je kunt ze niet uit elkaar houden. Saaai! Knip het af, denk ik dan. Daarom hou ik ook van Pippi Langkous en Annie M. G. Schmidt. Die hebben hun eigen unieke stijl en humor. Zij zijn mijn helden.”

VL33_Post_Rozemarijn_Parijs16
©Casper van der Linden, Vogue Living
8/14
Native Share
VL33_Post_Rozemarijn_Parijs5
©Casper van der Linden, Vogue Living
9/14
Native Share

Kakeline Kip

Het is niet makkelijk, zegt ze, om het huis waarin ze opgroeide te omschrijven. “Behalve dat het eigen was. Mijn ouders hadden allebei smaak en konden goed combineren. We hadden bijvoorbeeld een teakhouten tafel met een moderne witte Pastoe-kast. Hoogpolige vloerbedekking, maar dan wel twee joodse kandelaars voor het raam. En zelfs een hor, weet je wel, zo’n omading, gecombineerd met een moderne chaise longue en een antieke bank waar mijn moeder op lag.

Ze had MS – ik kende haar niet anders dan liggend op de bank. Als mijn broertje en ik ’s middags thuiskwamen uit school slopen we stilletjes door het huis, want dan sliep ze. Als ze wakker werd, belde ze met een klein belletje en konden we naar haar toe. De bank waarop ze lag was het centrum van onze wereld. Wij zaten altijd bij haar op en om de bank.”

VL33_Post_Rozemarijn_Parijs
©Casper van der Linden, Vogue Living
10/14
Native Share

Ze wijst om zich heen. “Daarom is een bank ook zo belangrijk voor me: als ik de keuze heb tussen een bank en een grote tafel, dan kies ik de bank.” Ze vertelt over haar jeugd, over het meisje dat ze ooit was. “Mijn vader noemde me Kakeline Kip of Wiebeline Wip – dat zegt genoeg. Het zonnetje in huis, dat was mijn rol in het gezin. Mijn jongere broertje Roland was stiller, meer kat-uit-de-boom-kijkerig. We zijn totaal anders en, ook omdat mijn ouders beiden jong gestorven zijn, álles voor elkaar.” Ze denkt na. “Ik heb ooit een Japanse therapeut gehad, die vroeg: ‘Als je bij jezelf naar binnen gaat, wat voor kind zie je dan’? Een bedachtzaam kind, zag ik, niet huppelend door een weide, bepaald geen Kakeline Kip. Geen kleur, alles zwart-wit. Ik was zorgelijk vanbinnen, blij vanbuiten.”

Gelukkig mens

Ze twijfelt. “Nee, dat is niet helemaal waar. Ik ben een enorme denker, maar ik ben wel een gelukkig mens. Voor mij is het glas altijd halfvol. Door de situatie thuis weet ik heel goed dat het leven niet maakbaar is. Dat als je gezond bent, je dan álles al hebt. Het was thuis misschien niet doorsnee, maar wel liefdevol. En ook nu heb ik veel lieve mensen om me heen. Ik prijs mezelf elke dag gelukkig.”

VL33_Post_Rozemarijn_Parijs17
©Casper van der Linden, Vogue Living
11/14
Native Share

Toch zou ze zichzelf niet als een sociaal dier typeren. “Je zou het misschien niet zeggen, maar ik ben verlegen. Ik ben niet van de feesten en partijen, ik vind een etentje met vrienden veel fijner. En ik kan ook goed alleen reizen, of op een berg zitten en een week met niemand praten. Pierre is veel socialer, die zit zo makkelijk in zijn vel. Als je ziet hoe hij op Ibiza met de gasten omgaat. Hij kletst met iedereen, gaat van tafel naar tafel, is het lachende gezicht van het hotel. Ik verstop me liever in een hoekje.”

‘God is in the details’

Zij doet de winkel in Parijs, Pierre heeft de dagelijkse leiding over Los Enamorados. Wat niet wil zeggen dat zij zich daar nergens tegenaan bemoeit – integendeel. Niet voor niets luidt haar adagium: God is in the details. “Nee, dat is lang niet altijd makkelijk. Iedereen die met mij werkt of heeft gewerkt zal bevestigen dat ik moeilijk en veeleisend ben. Ik denk ook dat ze zeggen: ‘Ze luistert wel, maar je moet met verdomd goede argumenten komen wil je haar kunnen overtuigen’. Dat betekent niet dat ik niet kan samenwerken. Toen Linda en ik ons magazine bedachten, hield iedereen zijn hart vast: ‘Poeh, twee van die sterke vrouwen met uitgesproken meningen, dat kan nooit goed gaan’.

VL33_Post_Rozemarijn_Parijs21
©Casper van der Linden, Vogue Living
12/14
Native Share

Dat bleek echt ongelooflijke onzin. Er waren altijd invalshoeken of ideeën te vinden die we allebei goed vonden. Zo is het ook in mijn samenwerking met Pierre: uiteindelijk worden we het altijd eens.” En dan drukt ze nooit haar mening door? “O ja, ik druk graag mijn mening door.” Harde lach. “Maar serieus, ik vind het heel leuk om samen te werken. Ik scherp mezelf aan anderen, ik word beter door anderen, ik heb mensen om me heen nodig die in andere dingen beter zijn dan ik. Daar leer ik van.”

Muziek en zon 

Waarin is Pierre beter dan zij? “Hij is beter in stoppen. In tijd nemen voor zichzelf. Bij mij moet het altijd eerst af, pas dan kan ik rusten. Maar bij mij is het nooit af, dus ik rust nooit. Hij is van: eerst een siësta, daarna los ik het wel op.” En ligt zij dan niet verzenuwd naast hem op bed siësta te houden? “Nou, nee, dan ligt hij op bed en ga ik door.”

Weer die lach. “Ik vind hem inspirerend. Hij brengt de muziek en de zon in mijn leven.” En wat brengt zij Pierre? “Ogenschijnlijk lijkt hij de zon, en ben ik de bedachtzame van de twee. Maar deep down is het andersom: hij ziet beren op de weg en ik niet. Hij zou zeggen dat ik hem het gevoel geef dat alles mogelijk is. Ik geef hem het vertrouwen dat het altijd goed komt.” Ze zucht. “Mijn favoriete uitspraak is niet voor niks: Everything will be okay in the end. If it’s not okay, it’s not the end.” 

VL33_Post_Rozemarijn_Parijs2
©Casper van der Linden, Vogue Living
13/14
Native Share
VL33_Post_Rozemarijn_Parijs24
©Casper van der Linden, Vogue Living
14/14
Native Share

 

Styling: Charissa Hogerheijde