Als je hardloopt, fietst, zwemt of roeit, dan heb je je waarschijnlijk weleens afgevraagd hoe je het best kunt trainen om er beter in te worden. Ik in ieder geval wel; ik ben een fanatieke marathonloper, personal trainer en hardloopcoach. Als ik mensen uitleg dat je dan het best rustig aan kan doen, verbaast hen dat in 99 procent van de gevallen. Maar het is echt een bewezen methode. Ik leg je uit waarom je eigenlijk veel beter langzaam kunt sporten.
Elke week onze beste artikelen in je inbox? Schrijf je hier in voor de Vogue-nieuwsbrief.
Langzaam sporten: hoe werkt dat?
Fanatiek sporter en hardlooptrainer Hannah Eden paste de methode toe toen ze trainde voor haar eerste triatlon. En ja, ze merkte een enorme verbetering in haar prestaties. “Ik was verbaasd over hoe lang ik een hogere intensiteit kon volhouden terwijl ik eigenlijk helemaal niet op deze intensiteit had getraind. Het is een behoorlijk gek gevoel, maar het werkt dus echt.”
“Langzaam sporten of trainen is een methode die atleten gebruiken om een sterkere basis op te bouwen. Als je langzaam sport, maakt je lichaam efficiënter gebruik van zuurstof, wat je algehele uithoudingsvermogen verbetert”, legt Eden uit. “Langzaam trainen helpt de bloedtoevoer naar de spieren te vergroten en verbetert de zuurstofopname, waardoor het makkelijker wordt om te bewegen, omdat het lichaam zich begint aan te passen, waardoor vermoeidheid wordt uitgesteld en je langer door kunt gaan.”
De langzame training verbetert bovendien de efficiëntie van je cardiorespiratoire systeem. Hierdoor kunnen je spieren tijdens het trainen vet en koolhydraten beter omzetten in energie. Oftewel: “Door langzaam te sporten kan het lichaam beter vetten omzetten in energie”, zegt Eden.
Waarom verbrand je meer vet als je langzaam sport?
Wanneer we hard trainen – met een hoge intensiteit en een hoge hartslag – gebruikt het lichaam voornamelijk koolhydraten (ook wel: glycogeen) voor energie. We hebben maar zo’n 1500 tot 2000 calorieën glycogeen beschikbaar in ons lichaam, dus we kunnen maar voor een beperkte tijd ‘hard’ gaan voordat de vermoeidheid toeslaat. Maar als we langzaam trainen, met een lage hartslag, gebruiken we voornamelijk opgeslagen vet voor energie – en het lichaam heeft een bijna oneindige bron hiervan.
“Opgeslagen vet is een betere energiebron omdat het efficiënter meer energie vrijgeeft”, legt dr. Raija Laukkanen uit, die gespecialiseerd is in fitnesshorloges, trackers en hartslagmeters. “Langzaam trainen betekent dat je lichaam beter aangepast raakt aan het verbranden van vet. En dat komt vervolgens je lichaam ten goede als je een keer intensiever gaat trainen; je lichaam is dan gewend vet te verbranden in plaats van koolhydraten, en dat helpt je om de energiecrashes te vermijden die ontstaan wanneer je lichaam wel koolhydraten als brandstof gebruikt.”