Er zijn twee soorten filters: chemische (zonnebrand zoals de meeste mensen ‘m kennen) en minerale (ander woord: fysische). De eerste absorbeert uv, de tweede absorbeert én weerkaatst het. Minerale filters zijn enorm in opkomst, omdat ze natuurlijk zijn. Denk aan: zinkoxide en titaniumdioxide, witte poeders die tot voor kort producten stugger maakten. Maar die tijd is voorbij: door het poeder op te delen in superkleine stukjes – tot nanogrootte – smeren ze goed uit en is ook het gevreesde witte waas er niet meer bij. Omdat die deeltjes omhuld worden door een coating, kunnen ze niet te ver in de huid dringen (het probleem van nano) en blijven ze op de huid liggen.
Het verschil tussen chemisch en fysisch is verder dat een chemisch filter een kwartier tot halfuur van tevoren moet worden aangebracht en een mineraal filter direct werkt. Een chemisch filter moet je ook iedere twee uur opnieuw smeren, een mineraal filter voor de zekerheid een paar keer per dag.
Wie bepaalt de factor van zonbescherming?
In 1962 werd het spf-systeem ontwikkeld waarmee de beschermingsfactor kon worden aangegeven. In eerste instantie voor uv-B, de stralen die verbranden. Pas begin 2000 kwam daar een symbool voor uv-A-bescherming bij, in de vorm van plusjes +++. De breedbandfilters met uv-B en -A zijn inmiddels alweer ingehaald door Full Light Technology (o.a. Lancaster en Biologique Recherche), een filtersysteem dat ook beschermt tegen infrarood en blauw licht.
Alle zonfilters die in Europa op de markt komen – er komen dus steeds nieuwe bij – moeten voldoen aan de voorschriften van Colipa (de Europese vereniging voor cosmetica, red.), de richtlijnen voor Europa en aan de ISO-standaard van Cosmetics Europe. De Europese Unie wil bovendien dat op de verpakking staat of een product een lage, medium of hoge bescherming geeft. Ga gewoon voor een spf 30 of beter nog 50, dan zit je sowieso goed.
Gevoelig tiepje? Een zonneallergie komt vaak door het parfum in een product, dus heb je een gevoelige huid kies dan voor parfumvrij en vermijd de filters benzofenon-3 en octinoxate, die slecht uit onderzoeken komen.
Hoe vaak moet je smeren?